Nu er voor het eerst gebiedsdekkende metingen beschik
baar kwamen voor verschillende soorten gebieden, kwam
ook een aantal nadelen aan het licht:
het veelal ontbreken van lasermetingen op plaatsen waar
ondiepe plassen stilstaand water voorkomen. Dit manco
van laseraltimetrie was overigens al bekend en stak niet
ongunstig af tegen een techniek als fotogrammetrie, waar
de waarnemer immers ook niet door water heen kan
meten. Maar omdat laser wel vaak reflecteert op het
relatief ruwe oppervlak van water in stroomgeulen (en
trouwens ook op stilstaand water binnen een nauwe baan
recht onder het vliegpad), is het voor het lasersysteem zelf
niet eenvoudig om het onderscheid tussen land en water
te maken;
het teruglopen van de DHM-precisie van laserhoogten in
reliëfrijke en/of vegetatierijke gebieden. Het modelleren
van het terrein en detecteren van uitschieters in de laser
metingen punten die geen deel uitmaken van het maai
veld - bleek bij een puntdichtheid van 1 punt per 15m2
een moeilijke opgave te zijn. Het opvoeren van de punt
dichtheid door verveelvoudigen van het aantal te vliegen
kilometers was geen acceptabele optie. Immers er waren
aan het project al twee vliegdagen besteed. Een foto-
grammetrische opnamevlucht zou zo veel tijd niet nodig
hebben;
verschuivingen in de planimetrie ten gevolge van plaats
en standbepaling van het vliegtuig met GPS en INS.
Afgaande op de opgegeven planimetrische nauwkeurig
heid van het ALTM1020-systeem mocht in reliëfrijke
gebieden op substantiële hoogte-afwijkingen worden ge
rekend. Ingeval van onderhavig project manifesteerden
deze zich in beperkte mate;
systematische hoogtefouten, die zich niet lieten verklaren
door de invloed van aanwezige dichte vegetatie, maar
waarvan de oorzaak moest worden gezocht in lokale fou
ten in de plaatsbepaling van het vliegtuig dan wel in de
transformatie tussen WGS'84 en het RD/NAP-systeem.
Daartegenover stonden zeer aansprekende voordelen van
laseraltimetrie;
hoogteprecisie op het strand en wad van beter dan 10 cm
en op de overige vegetatie-arme gebieden beter dan 15
cm;
vastlegging van zandplaten, die zich tot ver in zee uit
strekten en die fotogrammetrisch niet meer op te nemen
zouden zijn geweest;
een hoge mate van detail: sloten, wegen, dijken, perceel
scheidingen en duinen, tot de kleinste toe, waren goed te
onderscheiden;
vastlegging van de vorm van het onderliggende terrein in
bossen, zij het met een geringere puntdichtheid.
De stand van de techniek van laseraltimetrie leek in 1994
zo te zijn, dat gesproken kon worden van een „bijna opera
tionele" techniek. De verwachting was dat de bestaande
problemen in de loop van de komende maanden konden
worden opgelost dan wel beter in de hand te houden zou
den zijn.
Vanaf 1994 werd een aantal projecten geheel met laser
altimetrie uitgevoerd voor directies en diensten binnen de
Rijkswaterstaat. In december 1994
werd door de Rijkswaterstaat besloten
dat laseraltimetrie in 1996 op grote
schaal zou worden ingezet voor het
meten van DHM's van alle Neder
landse strand- en duingebieden. Voor
het strandgedeelte zou laseraltimetrie
te zijner tijd de fotogrammetrie in zijn
geheel moeten gaan vervangen. In
1996 werden alle stranden langs de
Nederlandse kust en het gehele dui
nenareaal van Noord- en Zuid-
Holland met laseraltimetrie opgeno
men. Additionele projecten van uit
eenlopende omvang waren er op di
verse plaatsen. In een gebied ten zui
den van de stad Groningen werd voor
het eerst het nieuwe laseraltimetrie-
systeem TopEye van de Zweedse firma
SAAB ingezet.
Geen computer zo krachtig, zegt men, of de gebruiker
weet wel een toepassing om hem te overbelasten. Toch
valt dit bij laseraltimetrie nog best mee.
In 1996 werd bij de MD de Arclnfo-applicatie SISY
ontwikkeld op een SUN Sparc-station. SISY werd ge
bruikt voor extraheren van strandprofielen uit een laser-
DHM, want de belangrijkste laserprojecten hadden
toen nog betrekking op stranden en duinen. Gemiddeld
hadden kustvakken een oppervlakte van 20 tot 30 km2
en een puntdichtheid van 1 punt per 16 m2. De omvang
van de aangeleverde XYZ-bestanden van 50 tot 200
megabyte groot, vormde toen een probleem. De conver
sie van deze hoeveelheden tot een tussenbestand, basis
voor een aantal controlehandelingen en profielextractie,
nam een hele nacht in beslag. Per systeemcrash kwam
daar een nacht bij.
Anticiperend op de nog veel grotere toestroom van laser-
gegevens van duizenden vierkante kilometers in het
kader van het AHN en de - hoognodig gebleken -
opvoering van de puntdichtheid (1 punt per m2) in de
duinen, is naast SISY het programmapakket AHN ge
bouwd. Dit is meer gericht op een snellere verwerking
en toetsing van laser-DHM's. Voorlopig draait een
SUN UltraSparc een kustvak, dat doorgaans 2 a 3 CD-
ROM's aan ruwe data bevat, er soepeitjes in enkele uren
door.
Wat de omvang betreft: de hele kust past ongeveer op
50 CD-ROM's. Wanneer de rest van Nederland in het
AHN wordt gezet, zijn daar nog eens ruim 100 CD-
ROM's voor nodig. Die passen samen in een ruime
bureaulade.
Het jaar 1997 heeft een verdere voort
zetting en schaalvergroting te zien ge
geven van projecten met laseralti
metrie en twee nieuwe systemen zijn
1997-"
GEODESIA
Laseraltimetrie voor AHN