A azimuts voor Amersfoort (station Groningen is in deze berekeningen weggelaten daar de nodige geodetische ge gevens nog niet beschikbaar waren). Hiervan heeft men het gemiddelde genomen als definitieve ellipsoïdische breedte en azimut [4]. Dit komt erop neer dat de oriëntatie van de Bessel- ellipsoïde zodanig is bepaald,' dat in deze dertien punten een best passende aansluiting op de geoïde werd verkregen. Bij de berekening van het Nederlandse driehoeksnet op de Bessel-ellipsoïde heeft men de meridiaan van Amersfoort als nul-meridiaan aangenomen. Veel later, in 1918, is pas de lengte van Amersfoort ten opzichte van de internatio nale meridiaan van Greenwich vastgesteld [4], Dit is toen als volgt gedaan. Jarenlang hebben astronomen van de Leidse sterrenwacht, onder andere met behulp van de grote meridiaancirkel van Pistor Martins, lengtebepalingen uitgevoerd ten opzichte van Leipzig (1867), Brussel (1868), Bonn (1870), Greenwich (1880/81) en Parijs (1884) (fig. 3). Tevens heeft de Rijkscommissie in 1893 het lengteverschil ten opzichte van het geodetische station Ubagsberg laten bepalen ter aansluiting op het Duitse en Belgische hoofddriehoeksnet [12] [14]. Aan de hand van deze meetresultaten en gebruikmakend van lengtebepa lingen uitgevoerd op andere Europese sterrenwachten, kon dr. C. Tb. Albrecht (1843-1915) van het Königlich Preus- sische Geodatische Institut te Potsdam de geografische lengte van onder andere de Leidse sterrenwacht berekenen, namelijk 17'56",149 ten oosten van Greenwich [1]. Dit resultaat is dan ook (sinds 1909) terug te vinden in het astronomische jaarboek „The Nautical Almanac", uitgegeven door de Royal Greenwich Observatory. Met behulp van het primaire driehoeksnet, dat tussen 1885 en 1904 was ingemeten, was het mogelijk het lengteverschil tussen Leiden en Amersfoort geodetisch te berekenen (0°54'13",229) waardoor de lengte van Amersfoort ten opzichte van de internationale meridiaan van Greenwich kon worden vastgesteld, namelijk 5°23'15",500 ten oosten van Green wich [4]. Deze methode heeft echter wel als nadeel dat gemakkelijk een sys tematische fout in lengte kan optreden ten gevolge van: onnauwkeurig uitgevoerde astrono mische of geodetische metingen te Leiden (Sterrenwacht); een sterker of minder sterk verloop van de geoïde in Leiden dan in Amersfoort; foutieve oriëntatie van de Bessel- ellipsoïde waardoor het gehele drie hoeksnet scheef komt te liggen ten opzichte van het astronomische stel sel; foutieve lengtebepalingen binnen het astronomische lengte-netwerk van dr. Albrecht die de vereffende geografische lengte van Leiden nega tief beïnvloeden. Doordat destijds alleen <j)(), A,0 en A0 voor het basispunt, de Onze Lieve Vrouwetoren te Amersfoort, zijn vast gelegd, kan de Bessel-ellipsoïde nog steeds roteren ten opzichte van het astronomische stelsel. De geodetische coördinaten van getrianguleerde pun ten zullen bij een kleine rotatie nauwe lijks veranderen, doch de ellipsoïdi sche hoogten van deze (gewaterpaste) punten wel. Om ellipsoïdische hoog- Fig. 3. ten te bepalen, moeten ook ^o> fio en De meridiaanzaal N() in het basispunt bekend zijn. van de Leidse sterrenwacht begin Omdat deze parameters begin van deze eeuw met in deze eeuw niet expliciet zijn bepaald, het midden de kan de bepaling ervan alsnog gebeu- 16-cm meridiaan- ren. De keuze van deze parameters zal cirkel van Pistor zo worden gedaan, dat de Bessel-ellip- Martins uit 1861. soïde zo goed mogelijk aansluit bij de Met dit instrument geoïde, hetgeen vroeger ook al de be- zijn, onder andere doeling was. Het realiseren van een in opdracht van de optimale aansluiting tussen de geoïde Rijkscommissie en de Bessel-ellipsoïde kan op ver foor Graadmeting schillende manieren gebeuren, al naar en Waterpassing gelang de metingen die ervoor be- diverse lengtebe- schikbaar zijn. Een goede overall-aan- palingen uitge- sluiting tussen de Bessel-ellipsoïde en voerd. De de geoïde zou kunnen worden ver- meridiaancirkel kregen door minimalisatie van de ge wet toebehoren is integreerde Bessel-geoïdehoogten in thans te bezichti- Nederland [10]. Op deze manier gen in het Museum wordt daadwerkelijk een goede aan- Boerbaave in sluiting bereikt, zoals altijd is bedoeld. Leiden. (Foto: Leidse sterrenwacht.) 426 1997-1° GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 8