A
volledige dekking van Nederland;
snelle beschikbaarheid;
nauwkeurigheid die overeenkomt met de huidige wen
sen;
geen veldwerk meer noodzakelijk en controles sterk ge
reduceerd;
geen problemen meer met landeigenaren die geen toe
stemming verlenen voor terrestrisch meten;
goedkoper dan traditionele methode (ongeveer 25% van
de oorspronkelijke prijs);
digitale beschikbaarheid maakt nieuwe toepassingen
mogelijk, zeker indien het bestand regelmatig wordt
geactualiseerd;
hetere algehele indruk van het reliëf;
één organisatie verantwoordelijk voor actualiteit en kwa
liteit.
Nadelen zijn er natuurlijk ook:
de zeer grote bestanden vergen krachtige computers en
veel opslagcapaciteit; daarom moeten afgeleide bestan
den worden vervaardigd, die als „hapklare brokken'
geschikt zijn voor bijvoorbeeld desktop pc's (met Arc-
View);
bodem van waterlopen door reflectie niet meetbaar;
grotere standaarddeviatie in reliëfrijke gebieden;
minder punten in bosrijke gebieden;
in hoge en/of dichte vegetatie geen goed beeld van de
werkelijke hoogte.
Voorbeelden van toepassingen van
hoogte bij DLG
In het landinrichtingsproject Krimpenerwaard [2] werd
bodemdaling berekend op basis van de traditionele meet
methode, dat wil zeggen waterpassing. De gegevens zijn
digitaal verwerkt. De Krimpenerwaard is een groot veen-
weidegebied. Het wordt begrensd door de rivieren Lek,
Vlist en Hollandse IJssel. Door de
moerassige bodem is in het verleden
een dik pakket veen ontstaan van 10
tot 14 m dik. Door de ontginning
ging het veen oxyderen en inklinken.
Daardoor werden de veenstroompjes
uitgediept voor een betere afwatering.
Uiteindelijk is land bedijkt, omdat
door de maaivelddaling de natuurlijke
afwatering niet meer mogelijk was.
Afhankelijk van de ontwateringstoe
stand en de samenstelling van de bo
dem vindt ook nu nog maaivelddaling
plaats.
In 1984 zijn in de Krimpenerwaard
hoogtemetingen verricht. Deze zijn
digitaal opgeleverd. De meting is met
een dichtheid van drie tot vier punten
per hectare uitgevoerd. Voor een bere
kening van het waterpeil was het
noodzakelijk om in 1994 hetzelfde ge
bied nogmaals op te nemen, maar de
kosten waren te hoog om dat met de
zelfde puntdichtheid te doen. Geko
zen werd voor de raaienmethode, ver
spreid over het gebied, in regelmatige
patronen. Zo konden we de opname
kosten binnen het budget houden. De
hoogtemetingen in de Krimpener
waard uit 1984 en 1994 waren dus
niet op dezelfde locaties gemeten,
maar met behulp van „ordinary point
kriging" is de maaivelddaling bepaald.
Hiervoor werden eerst de hoogtege-
gevens van 1984 geïnterpoleerd, ver
volgens die van 1994. Er is nu voor zo
wel 1984 als voor 1994 een dekkende
De hoofdtaken van DLG hebben betrekking op:
plannen, voorbereiden en uitvoeren van landinrichting
in Nederland;
adviseren van de overheid ten behoeve van de ontwik
keling van beleid;
werving, beheer en verkoop van gronden als gereed
schappen voor de verbetering van landbouw en de reali
satie van natuurontwikkeling;
aangaan van beheersovereenkomsten met boeren om
natuurlijke condities te stabiliseren of te versterken;
bereiken van multisectorale, regionale, rurale ontwikke
lingsplannen.
De dienst is al meer dan zestig jaar actief in Nederland (zij
het dat de naam en samenstelling een paar keer zijn gewij
zigd: Cultuurtechnische Dienst, Landinrichtingsdienst,
Landinrichting en Beheer Landbouwgronden, Dienst
Landelijk Gebied). Zij bestaat uit een centrale eenheid in
Utrecht, waar management, administratie, toepassings
gericht onderzoek en specifieke technische kennis zijn ge
concentreerd en uit elf provinciale kantoren die vooral
verantwoordelijk zijn voor de implementatie van de rura
le ontwikkelingsprojecten. De Dienst heeft gedurende de
jaren een instrumentarium ontwikkeld voor landinrich
ting, dat zowel een optimale ontwikkeling voor de doel
gebieden als maximale participatie van alle betrokken,
geïnteresseerde partijen garandeert. De meerderheid van
de ongeveer achthonderd medewerkers is opgeleid in ru
rale planning en ontwikkeling. Daarnaast is een groot
aantal gespecialiseerd in disciplines als hydrologie, draina
ge en irrigatie, civiele techniek op het gebied van weg- en
waterinfrastructuur, ecologie, en landbouweconomie en
-sociologie. De centrale eenheid en de provinciale kanto
ren worden sterk ondersteund op expertisegebieden als
financieel- en projectmanagement, computertechnologie,
kartografie, GIS (Arclnfo)-toepassing en landmeetkunde.
52
1998-2
GEODESIA
Landinrichtingsproject Krimpenerwaard
Hoofdtaken van DLG