op logistieke problemen. Op Vlieland
zijn offsetwaarden van meer dan
0,15 m gevonden, die mogelijk te wij
ten zijn aan het ontbreken van een
stationair GPS-station op Vlieland ten
tijde van de opnamevlucht. In het al
gemeen moet worden vastgesteld dat
de MD maar weinig inzicht heeft ge
kregen in de kwaliteit van het door de
opdrachtnemer gerealiseerde grond
slagnetwerk.
Uit het laser-DHM werden door in
terpolatie strandprofielen afgeleid, op
dezelfde planimetrische positie als de
fotogrammetrisch gemeten strandpro
fielen. Bij de vergelijking tussen deze
laserprofielen is eveneens naar offset
en standaardafwijking gekeken (tabel
5). Hierin wordt onderscheid gemaakt
tussen de vergelijking op het relatief
vlakke en onbegroeide stranddeel en
het reliëfrijke, regelmatig met dichte
vegetatie bedekte duindeel van de pro
fielen. Net als bij de vergelijking met
de controlegebieden het geval is, was
hier sprake van een overwegend posi
tieve waarde voor de offset, maar ge
middeld wel 10 cm groter dan bij de
controlegebieden. De waarden voor de
standaardafwijkingen op het strand
zijn acceptabel, zeker wanneer men
rekening houdt met de dynamiek van
het strand.
In fig. 1 zijn drie profielen gegeven.
Het rode laserprofiel van 1996 komt
op het strand goed overeen met de
fotogrammetrische meting van 1996,
al zijn er in de tussentijd kleine veran
deringen opgetreden. Het verschil met
het profiel van 1995 laat zien hoezeer
het strand in een jaar van vorm kan
veranderen en de laser is zeer wel in
staat om dergelijke veranderingen te
volgen. Doordat de laser ook op het
ruwe oppervlak van het zeewater re
flecteert, loopt het laserprofiel tot ver
in zee door.
Wat de duinen aangaat: hierin vallen
de resultaten in het algemeen tegen.
De hoge waarden zijn het gevolg van
frequente significante afwijkingen tus
sen het laserprofiel en het fotogram
metrische profiel. De situatie is in dit
opzicht in fig. 1 nog zeer redelijk,
maar in veel profielen komen afwij
kingen van vele meters voor. Inciden
teel worden hele duintoppen gemist.
Tabel 5.
Vergelijking tussen
laserprofielen en
fotogrammetrische
strandprofielen.
Fig. 1.
Laserprofielen en
fotogrammetrische
profielen
1995-19%.
Deze extreem grote waarden voor de maximale fout komen
voor rekening van een gebrekkige filtering; regelmatig zijn
objecten of bomen niet uit het ruwe bestand weggefilterd,
terwijl dit in andere gevallen, zoals bij duintoppen of
-dalen, ten onrechte wel is gebeurd. In enkele gevallen heeft
de MD er zelfs voor moeten kiezen om laserprofielen uit de
ruwe gegevens af te leiden, omdat de filtering averechts
werkte. In de filterprocedure bleken verbeteringen aan te
brengen te zijn, maar moest worden vastgesteld dat ook
deze niet tot acceptabele verbetering van de verschilwaar-
den kon leiden. Een puntdichtheid van 1 punt per 16 m2
in reliëfrijke gebieden is veruit onvoldoende om een be
trouwbare filtering te kunnen uitvoeren. Over het geheel
bezien zijn de resultaten van de lasermetingen van de dui
nen tegenvallend. Over het geheel bezien waren, door de
aanwezigheid van systematische fouten en opvallende
vormverschillen in de duinen, de resultaten niet naar ver
wachting. Als enige voordeel van de laser stond daartegen
over dat er gebiedsdekkende informatie mee geboden werd
en niet alleen profielinformatie om de 200 m.
In 1997 zijn, ditmaal met het systeem Toposys, opnieuw
DHM's gemaakt van de stranden en duinen. Hiermee
zijn veel hogere puntdichtheden bereikbaar; gemiddeld
4 punten per m2. Zowel systematische hoogtefouten als
filterproblemen zijn ditmaal beter in de hand gehouden,
maar het is op dit moment nog te vroeg om definitieve con
clusies te trekken over de kwaliteit.
GEODESIA
1997-11
Strand
Duinen
Offset
(m)
Standaard
afwijking
(m)
Offset
(m)
Standaard
afwijking
(m)
Bereik
-0,04 - 0,24
0,10 - 0,24
0,02 - 0,33
0,30 - 0,88
Gemiddeld
0,12
0,17
0,15
0,47
Kustvak Walcheren
tI111m1I1T—t
Laser 1996
Foto 1996
Foto 1995
Afstand (m)