Doos
1997-"
GEODESIA
gevonden, maar de NAM hoopt uit een daaropvolgende
zwaartekrachtmeting aanvullende gegevens te verkrijgen
over de bodemopbouw. Die is sterk gefragmenteerd, erg
ingewikkeld en grillig. Zoutlagen en opstuwingen van zout
spelen hierin een belangrijke rol, maar die zijn erg moeilijk
te karteren uit het seismologisch onderzoek. Ook de for
maties onder het zout zijn moeilijk in beeld te brengen en
in die lagen bevindt zich bijvoorbeeld het Groninger gas.
Zout heeft een sterk afwijkende dichtheid ten opzichte van
gesteenten. Door combinatie van de eerdere seismische
metingen met de uitkomsten van de zwaartekrachtmeting
kunnen fijnere modellen worden gemaakt van de onder
grond en kunnen vooral de begrenzingen van het pleisti-
sche zout nauwkeuriger in kaart worden gebracht. Seis
mische metingen geven de afstand maar niet de richting
naar het anomalie; gravimetrie geeft de richting maar niet
de afstand tot het anomalie.
Hier kun je
niets op de grond
zetten.
Arend Ketelaar, projectleider bij de Geogroep, legt uit hoe
de operatie in het veld verloopt, te beginnen bij de zwaarte
krachtmeter zelf. Wat is een zwaartekrachtmeter? Een doos
die zwaartekracht meet. Tot zover niet moeilijk te volgen.
De rest is wat ingewikkelder. Arend vergelijkt de meter met
een unster, een veer die aangeeft hoe hard eraan wordt
getrokken. De gravimeter heeft een verfijnde dunne veer
waarmee je aan het aardoppervlak meet met welke kracht
eraan wordt getrokken, waarbij het gaat om zeer kleine
verschilletjes. Velen kennen wellicht nog de acceleratie
die veroorzaakt wordt door de aarde: 9,8 m/sec2. In de
zwaartekrachtwereld wordt dit vertaald in 980 000 mGAL.
De zwaartekrachtmeter wordt met een nauwkeurigheid van
0,01 mGAL afgelezen. Dat we met een precies en delicaat
instrument te maken hebben, is duidelijk. Het verschil in
kracht wordt veroorzaakt door de afstand (tot het middel
punt van de aarde) en de massa van het deel van de aarde
waar je meet.
Landmeters-
sledetocht.
Een homogene samenstelling van de
aardkorst zou op dezelfde afstand van
het middelpunt der aarde in één waar
de van zwaartekracht resulteren.
Dichtheidsverschillen binnen de aard
korst veroorzaken echter zwaarte-
krachtverschillen die worden gemeten.
Uiteindelijk wordt alles gerelateerd
aan de geoïde en de theoretische waar
de van zwaartekrachtanomalieën. Iets
concreter voegt Leen daaraan toe dat
je eigenlijk de verschillen wilt weten
tussen de theoretische zwaartekracht
ter plaatse van de meting (onder ande
re op basis van de aarde met uniforme
massaverdeling) en de daar „gemeten"
zwaartekracht. Die verschillen noe
men ze de zwaartekrachtanomalieën.
Verschillen in de aardkorstsamenstel
ling kunnen toch tot dezelfde gravi-
metrische resultaten leiden. De metin
gen van de zwaartekracht geven geen
eenduidig uitsluitsel over de samen
stelling van de aardkorst.
Waar is mijn
laars toch
gebleven
V: -
508
tmtplp