Twee topografische kaarten In dit onderzoek wordt de propagatie van mutaties tussen twee verschillende topografische kaarten nader bekeken. Deze kaarten worden elk gemaakt door een andere organi satie en geven een nauwkeurige afbeelding van het terrein. Zo is er geen sprake van verplaatsing^an de afbeelding om kartografische redenen, alhoewel in de TOPlOvector som mige afbeeldingen vereenvoudigd zijn. De Grootschalige Basiskaart van Nederland, bekend als GBKN, wordt normaal gesproken gemaakt middels foto- grammetrische stereo-kartering, aangevuld met naverken- ning (met name voor gebouwen). De presentatieschaal is 1 1000. De kaart biedt bijna een landelijke dekking van alle gebouwen, wegen en waterlopen. De nauwkeurigheid van de GBKN is gedefinieerd in termen van relatieve preci sie: in landelijke gebied moet de relatieve precisie ten op zichte van twee duidelijk gedefinieerde punten beter zijn dan 40V2 cm, in bebouwd gebied beter dan 20V2cm [5]. Nadat de GBKN is vervaardigd, wordt deze continu bijge houden. In die zin is de GBKN actueel. Sinds medio 1997 wordt de GBKN, althans bij het Kadaster, naar een data base gemigreerd met een datamodel dat het mogelijk maakt om de „mutatiegeschiedenis" van alle objecten uit het be stand vast te leggen [6] De midschalige topografische kaart van Nederland, bekend Tabel 1. als TOPlOvector, wordt normaal gesproken gemaakt mid- Zes verschillende dels fotogrammetrische mono-kartering aangevuld met na- correspondentie- verkenning. De presentatieschaal is 1 10 000. Deze kaart typen. l-op-0 twee situaties zijn mogelijk: I. de oppervlakte van het gebouw is kleiner dan 3 m bij 3 m 9 m2 of 4 m in diameter, of II. in bebouwde gebieden: het gebouw ligt niet naast een toegangsweg en de oppervlakte is minder dan 50 m2. weer zijn er twee situaties mogelijk: I. in landelijk gebied: een gebouw groter dan 9 m2, maar kleiner dan 20 m2 [7], of II. in bebouwd gebied: een bijgebouw kleiner dan 50 m2 niet verbonden met het hoofdgebouw en niet in de buurt van een weg. l-op-l dit is één van de normale situaties: een GBKN-representatie komt overeen met precies een TOPlOvector-representatie (fig. 1, links). n-op-1 dit is een andere normale situatie: twee of meer GBKN-representa- ties komen overeen met precies een TOPlOvector-representatie, wat voorkomt wanneer gebouwen in het terrein minder dan 2 m uit elkaar liggen (fig. 1, midden). 1-op-n dit is een ongewone situatie. Komt voor wanneer de GBKN-repre- sentatie een serie van gebouwen, verbonden door bijgebouwen, voorstelt (fig. 1, rechts). Nieuwe TOPlOvector-abstractieregels vereisen nu dat dit als een gebouw wordt weergegeven; dus een 1 -op-1 -correspondentie. n-op-m dit is een situatie die voorkomt indien de kaarten niet dezelfde actualiteit hebben. 110 bestrijkt praktisch alle gebouwen, we gen, waterlopen en grondgebruik van het hele land. De nauwkeurigheid van de TOPlOvector is gedefinieerd in ter men van absolute precisie met betrek king tot het RD-net: de ligging van punten moet beter zijn dan twee meter. De TOPlOvector wordt om de vier jaar vernieuwd. De toestand van de TOPlOvector is daarom te be schouwen als een momentopname. Abstractieregels Abstractieregels beschrijven het trans formatieproces van de terreinobjecten naar de kaartobjecten. Abstractieregels definiëren welke terreinobjecten wor den weergegeven en hoe deze worden weergegeven. We beperken de discus sie hier tot gebouwen. Gebouwen in het terrein worden in de GBKN gecategoriseerd naar: hoofdgebouwen, dat zijn gebouwen met een adres; bijgebouwen, dat zijn gebouwen zonder adres, bijvoorbeeld garages en schuren. De GBKN-abstractieregels gaan ervan uit dat alle hoofdgebouwen altijd op de kaart dienen te worden weerge geven. Bijgebouwen worden op de kaart voorgesteld indien deze: in bebouwd gebied verbonden zijn aan een hoofdgebouw of gesitueerd zijn aan een (openbare) toegangs- Weg; in landelijk gebied: als de afmeting van een bijgebouw meer is dan 20 m2. TOPlOvector-abstractieregels gaan er van uit dat alle gebouwen op de kaart staan. Er zijn echter twee uitzonderin gen. Er vindt geen afbeelding plaats indien: de oppervlakte van het gebouw min der is dan 3 m bij 3 m 9 m2 of 4 m in diameter; het gebouw in bebouwd gebied niet gesitueerd is in de buurt van een toe gangsweg en een oppervlakte heeft van minder dan 50 m2. Merk op dat TOPlOvector-abstractie regels geen onderscheid maken tussen hoofdgebouwen en bijgebouwen. Wanneer de GBKN en TOPlOvector worden samengevoegd, zullen sommi- 1998-3 GEODESIA O -O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 16