Bijhouding gegevensbestanden
Op grond van artikel 19 van de Wet WOZ is de gemeente
verplicht een nieuwe waarde vast te stellen voor een object,
als het object gedurende het tijdvak verandert of als er
sprake is van bijzondere omstandigheden die een waarde
verandering veroorzaken. Om de hoeveelheid nieuw te
nemen beschikkingen te beperken, wordt alleen een nieuwe
waarde vastgesteld als de waardeverandering een bepaalde
drempel overschrijdt. De veranderingen aan het object
moeten echter wel altijd in de WOZ-registraties worden
opgenomen. Periodiek na de verwerking van mutaties uit
de kadastrale registratie worden de objectafbakening en de
kadastrale identificatie bijgewerkt. Vervolgens wordt ge
controleerd of de wijzigingen gevolgen hebben voor de
afbakening van WOZ-objecten. Indien blijkt dat bij het
oorspronkelijke WOZ-object nu meerdere zakelijk gerech
tigden in het Kadaster staan geregistreerd, dan moet het
WOZ-object worden gesplitst. Daarnaast is het mogelijk
dat door een transactie een nieuw samenstel moet worden
gevormd. Dit komt bijvoorbeeld voor wanneer een eige
naar een stuk grond aankoopt, dat gelegen is naast zijn oor
spronkelijke eigendom. De waardeveranderingen als gevolg
van afbakeningswijzigingen worden in het veld bepaald.
Periodiek dienen alle gereed gemelde bouwvergunningen
door een taxateur te worden bezocht. De taxateur verwerkt
de veranderingen door nieuwbouw en aan- of verbouw in
de objectgegevens en beoordeelt de waardeverandering.
Het optreden van bijzondere omstandigheden kan aan
leiding gegeven tot waardeveranderingen. Daarom dienen
de gegevens over bijzondere omstandigheden voortdurend
te worden bijgehouden. Waardeveranderingen kunnen
onder andere worden veroorzaakt door bestemmingsplan
wijzigingen, het bekend worden van bodemverontreiniging
en het verlenen of aflopen van vergunningen.
Het verzamelen en analyseren van marktgegevens dient
continu plaats te vinden, omdat analyse van marktgegevens
geruime tijd na de transactiedatum moeilijk is. Uit de
geanalyseerde gegevens kunnen trendanalyses over de
ontwikkeling van marktprijzen per gemeentedeel worden
vervaardigd.
Als de bijhouding voortvarend ter hand wordt genomen en
de basis waarop bijhouding plaatsvindt, kwalitatief goed en
volledig is, zullen de werkzaamheden in het kader van de
Wet WOZ op den duur voornamelijk uit bijhouding be
staan. De parallel met het Kadaster dringt zich hier op. Bij
het Kadaster voert men immers ook niet eens in de vier jaar
een volledige hermeting van de kadastrale geometrie uit.
Optimalisatie van werkprocessen en de
WOZ-administratie
Naar aanleiding van ervaringen in de herwaarderings
projecten naar waardepeildatum 1 januari 1995 is gebleken
dat het algehele werkproces van het initieel opzetten en bij
houden van een WOZ-administratie op enkele punten kan
worden geoptimaliseerd. Tot nu toe werd het werkproces
bijna geheel administratief uitgevoerd.
Er werd slechts analoog kaartmateriaal
ingezet voor ondersteuning van taxa
tiewerkzaamheden. Het is gebleken
dat het combineren van administratie
ve gegevens en divers analoog kaart
materiaal lastig en tijdrovend is. Met
name het toetsen van de volledigheid
van het WOZ-objectenbestand en de
kadastrale identificatie levert proble
men op. In de praktijk blijkt dat met
een volledig administratief georiën
teerd werkproces niet de kwaliteit kan
worden behaald, die vereist is voor het
uitvoeren van de wettelijke taken van
de gemeente.
Fig. 4. In eerste instantie zijn alle door de ge-
Volledigbeids- meente aangeleverde WOZ-objecten
controle WOZ- voorzien van een complete kadastrale
objectenbestand. identificatie. Er is gebleken dat dan
een groot aantal percelen niet is ge
koppeld aan een WOZ-object. Vaak
zal het hierbij gaan om openbare land
en vaarwegen, cultuurgrond of andere
objecten, waarvoor geen waarde hoeft
te worden bepaald [5]. Het is echter
niet in alle gevallen met zekerheid te
zeggen of het alleen om dergelijke
objecten gaat. Indien niet-vrijgestelde
objecten in de WOZ-administratie
ontbreken, wordt ten onrechte geen
waarde en dus geen beschikking vast
gesteld.
Om dergelijke objecten te traceren, is
het noodzakelijk over kwalitatief goed
en toegankelijk kaartmateriaal te be
schikken. Een volledigheidscontrole is
in theorie administratief uitvoerbaar,
maar opsporing van ongekoppelde
percelen met een analoge kaart is erg
arbeidsintensief.
444
1997-10
GEODESIA