De kaartintegrator Mutatiepropagatie tussen onafhankelijke topografische databases1) Gis-technology, cartography, databases Gis-technologie, kartografie, gegevensbestanden Eén van de doelstellingen van een kaartintegrator is het terugbrengen van de noodzaak van menselijke interactie bij mutatieverwerking van topografische objecten die in verschillende databases voorkomen. Dit artikel gaat over de ontwikkeling van een prototype om gebouwobjecten te laten bijhouden in twee onafhankelijk van elkaar ingewonnen en bijgehouden databases. Centraal staat hierbij de voorwaarde dat er een zekere overeenkomst moet zijn tussen de verschillende geometrische repre sentaties. Er is een zes-stappen-strategie ontwikkeld voor mutatiepropagatie, inclusief het opsporen van corresponderende gebouwobjecten. Problemen met betrekking tot aggregatie en generalisatie van gebouw objecten komen hierbij aan de orde. Het bijhouden van geo-databases en het gezamenlijk (her)gebruiken van geo-informatie zijn wellicht de ware uitdagingen voor de GIS-gemeen- schap, zoals Robert Laurini al aangaf op het EGIS'93-congres [2]. In een bredere context beschouwd is (her)ge- bruik van geo-informatie een aspect van kaartintegratie. Kaartintegratie is het combineren van kaarten uit ver schillende bronnen van een bepaald gebied teneinde iets nieuws met meer waarde te creëren [3] [4]. Het bouwen van een multifunctionele kaartintegrator is geen alledaagse acti viteit. Om kennis tjs verwerven over het kaartintegratie- proces richten we daarom onze aandacht op een „goed ge definieerde" objectkjlasse, namelijk gebouwobjecten (zoals woonhuizen, kantoren, garages, enz.). Het gaat hierbij om een prototype van een systeem voor het propageren van gebouwmutaties tusjsen twee topografische kaarten. Beide kaarten, GBKN en TOPlOvector, hebben verschillende bijhoudingscycli en worden ook gebruikt voor verschil lende doeleinden. Het belangrijkste verschil tussen de twee kaarten is de presentatieschaal: 1 1000 versus 1:10 000. Vervolgens worderi de correspondentietypen tussen de gebouwrepresentatiés in beide kaarten gecategoriseerd. Deze corresponden(:ietypen hangen samen met het selec teren en abstraheren van gebouw- objecten in het terrein, of meer for meel gesproken met de abstractieregels van een kaart. Abstractieregels, ook bekend als verkenningsregels, beschrij- ven het transformatieproces van de terreinobjecten naar de kaartobjecten. ir. F. A. van Wijngaarden, CMG Utrecht, drs. J. D. van Putten, Faculteit Informatica RUU, dr. ir. P. J. M. van Oosterom, concernstaf V&L Kadaster en ir. H. T. Uitermark, directie IGF Kadaster.2) Een andere belangrijke kwestie is de actualiteit. Om mutaties vanaf een be paald moment te kunnen propageren moeten eerst bestanden gesynchroni seerd zijn. Om beide aspecten - ab stractieregels en synchronisatie - tot hun recht te laten komen, is een stra tegie nodig voor het propageren van mutaties. Hiervoor is een zes-stappen mutatiepropagatie-strategie ontwik keld. Vervolgens wordt het gereed schap voor het vaststellen van cor respondenties besproken. Na het be handelen van een voorbeeld van muta tiepropagatie worden tenslotte conclu derende opmerkingen gemaakt met betrekking tot toekomstig werk. GEODESIA 1998-3 KEYWORDS TREFWOORDEN Een Engelse versie van dit artikel verscheen in [1]. Vertaling: Angèle van Spanjen. 2) E-mail voor correspondentie met de auteurs: uitermark@ kadaster.nl.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 15