A Een exploratie naar de NAM De unieke afdeling XTD (Topografie en Tekenen) BEDRIJFSREPORTAGE surveying, GIS, profile landmeetkunde, GIS, reportage „Het is het brede spectrum van activiteiten dat de afdeling Topografie en Tekenen (XTD) van de NAM zo uniek maakt". Dat was Adriaan Houtenbos die dat zei, en zijn vijfenvijftig medewerkers lijken dat allemaal te willen beamen. De afdeling heeft: een vinger in de pap bij de planning en uitvoering van zo ongeveer alle activiteiten van de NAM zonder zelf ook veel metingen uit te voeren. Om de taak van de afdeling op juiste waarde te kunnen schatten, is enig inzicht in de totale taak van de NAM geen overbodige luxe. Adriaan die vele jaren over de wereld heeft gezworven om daarbij behulpzaam te zijn, kan daarover enthousiast vertellen. Kort samengevat bestaat de NAM- taak uit het exploreren en produceren van gas en olie. Onder exploreren val len alle activiteiten die te maken heb ben met het zoeken en vinden van plaatsen waar gas of olie voorkomt. Theo Scheele, redacteur. Het produceren omvat alle werkzaamheden van het uit de bodem halen tot het bezorgen bij de distributeur. Daar tussen en daarna is er ook nog het een en ander te doen waarbij de afdeling Topografie en Tekenen ondersteunt en daarom is er zo verschrikkelijk veel werk voor de geodeten. De exploratie: een zoekproces Eerst moet er een misverstand uit de wereld worden ge holpen: daar beneden zijn geen grote afgesloten ruimten waarin gas is opgeslagen. Er zijn geen oliemeren en zeker geen kamers waar vaten olie staan te wachten om te worden opgehaald. De olie of het gas zit in de poriën van poreuze gesteenten (meestal zandsteen) op ongeveer 4000 meter diepte en de lagen waarin dat voorkomt, zijn opgesloten onder ondoorlaatbare klei- of zoutlagen. De olie is ontstaan uit organische resten van kleine een cellige dierlijke en plantaardige organismen uit de zee, en aardgas uit plantaardig en dierlijk leven van miljoenen jaren geleden. De kunst van het opsporen bestaat in de eerste plaats uit het zoeken naar bo demsamenstellingen die aan die voor waarden voldoen en de eerste stap is dan ook die bodem tot grote diepte in kaart te brengen. Dat gebeurt met seis mologie en zwaartekrachtmetingen. De uitkomsten daarvan geven gede tailleerde computermodellen van de bodemopbouw tot wel 5 km diepte. Plooiingen en breukvlakken geven de geologen en geofysici aanwijzingen waar olie of gas gevangen kan zitten, zij interpreteren de verzamelde ge gevens. Bij gunstige indicatie moet een proefboring uitwijzen wat er nu precies in de poriën van dat gesteente daar beneden zit: olie, gas of gewoon water. Fig. 1. Het NAM-hoofdkantoor in Assen. 71 GEODESIA KEYWORDS TREFWOORDEN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 25