wordt gekeken, maar ook omdat wij dat zelf willen, zegt Adriaan. De NAM laat uitgebreid onderzoek doen en wij ondersteunen dit werk met plaatsbe paling, GIS-analyse en kaartvervaar diging. Het milieujaarverslag is een standaard onderdeel van onze bedrijfs voering en wij zijn er trots op dat wij vorig jaar daarmee een prijs hebben gewonnen. Ongeveer de helft van de proefborin gen leidt tegenwoordig tot definitieve productieboringen en in de voorberei ding tot een productiefase moet er ook weer veel gemeten worden. Er moeten locaties worden gebouwd voor bij voorbeeld boortorens of productie installaties. De gewonnen producten kunnen niet direct doorgepompt wor den naar de eindgebruiker, er zijn nog al wat tussenstations. Eerst gaan ze naar een verzamel- of behandelings plaats waar ze worden gezuiverd en op de juiste calorische waarde worden ge bracht. Vervolgens worden de onzui verheden eruit gehaald. Dan worden er leidingen gelegd waardoor de pro ducten worden getransporteerd. Dit alles vraagt overleg, vergunning- en aankoopwerk, meetwerk om het in het terrein te realiseren en werk voor de tekenkamer. Het plaatsen van boor- locaties op zee (offshore) is nog veel ingewikkelder. Reusachtige booreilan den en productieplatformen moeten via een veilige route naar hun bestem ming worden vervoerd en daar precies op de juiste plaats worden neergezet. Fig. 3. Seismologen en geologen kunnen zich met behulp van de verkregen gegevens een beeld vormen van het verloop van de gesteentelagen in de ondergrond. Enorm spannend als je bijvoorbeeld zo'n 350 m hoge toren als „Troll" door de Noorse fjorden mag navigeren en er gaat natuurlijk enorm veel meet- en onderzoekswerk aan vooraf. Tijdens de productiefase wordt alles onderhouden, leidin gen worden soms veranderd, verlegd of uitgebreid en daar bij moet altijd weer worden gemeten. Als een bepaald veld niets meer levert en de productie stopt, zijn we nog niet klaar. Dan moet alles worden opgeruimd en in de oor spronkelijke staat hersteld, locaties, en leidingen, waarvan een enorme klit spaghetti in de grond ligt. XTD houdt precies bij wat is opgeruimd. Bovenop de normale werkzaamheden komen nog veel extra karweitjes: presentaties maken voor Jan Publiek, rapporten voor milieubewegingen, provincies en gemeenten en het meten en verwerken van onverwachte ontwikkelingen. Om die grote hoeveelheid meet, teken- en rekenwerk snel, be trouwbaar en efficiënt te kunnen uitvoeren, zijn vijfenvijf tig mensen voortdurend in touw om de NAM-wereld op haar wenken te bedienen. Dat daarbij de overgang van ana loog werken naar digitaal een grote rol speelt, zal duidelijk zijn. Dat de ontwikkelingen op de GIS-markt heel inte ressante mogelijkheden biedt, zal niemand verwonderen. Over het aandeel in de verschillende fasen komen de vier onderafdelingen (XTD 12, 3 en 4) zelf aan het woord. GroupGIS en teambuilding (XTD/3) Onderafdeling XTD/3 is de datamanagement- en techni sche supportafdeling waaraan Jack Verouden leiding geeft. Jack streeft naar een centrale opslag van de ruimtelijke data in een „Spatial Relational Database", zoals ORACLE SDO. Hierin dienen zowel de geometrie als de attribuut informatie te worden opgenomen. De eindgebruiker heeft dan de keuze welke applicatie hij of zij wil gebruiken om de ruimtelijke data te benaderen voor visualisatie en/of ana lyse. Een belangrijk punt daarbij is het bewaken van de De rol van de onderafdeling is gericht op de onder steuning van de andere afdelingen. In concreto bestaat dat werk uit: topografische databestanden creëren en onderhouden; data en GIS-services verlenen; kwaliteitsbewaking van de data; user support leveren voor specialistische software; organiseren van trainingen voor de specialistische soft ware; implementeren van GIS binnen NAM. Hierbij moet worden opgemerkt dat GIS wordt gezien als een instrument voor de eindgebruikers om meer resultaat te halen uit de ruimtelijke informatie die NAM bezit. Om de gebruikersvriendelijkheid sterk te verho gen, wordt nu hard gewerkt aan een WEB-GIS. De drie belangrijke applicaties, de werkpaarden, zijn voor XTD: MicroStation, ORACLE en GroupGIS. GEODESIA 1998-2 Taak onderafdeling XTD/3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 27