„Waar gehakt wordt, vallen spaan ders" is een gezegde dat ook opgaar bij meetwerk. Helemaal foutloos zal er wel nooit gewerkt kunnen worden. Wel kan worden geprobeerd zoveel mogelijk fouten te voorkomen en de fouten die gemaakt worden, op te spo ren. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen willekeurige fouten, systematische fouten en blunders. Onder willekeurige fouten worden fouten verstaan, die door toeval wor den veroorzaakt. Meestal praat men hier over ruis. Dit houdt in dat het gemiddelde goed is, maar dat de waar nemingen hier omheen verspreid lig gen. Deze ruis kan bij elk onderdeel van de meetpaal optreden en is in de standaarddeviatie uit te drukken (fig. 13). Door meerdere metingen samen te voegen en te middelen zijn deze fouten voor een groot deel weg te wer ken. In de praktijk komt het erop neer dat het eindresultaat bestaat uit een set coördinaten die om de halve meter (Z) berekend zijn uit ongeveer twintig waarnemingen. In fig. 13 zijn de stan daarddeviaties per systeem en in totaal uitgezet, zoals ze gelden voor het eind resultaat. Het is duidelijk te zien dat het akoestische gedeelte de kleinste bijdrage in de standaarddeviatie heeft. Systematische fouten zijn fouten die in het systeem vastgebakken zitten en dus bij elke meting weer terugkomen. Bij de meetpaal was er sprake van twee vaste fouten die veroorzaakt worden door de gestelde aannamen. Aan de ene kant wordt ervan uitgegaan dat de paal recht is, terwijl er een zeeg in zit; aan de andere kant wordt de koers van de paal met het timmermansoog be paald. Zeeg') Het was de bedoeling een paal te construeren die helemaal recht zou zijn en dat was hij dan ook. Het op pakken van de paal was echter een te zware belasting en onder Newtons ge weld is hij gaan doorbuigen. Deze zeeg is bepaald door een waterpasinstru ment met een klemstatief onderaan de meetpaal te bevestigen (fig. 14). Op de paal waren, op vaste intervallen, zes Fig. 14. Zeegbepaling. Fig. 15. Zeeg meetpaal. meetbandjes gemonteerd. Door nu het eerste en het laatste meetbandje met elkaar op te lijnen zodat ze dezelfde waar den aangaven, kon uit de andere meetbandjes de zeeg wor den afgelezen. Na correctie voor de posities van de buiten ste meetbandjes (fig. 15) blijkt dat de zeeg een fout oplevert van 0,027 m als de paal recht overeind staat. Bovendien blijkt hij ook van de pitch afhankelijk te zijn, want als de paal voorover staat, wordt dit 0,024 m en 0,030 m als hij achterover staat. Uit de figuur blijkt ook dat het maxi mum niet halverwege de paal, maar iets daarboven ligt. Er zijn twee manieren waarop dit probleem is op te lossen: maak een meetpaal die zo sterk is dat er geen blijvende vervorming optreedt; pas op de metingen een correctietabel toe waarin het dynamisch gedrag van de paal omschreven is. De eerste oplossing zou het mooiste zijn, maar stuit meteen op een praktisch bezwaar, namelijk het gewicht. Dit levert een paal op die ongeveer twee keer zo zwaar is als de huidige, waardoor de „actieradius" van de kraan wordt gehalveerd. Het is dus beter om dit in de software te verwerken. De koers van de meetpaal wordt bepaald door de aanname dat de paal altijd haaks op de kade staat. Dit is te controle ren met de klep die de meetpaal met de kade verbindt. Het is echter afhankelijk van de locatie (hobbels in het wegdek, enz.) en van het timmermansoog of de paal wel echt haaks staat. Ons uitgangspunt is dan ook dat de koers van de meetpaal in de meeste gevallen afwijkt. De inschatting is dat deze koersafwijking niet meer dan 2° bedraagt, hetgeen overeenkomt met een fout in de Y van maximaal 0,006 m. Deze fout werkt dezelfde kant op als de fout die door de zeeg wordt veroorzaakt (fig. 16). Voor de waarden in fig. 16 is gebruikgemaakt van de gemiddelde waarde voor zowel de zeeg als de koersfout. Naast deze fouten zijn er ook nog de blunders. Deze be rusten meestal op vergissingen of misverstanden. Gelukkig geven deze over het algemeen grote fouten in het meet werk, waardoor ze snel tevoorschijn komen. Een selectie uit de ons overkomen blunders: de tachymeter stond nog op de referentieprisma te meten in plaats van op de meetpaal; 541 GEODESIA 1997-12 Fouten Willekeurige fouten Systematische fouten I. zeeg, v. (m.) (ze- gen), ook zeegt (-en), 1opwaartse ron ding, naar de zijkan ten afdalend beloop; om een goede afwate ring te verkrijgen, geeft men de brug een kleine zeeg; - (zeew.) langsscheep- se rondte, welving van dekken, balken, platen enz.: het schip een zeeg geven; de zeegten der dekken, der barghouten; op staande zeeg van een plank; (naar Van Dale, Groot Woor denboek der Neder landse Taal, elfde herziene druk). Koersfout Zeeg meetpaal 0.027 0 020 0 010 o- rechtop 1.8° achteroverj —•—gemiddelde 885 10 Afstand langs de paal [m] Blunders

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 11