A
Fig. 8.
Dwarsdoorsnede
van een stuk aard
bodem verkregen
door seismisch
onderzoek.
de situatie nadat een deel is opgeruimd. Wat er aan pijp
leiding uit is gehaald, blijft echter bewaard en kan zo weer
worden opgeroepen. Dat kan in verband met latere claims
voor vervuilingschade van groot belang zijn.
Er worden nieuwbouwkaarten gemaakt voor de aanleg, en
daarna kaarten voor het beheer van de leidingen. De topo
grafie daaronder wordt centraal bijgehouden, zodat alleen
de onderlaag wordt vervangen zonder dat de hele tekening
zelf moet veranderen. Ook voor de veiligheid (brand
preventie en gladheidsbestrijding) maken we rapporten
compleet met situatie- en routekaartjes voor de brandweer.
Op acht overzichtskaarten zijn alle NAM-locaties en kabels
en leidingen aangegeven. Voorheen werden hiervan offset
kaartjes gemaakt, maar deze verouderen snel doordat de in
formatie erop onderhevig is aan veelvuldige verandering.
Van alle locaties zijn detailkaarten op grotere schaal zicht
baar te maken en op aanvraag direct leverbaar. Je krijgt dan
de actuele informatie. Veel van het tekenwerk ontstaat uit
de gegevens die door de suivey-afdeling worden aange
leverd.
Op de geologische tekensectie zijn weer heel andere plaatjes te
zien. Allereerst een soort berglandschap op zijn kop. Het is
een exportbestand uit de interpretatiesystemen in gebruik
bij de geologen, waaruit geprobeerd wordt de juiste boor-
locaties te destilleren. Het gaat daarbij om breukjes en
welvingen in de verschillende gesteentelagen, maar je moet
wel erg deskundig zijn om daaruit iets te kunnen afleiden.
De bewerking van de kaartjes kan leiden tot een boorvoor-
stel en dat is een lijvig rapport. Het hele booivoorstel wordt
opgemaakt en geïllustreerd op deze afdeling met behulp
van DTP. Het zijn aantrekkelijk ogende boekwerken die de
geplande plaats van de boorlocaties aangeven.
Offshore (XTD/I)
Tot hiertoe zijn we met beide benen op de grond (of de
vaste wal) gebleven. Het wordt tijd iets te bekijken van de
NAM-activiteiten op zee, de offshore business. Ook dat
kan vanuit Assen en wel bij de afdeling XTD/1De NAM
haalt ook op het continentaal plat olie en gas uit de zee
bodem en daarvoor is weer heel andere specialistische ken
nis nodig. Lammert Zeijlmaker, met drie medewerkers,
begeleidt de hydrografische activiteiten voor de NAM. Net
als te land begint dat werk bij seismiek, ondersteunt men
Op het eerste werkstation worden met
behulp van een speciaal programma
uit DTM's volumeberekeningen ge
daan voor het bijstorten van grind na
bij de offshoreleidingen als daar teveel
zand is weggespoeld. Op een andere
pc is te zien hoe mutaties in de pijp-
leidinggegevens worden verwerkt en
bewaard. Je ziet daarop hoe de onder
grond eruitzag toen alle leidingen er
nog lagen en een ander bestand toont
Bij de NAM wordt onderscheid gemaakt in „leads en
prospectsLeads zijn gebieden waar mogelijk kan wor
den gezocht naar gas, maar waarvan nog niet veel be
kend is; prospects zijn gebieden waarvan men wat meer
de verwachting heeft dat er gas kan worden gevonden.
Alle leads en prospects worden in kaart gebracht. Dit ge
beurt op verschillende stratigrafische (aardlaagkundige)
niveaus, waarvan het Rotliegend het belangrijkste gebied
is. Het Rotliegend is een poreuze zandsteenlaag, onge
veer 250 miljoen jaar geleden tijdens het Perm-tijdvak
gevormd, die zich op een diepte van ongeveer 2500 tot
4000 m onder NW-Europa uitstrekt (fig. 8). Zodra een
prospect uitgroeit tot een (gas)veld, wordt het overge
dragen aan de betreffende business unit. Alle gegevens
van huidige en toekomstige velden, ongeacht of ze zich
in het prospect of leads stadium bevinden, worden in
een moederbestand bijgehouden. Verandert er wat in
een moederbestand, dan worden daarmee ook direct alle
afgeleide bestanden aangepast, het voordeel van de auto
matisering.
ken en de omliggende, minder goed
gefundeerde, NAP-bouten is een maat
voor de waargenomen klink.
Digitale tekenkamer
(XTD/4)
Deze afdeling neemt het tekenwerk
voor zijn rekening en is onderverdeeld
in drie secties, twee voor het geolo
gisch tekenwerk en één voor het karto-
grafisch werk. Hans Tetteroo beheert
het geheel en geeft er uitleg over. Op
de kartografische kamer van de sectie
staart een groot aantal beeldschermen
de bezoeker aan, trekpennen en hand
tekenmateriaal zijn er niet meer te vin
den, in een hoek liggen nog een paar
oude handmatig vervaardigde calques.
Op vrijwel alle pc's zijn kleurige over
zichten en tekeningen zichtbaar, die
de geneugten van het digitaal werken
demonstreren en geeft tevens een in
druk van de grote werkvariatie.
Op het eerste werkstation worden met
behulp van een speciaal programma
uit DTM's volumeberekeningen ge
daan voor het bijstorten van grind na
bij de offshoreleidingen als daar teveel
zand is weggespoeld. Op een andere
pc is te zien hoe mutaties in de pijp-
leidinggegevens worden verwerkt en
bewaard. Je ziet daarop hoe de onder
grond eruitzag toen alle leidingen er
nog lagen en een ander bestand toont
77
GEODESIA
1000 m
2000m
3000 m
4000 m
5000 m
1998-2
1 1 Carboon 280-350 mln
Leads en prospects
Legenda stratigrafie
I I Kwartair <2.5 mln I Jura 138-200 mln
II Tertiair 2,5-66 mln I I Trias 200-240 mln
CU Krijt 66-138 mln Perm 240-280 mln
N Breuk
■I Rotliegend (Perm)