Meting Noordersluis IJmuiden Hoe terrestische en mariene geodesie elkaar vinden civil engineering, data capture, applications civiele techniek, gegevensinwinning, praktijk Het sluizencomplex te IJmuiden wordt de komende jaren volledig gerenoveerd. De Noordersluis is met 400 x 50 x 15 m de grootste sluis van het complex. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de bezetter getracht deze sluis te saboteren door middel van explo sieven. De hierbij ontstane schade is, onder water, nog steeds zichtbaar en is de afgelopen jaren gerepareerd met opdekplaten. Mede vanwege deze schades en ten behoeve van de renovatie die door de Bouwdienst van de Rijkswaterstaat te IJmuiden wordt uitgevoerd, is het van belang om de „exacte" afmetingen van de sluis te weten. De diepte, minimaal 15 m, is met con ventionele hydrografische methoden goed te meten. Het probleem zit in de wanden: alle dilatatievoegen en de door duikers in kaart gebrachte op- dekplaten moeten worden gemeten, zowel boven als onder water op onge veer 0,25 m aan weerszijden van de voeg, respectievelijk rand van de op- dekplaat. De wanden zijn echter 20 m hoog, waarvan slechts ongeveer 5 m boven water staat. Toch zou de Bouw dienst graag een meting van de totale wand willen hebben op centimeter- niveau. Het droge gedeelte is door de afdeling Terrestrische Topografie (TGTC) van de Meetkundige Dienst (MD) van de Rijkswaterstaat met normale landmeetkundige technieken ingemeten. Vanwege de complexiteit en de precisie van de metingen van het onderwatergedeelte is de afdeling Mariene Geodesie (GAM) van de MD gevraagd een meetmethode te beden ken waarmee dit mogelijk zou zijn. Dit resulteerde in de ontwikkeling van de meetpaal die door de Bouwdienst A. P. M. Pieters en ing. N. de Hilster, medewerkers Mariene Geodesie bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft. in IJmuiden werd berekend en door Wesco bv werd geconstrueerd. TNO-TPD leverde de elektronica en de meetsoftware, terwijl Simtech bv software voor de data verwerking schreef. Tijdens de metingen leverde De Bran ding bv materieel en mankracht voor het hijswerk. De plaatsbepaling werd verzorgd door de afdeling TGTC en de afdeling GAM was aanwezig voor de coördinatie en de kwaliteitscontrole. Meetmethode meetpaal De meetpaal is een kokerprofiel van 20 m lengte met zijden van 18 cm. Hierop zit een rail gemon teerd waarlangs een karretje rijdt met daarop een transducer die de wand meet. De meetpaal combineert land meetkundige en hydrografische meet methoden. In principe komt het erop neer dat een paal, op korte afstand 2 m) van de wand, in de sluis wordt gezet. De paal wordt met behulp van een scharnierende klep op de kade ge fixeerd, zodat met standaard land meetkundige apparatuur kan worden gewerkt. Langs de paal kan een karre tje, met daarop een transducer, op en neer rijden. De transducer meet de af stand naar de wand en, gecombineerd met de positie van het karretje, is het nu mogelijk om de positie van de wand te bepalen. De positie van de paal wordt met een tachymeter bepaald, de rotaties in X en Y met behulp van hellingmeters, de verti cale positie van het karretje met behulp van een stappen motor en de wandmeting met een door TNO-TPD ont worpen echolood. De ruwe data van de metingen worden in een computer verzameld en daar met eveneens door TNO-TPD ontwikkelde software tot bruikbare data ver werkt. Een bestelbus is hiervoor als meetwagen ingericht, een op een aanhanger gemonteerd aggregaat zorgt voor de stroomvoorziening. 535 GEODESIA 1997-12 KEYWORDS TREFWOORDEN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 5