Symposium VVL 50 jaar
VERSLAG
De WL is vijftig jaar en dat wordt dit
jaar uitgebreid gevierd. Eén van de
activiteiten was een symposium dat op
donderdag 18 september 1997 in
Utrecht werd gehouden. Voorzitter
Bé van Guldener ontving de ruim vijf
tig aanwezigen met een kernachtig
welkomstwoord en hij lichtte toe dat
de WL voor deze gelegenheid had be
sloten om eens een andere vorm te kie
zen dan de gebruikelijke (en over het
algemeen zeer gewaardeerde) excur
sies. Onder de titel „De toekomst van
de landmeetkunde" was een aantal
sprekers uit Nederland en ommelan
den uitgenodigd om vanuit verschil
lende invalshoeken het vakgebied te
belichten.
Berekoud
Oud-WL-voorzitter J. F. van Weel
den blikte terug op de afgelopen vijftig
jaar. Het begon met de vereniging van
mensen met een diploma NLF, een
lidmaatschapseis die pas in de jaren
tachtig formeel is vervallen. In de be
ginjaren studeerden de meeste adspi-
rant-landmeters op eigen kracht thuis
aan de hand van het „Leerboek der
Landmeetkunde" van Schermerhorn
en Van Steenis. En ze moesten zelf een
bedrijf of dienst vinden om minstens
honderd dagen meetwerkzaamheden
te verrichten.
De WL produceerde in 1954 een
alom gewaardeerd rapport over „Land
meetkundig werk in middelgrote en
kleinere gemeenten". De TH Delft
meende echter over het rapport te
moeten opmerken dat planning geo
detisch werk was en aan de geodetisch
ingenieur voorbehouden moest blij
ven; onderscheid moest er blijven. Op
basis van het rapport zijn in vele ge
meenten landmeetkundige afdelingen
opgericht. Van Weelden kon uit eigen
ervaring vertellen dat dat vaak pio
nieren was. Veel werk heeft de WL
gestoken in het bevorderen van on
derwijsmogelijkheden voor landmeet
kundigen, inclusief de meetassistenten
(die vroeger „meethulp" werden ge
noemd en niet bepaald status geno-
Ad van der Meer
en
Theo Scheele,
redacteuren.
ten). Ook heeft de vereniging actief bijgedragen in de
Stichting NGL, later Geodesia. Daarnaast heeft ze veel
excursies en bezoeken georganiseerd. Eén van de meest
memorabele was die bij de Artilleriemeetafdeling in Nun-
speet, in 1994; het was berekoud in de kazerne, maar dat
bleek minder met het ervaren van ontberingen te maken te
hebben dan met een ordinair mankement aan de verwar
ming. Een overhead-sheetje toonde de groei van het leden
tal van de vereniging: er was geen sprake van een meet
kundige reeks, maar duidelijk was wel dat het ledenaantal
elke keer weer hoger was dan een vorige peildatum, van een
dozijn in 1947 tot ruim 1200 thans. Daarmee is de WL de
grootste vereniging binnen de Stichting Geodesia en daar
was Van Weelden erg trots op.
Complexe ruilverkaveling
H. Bertling van het Ministerie van Ruimtelijke Ordening,
Landbouw en Milieu van de Duitse deelstaat Sachsen-
Anhalt (in de voormalige DDR) vertelde ons dat er na de
vereniging van Oost- en West-Duitsland in de landelijke
gebieden een aantal bijzondere ruilverkavelingsproblemen
moest worden opgelost. Juridische eigendomsrechten wer
den namelijk binnen de DDR nauwe
lijks relevant geacht (zie fig. op p.
514). Dat had twee grote gevolgen.
Ten eerste werd aan mensen toestem
ming gegeven om een huis ergens te
bouwen zonder dat de grondeigenaar
iets werd gevraagd. Dit „Nutzungs-
recht" werd doorgaans niet uitgeme
ten, maar achter het bureau op de
kaart aangetekend. Daar klopte bij in
spectie in het terrein vaak niet veel
van. Ook de samenvoeging van grond en pand stuitte op
grote problemen; de huiseigenaar dacht in grondprijzen van
enkele pfennige (zoals gebruikelijk in de DDR), de grond
eigenaar had echter gemerkt dat in West-Duitsland grond
prijzen van vele marken per vierkante meter normaal
waren. Dat heeft vaak uitputtende discussies en procedures
tot gevolg. Het gaat buiten de grote steden om ruim
200 000 woningen en 40 000 bedrijven. Een tweede groot
probleem is dat er veel grote collectieve boerderijen zijn ge
creëerd, die „hun" gebied hebben heringericht (percelen
samenvoegen, wegen verleggen, nieuwe waterlopen graven,
enz.) zonder dat ze rekening hielden met de juridische
eigendoms- en pachtsituatie. Nu de oude rechten herleven,
blijkt de feitelijke perceelsindeling volkomen verschillend
te zijn van de kadastrale en zijn er veel percelen die hetzij
niet ontsloten zijn, hetzij door nieuwe infrastructuur door
sneden worden. Het ontwarren van deze puzzel zal naar
verwachting nog wel een jaar of dertig gaan duren; Bertling
verwachtte niet dat hij dat nog zou meemaken.
513
GEODESIA