Het Nationaal Wegenbestand 1:10 000
Het NWB is klaar. Wie is er klaar voor het NWB?
Waarom een Nationaal
Wegenbestand
GEODES1A'"8~3
gis/lis, networks, survey
gis/lis, nenyerken, overzicht
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Het Nationaal Wegenbestand (NWB) is ontstaan uit
een initiatief van het Coördinatiepunt Telematica van
het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het
Nederlands Normalisatie Instituut (NNI). Dit initiatief
is vervolgens verder uitgewerkt door de Topografische
Dienst, de Rijkswaterstaat, TeleAtlas en Navigation
Technologies. Deze vier organisaties beheren alle lands-
dekkende wegenbestanden, weliswaar voor verschillende
doeleinden (respectievelijk algemene topografie, verkeer
vervoer, en autonavigatie), maar met dezelfde concep
tuele basis (netwerk) en granulariteit (1 10 000). Zij
worden alle geconfronteerd met problemen op het
gebied van bijhouding (duur) en koppeling met andere
bestanden (lastig). Daarom besloten zij in een zoge
heten Letter of Intent om samen te gaan werken aan het
NWB, een referentiebestand dat genoemde problemen
kan helpen oplossen.
Inmiddels is de eerste fase van het
NWB-project afgerond: het TOP 10-
wegenbestand van de Topografische
Dienst is voorzien van de straatnamen,
huisnummers en andere gegevens uit
het VOR Locatie Netwerk (VLN), één
van de door de Adviesdienst Verkeer
en Vervoer (AW) van de Rijkswaters
taat beheerde wegenbestanden.Tijd
voor een momentopname.
Stel dat u een bestand heeft van alle
Nederlandse gemeenten met gegevens
over het aantal inwoners, opgesplitst
naar leeftijdscategorie. Stel dat u van
diezelfde gemeenten een bestand heeft
met het aantal scholen, en per school
het type en de capaciteit. Dan zal het
niet moeilijk zijn om met deze twee
bestanden een berekening te maken
ir. L. Heres,
lid expertisepool
hoofdafdeling
Basisgegevens
van de
Adviesdienst
Verkeer en
Vervoer van de
Rijkswaterstaat
te Heerlen.
welke gemeenten overcapaciteit hebben voor een bepaald
schooltype. Stel dat u daarnaast een bestand heeft met
gegevens over het aarjtal busreizigers per vervoersregio. Als u
nu samen met het eerstgenoemde gemeentebestand een
berekening wilt mahen van het relatieve busgebruik per
leeftijdscategorie per vervoersregio, dan heeft u daar een
hele klus aan omdat u de relaties tussen gemeenten en
vervoersregio's niet kent. Deze relatie kunt u alleen op een
omslachtige en handmatige manier leggen, bijvoorbeeld
door de grenzen van de gemeenten en vervoersregio's met
elkaar te vergelijken en door met behulp van een her
bemonstering (resampling) de gemeentelijke gegevens naar
de vervoersregio's te vertalen.
Dit voorbeeld toont: het grote gebruiksgemak aan van ge
gevens die dezelfde jteleenheid of referentie-eenheid gebrui
ken. Deze gegevens ljaten zich veel gemakkelijker integreren
en koppelen dan gegevens die zo'n gemeenschappelijke
basis missen. In verschillende sectoren maakt men reeds
geruime tijd een dahkbaar gebruik van dergelijke referen
tie-eenheden. Denk bijvoorbeeld aan het kadastraal perceel,
het postcodegebiedde provincie en de gemeente, hoewel de
laatstgenoemde door de veelvuldige gemeentelijke herin
delingen van de laatste jaren voor bestanden met een tijds
dimensie steeds miAder goed bruikbaar is. Een dergelijke
gemeenschappelijke referentie-eenheid ontbrak echter bij
bovengenoemde wégenbestanden. Daarom is het creëren
van zo'n eenheid in feite het hoofddoel van het NWB-
project. Deze referentie-eenheid wordt het Wegvak ge
noemd en komt overeen met de kleinste functionele een
heid die er op het detailniveau 1 10 000 kan worden
onderscheiden.
Het creëren van een verzameling referentie-objecten is
slechts het halve werk: daarnaast is er een verzameling
namen of codes nodig om de objecten eenduidig te kunnen
identificeren. Het zijn immers deze namen of codes die in
databases worden opgeslagen en in de communicatie tussen
databases worden gébruikt, niet de objecten zelf. Stel dat in
het ene bestand dei Nederlandse gemeenten zijn benoemd
met getallen tussen 1 en 999, en in een ander bestand met
127