Peilbesluiten: zowel bij de vervaardiging door de water
schappen als toetsing door de provincie dient de maai
veldhoogte bekend te zijn. Daar het AHN een overzicht
biedt van het gehele beheergebied, kunnen gebieden met
de grootste afwijking ten opzichte van de ideale droog
legging hiermee duidelijk zichtbaar worden gemaakt en in
de peilbesluirvorming voorrang krijgen. Ook kan het
doorrekenen van varianten van een nieuw waterpeil sterk
worden verbeterd.
Droogleggingskaarten: het hoogteverschil tussen het water
peil en het landoppervlak wordt de drooglegging ge
noemd. De gewenste drooglegging is met name afhanke
lijk van het grondgebruik en de grondsoort/het bodem
profiel. Als grondgebruik kunnen hierbij verschillende
vormen van agrarisch of natuurgebruik worden onder
scheiden.
Maaiveldsdaling, door de grotere puntdichtheid en de ge
lijkwaardigheid van de opgenomen hoogtegegevens kan
een nauwkeuriger beeld van de maaiveldsdaling worden
gevormd. Belangrijk hierbij is ook de relatief korte meet-
periode op het ideale tijdsstip waarbij het hele gebied in
één keer wordt gemeten. De vergelijking met in de toe
komst (op dezelfde wijze) op te nemen hoogtecijfers kan
tevens kwalitatief sterk worden verbeterd.
Bergend wateroppervlak- en inundatieberekeningen: een ge
detailleerde, actuele, digitale hoogtekaart is onmisbaar
voor inundatieberekeningen en het berekenen van het
waterbergend vermogen van een polder.
Peilscheidingen en locatie gemalen: de ideale plaats voor aan
te brengen peilscheidingen (onder andere voor onderbe
malingen en hoogwatervoorzieningen) kan door de komst
van het AHN beter worden bepaald. Dit geldt ook voor
de bepaling van locaties voor nieuw te bouwen gemalen.
Grondverzet de bepaling van de hoeveelheid te vergraven
grond bij bijvoorbeeld het vlak maken van een sterk geac
cidenteerd terrein of het graven van watergangen kan met
de nieuwe hoogtecijfers direct plaatsvinden. Intensief
meetwerk is nu niet meer nodig.
Vergunningen: vergunningenaanvragen voor bijvoorbeeld
onderbemalingen en hoogwatervoorzieningen kunnen
met de voorhanden zijnde informatie direct en veel nauw
keuriger worden beoordeeld.
Keringen van een dijklichaam kunnen met data verkregen
door laseraltimetrie, dwarsprofielen of zelfs een digitaal
terreinmodel worden vervaardigd. Voorwaarden hierbij
zijn een voldoende grote puntdichtheid (minstens een
punt per vierkante meter) en niet te veel storende en weg
te filteren gegevens zoals bebouwing.
Voorstudies van tracés van wegen en waterlopen: voorstu
dies kunnen aanzienlijk worden versneld doordat een be
langrijk basisgegeven (hoogte) reeds aanwezig is.
Zichtbaarheid-, geluidshinderstudies en Milieu Effect Rap
portages-. worden versneld en verbeterd door de beschik
baarheid van de hoogtegegevens.
Monitoring kustafslag en -aanwast, ieder jaar maakt Rijks
waterstaat een 3D-model van de kust om te bepalen waar
zandsuppleties nodig zijn. De kust zal dus waarschijnlijk
het frequentst geactualiseerde stuk AHN zijn.
stuurgroep beslist over de besteding
van de door exploitatie van het AHN
verworven gelden en heeft daarnaast
een adviserende rol ten aanzien van de
planning van de opbouw, de product
ontwikkeling en het toe te passen
prijsbeleid bij de exploitatie van het
AHN. In de stuurgroep bezitten de
Rijkswaterstaat, de provincies en de
waterschappen ieder twee zetels.
In de AHN-gebruikersgroepen wordt
de kostenverdeling (met name tussen
provincies en waterschappen), de prio
riteitsstelling en de specificaties van
het AHN (gewenste puntdichtheid)
bepaald. In een gebruikersgroep zitten
vertegenwoordigers van de in een pro
vincie liggende waterschappen, een
vertegenwoordiger van de provincie,
een vertegenwoordiger van de regio
nale directie van de Rijkswaterstaat en
Hoogtemodel van de IJssel tussen Wijhe en Olst.
437
GEODESIA
1997-10
Toepassingen voor het AHN bij waterschappen, provincies en de Rijkswaterstaat