De elementen waaruit het TOPlOwegen is opgebouwd,
vormen samen weliswaar een netwerk, maar het zijn echter
nog geen Wegvakken in de zin van het NWB. De TOPIO-
elementen corresponderen namelijk niet met verkeers
kundige eenheden, maar veeleer met eenheden uit het
1:10 000 kaartbeeld. Dit is in het bijzonder te merken bij
ongelijkvloerse kruisingen (fig. 2). Het TOPlOwegen kan
men met recht grafisch georiënteerd noemen.
Vervolgens gaat het TOPlOwegenbestand naar de Rijks
waterstaat (AW). Daar worden de elementen van TOPlO
wegen omgebouwd tot Wegvakken en worden er Wegvak-
nummers aan toegekend. Vervolgens wordt van ieder Weg
pak bepaald tot welke Straat, Woonplaats en Gemeente deze
behoort. De spelling van straat-, woonplaats- en gemeente
namen worden vanuit het PTT-postcodebestand8) over
genomen. Hierbij wordt geen letter zelf ingetikt, waarmee
typefouten worden voorkomen. De huisnummerreeksen
worden aan gemeentelijke bronnen ontleend. De kwaliteit
daarvan wisselt sterk. De grotere gemeenten hebben over
het algemeen goed onderhouden huisnummerkaarten, bij
de kleinere laat deze informatie vaak (veel) te wensen over.
Gemeentegrenzen worden ook van de Topografische
Dienst betrokken. De daarbij behorende gemeentenamen
komen, zoals hierboven gezegd, uit het postcodebestand.
Hetzellde geldt voor de woonplaatsnamen. De woonplaats-
grenzen vormen in zoverre een probleem dat zij niet volle
dig gedefinieerd zijn. Slechts de snijpunten met het wegen
net liggen vast, het tussenliggende verloop is niet gedefi
nieerd, want het is voor de PTT niet relevant. Dit tussen
liggende verloop wordt er door de AW ter plekke bij ge
definieerd.
Wegnummering en hectometrering worden betrokken uit
kaarten die door de wegbeheerders (Rijk of provincie) wor
den geleverd. Deze zijn in het algemeen goed up to date.
Men ziet: de AW trekt niet zelf het veld in om gegevens te
verzamelen, maar voegt de gegevens uit een aantal verschil
lende bestanden samen tot een halffabrikaat. Ik noem het
met opzet een halffabrikaat om te onderstrepen dat het hier
niet om een gebruiksklaar eindproduct gaat, maar om een
product dat nog verder uitgebouwd moet worden. Bijvoor
beeld tot een bestand dat geschikt is voor autonavigatie, of
tot een bestand dat zich leent voor ongevalsrapportage, ver
keersmanagement enzovoort. Voor deze specifieke toepas
singen dient er extra informatie aan het NWB te worden
toegevoegd.
Hoe wordt het NWB bijgehouden?
Het bijhouden van een bestand is op de langere duur be
langrijker en duurder dan het eenmalig creëren ervan. Het
is niet voor niets dat de DigWeg-partners zich in hun
Letter of Intent daarop richten. De Topografische Dienst
komt in principe iedere vier jaar met een nieuwe versie van
de TOPlOvector en de daarvan afgeleide TOPlOwegen.
Anders gezegd: ieder jaar wordt een kwart gedeelte ver
nieuwd. Voor een groot aantal gebruikers is dit echter niet
frequent genoeg. Zij verlangen een actualiteit van zes
maanden of zelfs frequenter.
Om aan deze wensen tegemoet te
komen, zal de geometrie van de wegen
ook uit andere bronnen worden bijge
houden. Deze bronnen zijn heel divers
en variëren van grootschalige techni
sche kaarten tot obscure plattegrond-
jes. De metrische kwaliteit van deze
bronnen varieert daardoor sterk.
Daarom krijgt ieder Wegvak dat op
deze manier is gemuteerd, een kwali
teitsindicatie mee. Nadat er een nieu
we versie van TOPlOwegen beschik
baar is, wordt de geometrie van dat
Wegvak vervangen door die van de
Topografische Dienst.
Fig. 2. Bij de bijhouding van de niet-metri-
Ongelijkvloerse sche gegevens ligt de prioriteit bij het
kruisingen. hoofdwegennet. Veranderde hectome
trering en wegnummering worden
binnen drie maanden aangepast. De
aanpassing van straatnamen en huis
nummers duurt gemiddeld langer.
Hoe wordt het NWB
aangeleverd?
Het NWB wordt aan derden geleverd
in de vorm van een exportbestand,
CD-ROM, diskette of per e-mail. Er
worden een aantal bestandsstructuren
en formaten ondersteund: één daarvan
is het GDF-format, de Europese stan
daard voor de overdracht van wegen
bestanden. Het voordeel daarvan is
dat het een neutraal format is, niet ge
richt op het product van een speciale
GIS-leverancier. Maar omdat een
groot deel van de potentiële NWB-
klanten gebruikmaakt van Arclnfo-
of Intergraph-systenten, wordt over
wogen om ook exportbestanden te
maken, die gebaseerd zijn op Shape en
DXF.
130
1998-3
GEODESIA
8) Dit is een bestand
dat vaak met de term
„niet-grafisch"
wordt aangeduid.
Het bestaat uit een
lijst van straatdelen
en van ieder straat-
deel wordt aange
geven tot welke
woonplaats en ge
meente het behoort.
Informatie over de
ligging in termen van
x,y-coördinaten
ontbreken echter.