Pencomputer
Een pencomputer is een computer zonder toetsenbord. De
geïnstalleerde programma's reageren op het aanklikken van
het beeldscherm met de bijbehorende pen. De Heidemij
gebruikt Toshiba T200 en Fujitsu 1000 pencomputers, in
combinatie met MicroStation en zelf ontwikkelde functies.
In verband met de beperkte geheugenruimte is er op de
pencomputer een uitgeklede versie van MicroStation geïn
stalleerd (draait onder Windows for pen) en zijn de be
standen opgeknipt in kleinere eenheden. Naast de nood
zakelijke standaardfunctionaliteit zijn er door de Heidemij
aanvullende functies gemaakt, waarmee bijvoorbeeld ver
schillende lokale assenstelsels kunnen worden gecreëerd.
Deze functies maken gebruik van het digitale topografische
bestand en van de in het terrein gemeten afstanden. Op
basis van deze informatie kunnen bijvoorbeeld lokale as
senstelsels worden gecreëerd tussen twee elkaar snijdende
lijnen of tussen twee bestaande punten.
In het veld worden metingen uitgevoerd met meetwiel en
rolmaat. Het meetwiel werd vaak als niet handig ervaren.
Een geteste geluidsafstandmeter werkte niet goed, omdat je
niet ziet wat je meet. Verder heeft de landmeter het liefst zo
weinig mogelijk bij zich. Nieuwe objecten worden gerela
teerd aan de topografische ondergrond die in de pencom
puter is opgeslagen; hiervoor zijn vaak (meetlijnen tussen)
straatkolken gebruikt. De precisie van de mutaties is daar
mee direct gerelateerd aan de kwaliteit van het bestand. De
topografie van het betreffende gebied was tachymetrisch
gemeten met een precisie van ongeveer 5 cm. Hierdoor is
een relatieve precisie voor de puntobjecten van ongeveer
20 cm haalbaar. Verder zijn voor de op te nemen punt
objecten Haagse symbolen in een menu gezet, zodat
meteen de juiste symbolen met de goede kenmerken kun
nen worden geplaatst. De gekozen meetmethode is bijzon
der geschikt om de topografie van een stad als Den Haag
bij te houden, eventueel in combinatie met een tachymeter.
Een verbetering van het systeem zou het gebruik van een
goed kleurenscherm zijn.
Zelfrichtende tachymeter
De zelfrichtende tachymeter (in dit geval een Geodimeter
600) volgt met een zoeksysteem en servo-motoren perma
nent het prisma. Hierdoor hoeft niet handmatig te worden
gericht en kan volstaan worden met één landmeter. Deze is
uitgerust met prisma, telemetrie, toetsenbord om de tachy
meter te bedienen, rolmaat, mobiele telefoon, schrijfgerei
en de plots van het gebied. Hij zet het prisma op het te
meten grondslag- of detailpunt. Met behulp van het toet
senbord kan hij de juiste objectcode van het punt invoeren
en het instrument een seintje geven dat het punt kan wor
den gemeten. Op deze manier worden alle objecten met
richting en afstand gemeten. Alle functionaliteiten die het
meten met tachymeter en veldboek bieden, kunnen wor
den ingezet, zoals excentriciteit en bepalen van de stand
plaats.
Tijdens het project kwamen bepaalde
nadelen van deze methode naar boven.
Als de tachymeter het prisma kwijt
raakt, duurt het terugvinden soms
lang. Verder wordt de landmeter
zwaar belast door alle apparatuur en de
plots. Om dit probleem te ondervan
gen, werd geëxperimenteerd met een
telemetrie-koppeling tussen de tachy
meter en een pencomputer, waarbij de
software op de pencomputer de tachy
meter aanstuurt. Ook dit werkte niet
echt handig. Voordeel van het meten
met een zelfrichtende tachymeter bo
ven een reflectorloze afstandmeter is
dat je in het terrein ziet wat je moet
meten, terwijl je van achter het instru
ment sommige objecten niet kunt zien
of identificeren. Tot onze verbazing
Fig. 3.
Zelfrichtende
tachymeter volgt
de reflector van de
landmeter.
(Foto: Kontek.)
waren er tijdens het meten weinig pro
blemen met voorbijgangers die hun
handen niet thuis konden houden. Bij
scholen en winkelcentra werd echter
bewust 's ochtends vroeg opgesteld.
De productiviteit van het systeem is
goed en de kwaliteit van de meetresul
taten is gelijk aan die van het conven
tioneel tachymetrisch meten.
GPS
Ingenieursbureau Oranjewoud heeft
GPS gebruikt voor de inwinning van
de puntobjecten in het duingebied en
de aangrenzende parkgebieden. Om
dat er grote verschillen zijn wat betreft
de puntdichtheid en de karakteristieke
terreingesteldheid van de duingebie
den en de parkgebieden, is gekozen
voor verschillende GPS-inwinnings-
358
1997-9
GEODESIA