van gedetailleerdheid, ten behoeve van
de door de operator te kiezen schaal:
hoofdwegennetkaarten die een over
zicht van een groot gebied weergeven,
rijbaankaarten die het nemen van re
gionale maatregelen ondersteunen, ri j -
strookkaarten die helpen bij het ne
men van maatregelen voor de veilig
heid en doorstroming op de rijbanen,
en detailkaarten die de details presen
teren van bijzondere objecten, zoals
bruggen en tunnels.
De presentatie behandelde het kaart-
generatie-proces: het inlezen van de
bronbestanden in de Ingres-database,
de conversie van de gegevens en het
stileren/opmaken van de kaarten. De
nadruk lag op de laatste fase, het stile
ren/opmaken van de kaarten (de ge
bruikersinterface). Hierbij gaat het
onder andere 0111 de samenhang tussen
de drie lagen (bijvoorbeeld verschil
lende transformaties van het wegen
net), het stileren van het wegennet
door gebruik van bepaalde set hoeken
(van bijvoorbeeld 30 graden), het op
blazen van de wegbreedte om er dyna
mische objecten op te kunnen repre
senteren, enz.
Tenslotte hield André van der Veen
van het RIVM een boeiend betoog
over „Kaarten voor mens en milieu".
Het Rijksinstituut voor Volksgezond
heid en Milieu (RIVM) is een belang
rijke producent en gebruiker van
ruimtelijke informatie over milieu- en
volksgezondheid. GIS behoort dan
ook al jaren tot het onderzoeksinstru-
mentarium van het RIVM, zowel bij
de gegevensverwerking als bij de kaart
productie. Rond het GIS heeft het
RIVM een uitgebreide gegevenslogis-
tieke infrastructuur gebouwd. Met na
me het deel van de infrastructuur dat
de kaartproductie ondersteunt, stond
in deze lezing centraal. Van belang is
dat de onderzoekers zelf zich bezig
houden met kaartproductie ten einde
hun onderzoeksresultaten op adequate
wijze grafisch te presenteren. Zij die
nen dus de beschikking te hebben over
alle gewenste GIS-functionaliteit die
voorhanden is. Afhankelijk van wie
de onderzoeksresultaten nodig heeft,
een politicus of een beleidsmaker of
-medewerker, dienen de vorm, inhoud
en complexiteit op diens abstractie
niveau te zijn afgestemd.
Na afloop van de lezingen (en de
KvAG-bijeenkomst) werd gediscus
sieerd over de noodzaak om de SIG-
GIS door te laten gaan in de vorm zo
als die nu plaatsvindt. Hierover bleken
de meningen verdeeld. Besloten is om
een volgende bijeenkomst te organise
ren met als thema „GIS en Internet".
Bart Maessen
Van 17 tot en met 19 september 1997
werd in Karlsruhe de 8 le Geodatentag
georganiseerd door de DVW (Deut
scher Verein für Vermessungswesen).
Thema was Technik für Raum und
Recht". In vier grote hallen toonden
een groot aantal firma's hun waar.
Meer dan 12 000 bezoekers trokken
daaraan voorbij. Gepland werden bij
na vijftig voordrachten en vijfendertig
vakexcursies. Slechts een enkele verviel
vanwege een gebrek aan voldoende
deelnemers.
Noemenswaard is dat op 10 mei 1897
de kadastrale opmeting van Karlsruhe
werd voltooid. De opening werd bui
ten in het herfstzonnetje verricht door
een plaatselijk blaasorkest. „Ouder
wetse" marsmuziek moest de deelne
mers opwekken naar binnen te gaan.
En dat lukte, hoewel het weer een ver
toeven buiten aangenaam maakte. En
kele firma's toonden buiten met name
hun GPS-apparatuur. Ik denk dat op
dit terrein ontwikkelingen gaande
zijn, die een detailmeting in combina
tie met GPS-ontvangers in de nabije
toekomst mogelijk maken. Het zou
mij niet verbazen als nog vóór het jaar
2000 in de Nederlandse landmeters
praktijk men direct in Rijksdriehoeks-
coördinaten gaat meten en bijhouden,
en dat een inpassing in de kaart niet
meer op de huidige wijze noodzakelijk
is. In de hallen werden de bezoekers
overweldigd door een woud aan beeld
schermen. Het leek of ieder zelfrespec
terend ingenieursbureau in Duitsland
de bezoeker wilde overtuigen dat digi
taal werken nu overal gemeengoed is
geworden. Het probleem bij zo'n mas
sale beurs is dan om een juist overzicht
te krijgen van de stand van zaken. Het
gevaar is reëel dat men door de bomen
het bos niet meer ziet. Ik heb dan ook
geen kans gezien om een totaalbeeld
van alle systemen te krijgen. Alles heet
GIS of heeft daar direct mee te maken.
Maar iedere firma toont een iets ande
re toepassing, toegesneden op een spe
cifieke toepassing of gebruiker.
In het woud viel een geweldige groei
op van gebruik en toepassingsmoge
lijkheden van zogenaamde pencom-
puters. Feld-Computer, Notebook-
Computer, Handheld Computer,
GEOgraf, Micro PC Pen, DAVID-
PenGIS, Map 500 of Grafisches Feld-
Informationsystem zijn de meest voor
komende kreten. Persoonlijk viel mij
op dat de ontwikkeling van dit instru
mentarium de laatste jaren erg snel is
gegaan. Wat kan de gebruiker ver
wachten? Een soort computer gekop
peld aan een inwinningsinstrument.
De ingewonnen data worden bij me
ting direct vertaald in de meegenomen
computer in het terrein. Vooral voor
de inwinning waarbij de oorspronke
lijke meting na verwerking in de kaart
geen rol meer speelt, is dit een prima
optie. De landmeter kan in het terrein
direct constateren of er voldoende
punten zijn gemeten om de meting in
de kaart te krijgen. Ook kan hij direct
zien of er meetfouten of coderings-
fouten zijn gemaakt. Bij de huidige
kadastrale metingen moet een extra
voorziening worden getroffen om de
originele gemeten data op te slaan. Er
zijn echter reeds fabrikanten die deze
werkwijze herkennen en hiervoor de
nodige voorzieningen in de software
gaan bouwen. Als dat allemaal naar
behoren en voldoende bedrijfszeker
werkt, is een pencomputer een optie
die zeer wel bruikbaar is. Ik heb het
volste vertrouwen dat op niet te lange
termijn de landmeter deze apparatuur
standaard mee het veld in neemt.
583
GEODESIA
1997-12
81 e Deutscher Geodatentag
in Karlsruhe