Ld ld A afzonderlijke meetpunten ook is. Er dient een goede balans te zijn tussen de puntdichtheid (bemonsteringsfrequentie) en de fluctuaties die in het terreinreliëf voorkomen en waarvan registratie voor de betreffende toepassing van be lang is. De kwaliteit van de reconstructie hangt ook af van de interpolatietechniek die men gebruikt om uit de ge meten punten de onbekende hoogten op gewenste posities te bepalen. De mate van voorkomen van uitschieters en punten die ongewenste objecten, zoals huizen, vegetatie en auto's representeren, zijn eveneens van invloed op de kwa liteit. Samenvattend kan worden gesteld dat de kwaliteit van een DHM samenhangt met het volgende complex van factoren: precisie van de afzonderlijke punten; puntdichtheid in relatie tot de fluctuaties in het terrein reliëf alsmede tot de gewenste nauwkeurigheid voor de betreffende toepassing; aantal uitschieters; aantal punten dat ongewenste terreinobjecten represen teert; interpolatiemethode. Binnen dit artikel beperken we ons voornamelijk tot de aspecten die de precisie van de afzonderlijke punten be ïnvloeden. We zullen ons daarbij richten op kwaliteits aspecten die samenhangen met het totale meetsysteem, in vloeden van de atmosfeer en effecten van de interactie van de laserpulsen met het terrein. Zijdelings staan we stil bij de aanwezigheid van uitschieters en het verwijderen van pun ten die ongewenste terreinobjecten representeren. Laseraltimeter Op dit moment zijn zes verschillende systemen operatio neel, elk met specifieke systeemkenmerken. Wanneer men in de literatuur beschrijvingen van laseraltimeters aantreft, zal het meestal gaan om één van deze operationele systemen (bijvoorbeeld [1]). Dat is ook het geval bij de systemen die in deze mini-serie beschreven staan [3]. Om te komen tot inzicht in de foutenbronnen van laseraltimeters trachten we hier de beschrijving zo algemeen mogelijk te houden. Een vliegtuiglaseraltimeter is een nrultisensorsysteem dat bestaat uit drie componenten (fig. 1): scannende laserafstandmeter (fig. 2); differentiële GPS om de positie van de laserafstandmeter tijdens opname te bepalen; traagheidsnavigatiesysteem voor de standsbepaling van de laserafstandmeter. I11 het navolgende bespreken we deze systeemcomponenten en hun foutenbronnen in afzonderlijke paragrafen. Een laserdiode in de sensor zendt pulsen uit met een fre quentie die kan oplopen tot 10 000 Hz. De pulsen hebben een lengte van 1 tot 10 NS (30 tot 300 cm), afhankelijk van het systeem. Door de hoge intensiteit van de puls alsmede de kleine straaldivergentie kunnen laserpulsen grote afstan den overbruggen, reflectorloos meten en hebben ze een kleine voetafdruk op de grond (straal ligt afhankelijk van de Fig. 1. Principe van een laseraltimeter- vlucht. De laser altimeter, voorzien van een scannende spiegel, bepaalt af standen van vlieg tuig tot terrein. Met GPS en INS worden de positie respectievelijk stand gemeten. De WGS'84-coör- dinaten van GPS worden naderhand naar een locaal stelsel. Voor Neder land is dat veelal hetRD/NAP- stelsel. vlieghoogte meestal tussen 10 en 50 cm). De golflengte ligt meestal in het nabije infrarood (gebruikelijke waar den zijn: 1.047, 1.064 en 1.54 micro meter). In tegenstelling tot radargol ven dringen golflengten in het opti sche bereik en nabije infrarood niet door materie heen. Ze zijn niet in staat om door een dicht wolkendek heen te dringen en ze weerkaatsen op bladeren van bomen. Wegens het feit dat een bladerdek over het algemeen niet hele maal gesloten is, zal bij bosgebieden in ongeveer een kwart van de gevallen een deel van de puls de grond raken. Omdat laseraltimeters actieve syste men vormen, zijn ze in staat om 's nachts opnamen te maken. De signaal-ruisverhouding (SNR) is een belangrijke maat voor het beschrij ven van de kwaliteit van een meet systeem. Bij een lasersensor beschrijft de SNR de verhouding van de hoe veelheid energie van de binnentreden de puls ten opzichte van de energie van de ruisinvloeden. De totale hoe veelheid energie die door de detector wordt opgevangen, is afhankelijk van: energie van de uitgezonden puls; atmosferische doorlaatbaarheid; oppervlakte van de voetafdruk; diffuse reflectie-eigenschappen van het terrein binnen de voetafdruk; oppervlakte van de detector-ope ning; sensitiviteit van de detector. 4 1998-1 GEODESIA Scannende laseraltimeter h local system

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 6