Mini-serie Digitale Hoogtemodellen (I) Actueel Hoogtebestand Nederland MINISERIE Door vliegtuig-laseraltimetrie krijgt Nederland het meest gedetailleerde landsdekkende hoogtebestand ter wereld geo-information engineering, laseraltimetry, DEMs geo-informatievoorziening, laseraltimetrie, DHM's Gegevens over de maaiveldhoogte zijn belangrijk voor het uitvoeren van infrastructurele werken en het beheer van wadden, kust, rivieren, dijken en polders. Met vliegtuig-laseraltimetrie kunnen deze gegevens worden ingewonnen met een hoge mate van gedetail leerdheid, tegen relatief lage kosten en met een korte verwerkingstijd. Dit artikel schetst de initiatieven en achtergronden om te komen tot het Actueel Hoogte bestand Nederland (AHN). Begin 1996 ontstonden meerdere ini tiatieven om voor delen van Neder land een digitaal hoogtebestand op te bouwen door toepassing van laseralti metrie. De provincies Noord-Holland en Noord-Brabant waren hierover met de inliggende waterschappen in ge sprek; Rijkswaterstaat had de kust, een stuk van de Biesbosch en een klein ge bied in Groningen ten behoeve van de aanleg van de A7 op het programma staan. Intussen hadden enkele water schappen in Drenthe en Overijssel, het Ministerie van Landbouw en Vis serij (Dienst Landelijk Gebied, voor heen de Landinrichtingsdienst) en een tweetal waterleidingbedrijven in Noord-Holland reeds afzonderlijk op dracht gegeven om een hoogtebestand door laseraltimetrie te maken. Reden voor deze initiatieven was de ver ouderde staat van TOPhoogteMD (20 tot 50 jaar oud) en het feit dat dit be stand, met een puntdichtheid van een punt per hectare, weinig gedetailleerd is. Operationalisering van laseraltime trie bood organisaties nu de mogelijk heid om tegen relatief lage kosten en op korte termijn over een gedetailleerd hoogtebestand te beschikken. ir. W. J. C. Wouters, senior-adviseur GIS en project leider Actueel Hoogtebestand Nederland bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Doordat ieder een eigen weg ging, dreigde grote versnippe ring. Door het zelf uitbesteden zouden genoemde organisa ties zich op een (voor hen) relatief onbekend vlak begeven. De bestanden zouden niet op elkaar aansluiten, soms doublures vertonen en, afhankelijk van de uitbestedende organisatie, verschillende kwaliteitscontroles doorlopen. Voor geïnteresseerden zouden de hoogtebestanden bij ver schillende organisaties, tegen waarschijnlijk wisselende prijsstelling, te koop zijn. De Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD) vond deze versnippering zeer ongewenst en hiervoor wer den bij de waterschappen en provincies medestanders ge vonden. Hoogte-informatie is immers voor een land als Nederland uitermate belangrijk. Bij het optreden in nood situaties bij hoog-water is hoogte-informatie een vereiste. Ook bij de bestrijding van andere problemen, zoals verdro ging, is een gedetailleerd, actueel hoogtebestand nodig. Hoogte-informatie moet dus goed worden geregeld. Medio 1996 werden de handen in elkaar geslagen en sindsdien vinden laseraltimetrie-activiteiten bij de water schappen, provincies en de Rijkswaterstaat gecoördineerd plaats in het kader van het Actueel Hoogtebestand Neder land (AHN). Een en ander is bekrachtigd in een convenant dat op 26 juni 1997 is ondertekend door de Unie van Waterschappen en de Rijkswaterstaat. Aan dit convenant hebben ook vertegenwoordigers van het Inter Provinciaal Overleg (IPO) meegewerkt. De verwachting is dat het IPO in een later stadium zich bij het convenant zal aansluiten. Het convenant bevat een modelcontract dat tussen water schappen, provincies en de Rijkswaterstaat zal worden ge hanteerd. Door deze samenwerking wordt heel Nederland op een uniforme en kwalitatief gelijkwaardige wijze geïnventari seerd, worden doublures voorkomen en de kosten geredu ceerd. Het AHN wordt in vier jaar opgebouwd, de stand van zaken in 1997 is weergegeven in fig. 1. Nederland beschikt dan over het meest gedetailleerde landsdekkende hoogtebestand ter wereld. 433 GEODESIA KEYWORDS TREFWOORDEN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 15