Eerste ervaring met RTK bij Kadaster Amsterdam
Het Kadaster in Amsterdam heeft, in
samenwerking met het Geodetisch
Advies Bureau van het Kadaster in
Apeldoorn, in 1997 als eerste Kadas
tervestiging RTK ingezet voor produc
tie-doeleinden. RTK staat voor Real
Time Kinematic en is een meetmetho
de waarmee direct coördinaten geme
ten of uitgezet kunnen worden door
gebruik te maken van het satelliet-
plaatsbepalingssysteem Global Posi
tioning System (GPS).
Een RTK-uitrusting bestaat uit ten
minste twee GPS-ontvangers, twee
radiomodems en een data collector.
Eén GPS-ontvanger fungeert als basis
station en wordt op een vaste en vaak
bekende positie opgesteld. De tweede
ontvanger is de zogenaamde rover en
is de mobiele ontvanger. Het basis
station, de zogenaamde referentie-ont
vanger, zendt de fase-en codemetingen
via een radioverbinding naar de mo
biele ontvanger waar deze worden ge
combineerd met de waarnemingen op
de mobiele ontvanger. Hiermee wordt
een 3-dimensionale basislijn tussen de
referentie-ontvanger en de rover be
paald. Deze basislijn bestaat uit coör-
dinaatverschillen, waarmee de positie
van de mobiele ontvanger ten opzichte
van de referentiepositie wordt be
paald. RTK kan worden gezien als een
éénpersoons meetsysteem.
Aanleiding voor de toepassing van
RTK binnen het Kadaster vormde de
aard van het gebied van de Westein-
derplassen nabij Aalsmeer waar een
groot aantal (ruim 100) kadastrale
grenzen ingemeten moesten worden.
Het gebied bestaat uit een verzameling
van kleine eilandjes, wat betekent dat
het gebied moeilijk toegankelijk is en
dat toepassing van tachymetrie een
zeer complexe en tijdrovende bezig
heid vormt. Om deze reden is de keuze
gemaakt om RTK als inwinningstech-
niek te gebruiken voor het inmeten
van de grenzen. Overigens wordt naast
RTK ook de tachymeter gebruikt in
die gevallen waar RTK niet toepasbaar
is. In het onderstaande wordt beschre
ven hoe de meetopzet er uitziet voor
het inmeten van kadastrale grenzen.
René van der
Velden,
werkzaam bij
bet Geodetisch
Advies Bureau
van bet Kadaster
te Apeldoorn.
Meten in de praktijk
De meetsessie begint met het opstellen van de referentie
ontvanger van de RTK-apparatuur op een zorgvuldig ge
selecteerde en niet voor het publiek toegankelijke positie,
zodat verstoringen zo goed als uitgesloten zijn. Voor de
referentiepositie worden benaderde RD-coördinaten aan
genomen, een soort pseudo-RD. Hiermee wordt een lokaal
stelsel gedefinieerd dat later (zie verderop) aan de kaart
wordt aangesloten. De kaart is in dit geval een digitaal
bestand van de kadastrale kaart met de GBKN als topo
grafische ondergrond.
Wanneer dit is gebeurd, kunnen de daarvoor geschikte
grenzen met RTK ingemeten worden in het vooraf gedefi
nieerde lokale stelsel. Echter niet alle grenzen waren direct
geschikt voor RTK omdat bossen de ontvangst van de
GPS-satellieten verhinderde. Bovendien vormde de nood
zakelijke radioverbinding tussen de twee GPS-ontvangers
een beperkende factor, waardoor meten met RTK soms
onmogelijk was. Het feit dat het gebied dichtbij de lucht
haven Schiphol ligt, heeft zeer waarschijnlijk hierbij ook
meegespeeld.
In al die gevallen waarin het onmogelijk was de grenzen
direct met RTK in te meten, werden er in de directe om
geving van elk in te meten grens minimaal vier grondslag-
punten gelegd. Deze grondslagpunten werden vervolgens
gebruikt om de grens met de tachymeter in te meten. Het
aantal van vier grondslagpunten is nodig om de meting van
de grens middels tachymetrie gecontroleerd aan te sluiten.
Inmeten van
kadastrale grenzen
met behulp van
GPS.
31
GEODESIA '998-1