feit dat een eindproduct, zoals een Milieu Effect Rappor
tage, een regionaal verkeers- en vervoersplan of een ge
meentelijk aanslagbiljet, tot stand komt op basis van de
(deel) informatie die door meerdere zelfstandige organisa
ties beschikbaar wordt gesteld, is binnen het werkveld van
de vastgoedinformatievoorziening vaak al een normale
gang van zaken. Steeds vaker vinden immers hergebruik en
verrijking plaats van reeds beschikbare vastgoedinformatie
van andere organisaties. Typerend blijft natuurlijk het
organisatie-overstijgende karakter. Dat daardoor een span
ningsveld ontstaat tussen het individuele en gemeenschap
pelijke belang, spreekt voor zich.
Om toch te komen tot een verdere ontwikkeling van de
keten-informatisering zal zeker aandacht moeten worden
besteed aan de volgende succesfactoren:
het aanwezig zijn van consensus binnen de keten over de
toekomst en de strategische knelpunten, gekoppeld aan
inzicht in de bestaande knelpunten;
de erkenning dat men een gemeenschappelijk belangheefr,
dat ook gezamenlijk moet worden behartigd;
een traditie van samenwerking tussen de verschillende be
trokken organisaties;
een breed gedeeld inzicht in de mogelijke kansen en oplos
singen met de daarbijbehorende consequenties voor de
huidige eigen interne informatisering.
Gemeentelijke vastgoedinformatie
voorziening
Al vele jaren wordt regelmatig, en terecht, verkondigd dat
de vastgoedinformatievoorziening een belangrijk werkveld
is voor de gemeente. Daarbij wordt onder meer verwezen
naar de taken van de gemeenten die op dit gebied zeer om
vangrijk zijn, het feit dat veel geldstromen en ook budget
ten gerelateerd zijn aan vastgoed en dat ongeveer 80% van
de onderwerpen op de raadsagenda over het vastgoed gaan.
Tevens wordt het voor gemeenten steeds duidelijker dat zij
in het kader van hun eigen vastgoedinformatievoorziening
een groot aantal externe bedrijfsmatige relaties hebben met
andere organisaties. De gemeenten zijn daarbij zowel aan
bieder als afnemer van informatie. En gezien het feit dat de
gemeenten beschikken over een „schat aan informatie" die
steeds vaker ook digitaal beschikbaar komt, zal het aantal
nieuwe afnemers alleen maar toenemen. Wel zullen ge
meenten zich nader moeten beraden over de consequenties
van de keten-informatisering voor de huidige interne infor
matisering van de vastgoedinformatievoorziening. Primair
geredeneerd vanuit het keten-denken gaat het om de vraag
welke informatie elektronisch toegankelijk wordt, voor wie,
waarom, hoe en tegen welke prijs. Het belangrijke vraag
stuk van de toegankelijkheid van informatie [8] komt daar
mee aan de orde. De hiervoor gestelde vraag zal de gemeen
te moeten beantwoorden, zowel vanuit de rol van aanbieder
als van afnemer van informatie, waarbij dan ook nog het
keten-belang boven het individuele belang wordt gesteld.
Toegankelijkheid kan worden omschreven als het gemak
waarmee door een afnemer, zoals een externe organisatie
14
maar ook een burger of zelfs een ander
intern organisatie-onderdeel, daad
werkelijk van de mogelijkheid ge
bruikgemaakt wordt om informatie te
raadplegen en/of te verkrijgen. De
mate van toegankelijkheid van digitale
informatie wordt bepaald door een
aantal aspecten, zoals:
kenbaarheid en vindbaarheid van de
informatie. De zoekende organisatie
moet kunnen weten welke informa
tie bij welke organisatie in de keten
beschikbaar is en hoe en waar die
kan worden verkregen;
beschikbaarheid van informatie. De
informatie moet in een gestandaar
diseerde vorm zijn opgeslagen en
door de vragende organisatie via een
elektronisch medium of gegevens
drager benaderbaar zijn;
hanteerbaarheid. De zoekende orga
nisatie moet niet verdrinken in de
hoeveelheid of complexiteit van de
aangeboden informatie. De organi
satie moet, al dan niet ondersteund
door intelligente zoeksystemen, zelf
zijn weg kunnen vinden;
betaalbaarheid van de informatie.
De prijs van de informatie mag geen
belemmeringen opwerpen, afhanke
lijk van het belang van de informatie
in het maatschappelijk verkeer;
betrouwbaarheid van de informatie.
De ontvangende organisatie moet
kunnen vertrouwen op de door de
aanbiedende organisatie opgegeven
juistheid, volledigheid, kwaliteit en
authenticiteit van de informatie;
de informatie moet duidelijk zijn.
De informatie moet, qua inhoud,
context en presentatie, zo begrijpe
lijk mogelijk zijn voor de zoekende
organisatie.
De vraag die ongetwijfeld zal worden
gesteld, is in hoeverre gemeenten nu al
vorm en inhoud kunnen geven aan
deze aspecten van toegankelijkheid, en
wat de consequenties voor de gemeen
telijke vastgoedinformatievoorziening
zullen zijn. Natuurlijk is het zo dat
veel gemeenten thans druk doende
zijn hun eigen vastgoedinformatie
voorziening digitaal op orde te krijgen.
Zo is door de VNG in het voorjaar
van 1997 geïnventariseerd dat ge
meenten tot 70 000 inwoners steeds
meer uitgeven aan de genteentebrede
1998-1
GEODESIA
Toegankelijkheid van informatie
Het vastgoedinformatiebouw
werk staat in de steigers