TU Delft
zighouden met contractzaken en de ex
pansie van het bedrijf in het buiten
land.
Per 1 februari 1998 is dr. Hans-Gerd
Maas Maas (1959, Duitsland) aange
steld als universitair docent fotogram-
metrie en remote sensing bij de sub
faculteit Geodesie van de TU Delft.
Hij is de opvolger van dr. Tjeu Lem-
mens. Hij zal zich in het onderwijs
vooral richten op de remote sensing.
Dr. Maas studeerde Geodesie in Aken
en Bonn. Daarna was hij in diverse
functies werkzaam bij het instituut
voor Geodesie en Fotogrammetrie,
ETH Zürich, Zwitserland. In 1992
rondde hij zijn proefschrift af met als
onderwerp: digitale fotogrammetrie
bij 3-D stromingsmeettechnieken. In
1997 „habiliteerde" hij op het onder
werp: multi-beeldtechnieken in de di
gitale fotogrammetrie.
Per 1 september 1997 heeft dr. Tjeu
Lemmens de functie van universitair
docent GIS-Technologie bij de subfa
culteit Geodesie van de TU Delft aan
vaard. Daarnaast heeft dr. Lemmens
per 1 februari 1998 de positie van
technisch redacteur van het Geomatics
Info Magazine (GIM) op zich geno
men. Hij zal nog enige tijd redacteur
van Geodesia blijven.
De afstudeerscripties van de TU
Delft, Faculteit der Geodesie, zijn te
leen bij de bibliotheek, Thijsseweg
11, 2629 JA Delft, telefoon (015)
278 25 60 of 278 25 68.
M. J. H. de Vries
(Afstudeerdatum: 30-5-1997)
Het bepalen van het uitwendige
zwaartekrachtsveld van de aarde kan
worden geformuleerd als een rand
voorwaardeprobleem voor de Laplace-
vergelijking. Een mogelijkheid om dit
probleem op te lossen is het gebruik
van zogeheten randelementmethodes.
Zo'n methode is gebaseerd op een for
mulering van het randvoorwaardepro
bleem als een overeenkomstige inte
graalvergelijking op de rand. De eva
luatie van (quasi-)singuliere integra
len is hierbij een groot probleem. Men
spreekt van quasi-singuliere integralen
als het berekeningspunt niet op het
integratiedomein ligt maar er vlak bui
ten. De kernfunctie heeft dan een
hoge gradiënt. Met standaard nume
rieke integratiemethodes kunnen geen
nauwkeurige resultaten worden ver
kregen. Er bestaan verschillende me
thodes in de literatuur die alle zijn
gebaseerd op een parameter-transfor
matie zodat de kernfunctie gladder
verloopt. De methodes zijn onder an
dere: poolcoördinaten, poolcoördina
ten met hoek en radiale transformatie
(aangepaste poolcoördinaten), analy
tische integraal over radiale afstand
(Hackbusch), niet-uniform onderver
delingsschema en „voortzettings" me
thode.
Het blijkt dat vooral de aangepaste
poolcoördinatenmethode erg nauw
keurig is voor alle kernfuncties, hoe
wel er nog een kleine verbetering
noodzakelijk is. Verder kan worden
geconcludeerd dat zowel Hackbusch
als de „voortzettings"methode redelijk
nauwkeurig zijn, maar ook nog wat
verbeterd kunnen worden na verder
onderzoek. De overige methodes ge
ven hetzij slechte resultaten hetzij een
ingewikkelde implementatie zodat de
ze niet erg geschikt zijn voor verder
gebruik.
B. C. Dierikx
(Afstudeerdatum: 12-9-1997)
Tegenwoordig is er veel vraag naar
technieken om informatie over objec
ten in te winnen uit foto's. Deze infor
matie kan dan onder andere worden
gebruikt voor de vorming van 3D-
modellen. Een belangrijk gegeven
voor deze modellen is het al dan niet
parallel zijn van lijnen. In dit onder
zoek wordt het zoeken naar parallelle
lijnen geautomatiseerd. Door de per
spectivische vertekening in beelden
wórden parallelle lijnen zodanig afge
beeld dat ze een gezamenlijk snijpunt
in de foto krijgen, het zogenaamde
verdwijnpunt.
Iri het onderzoek worden van een ob
ject eerst de lijnen geëxtraheerd. Deze
lijnen worden getransformeerd naar
eq:n eenheidsbol. Op deze bol wordt
gezocht naar de verdwijnpunten. Dit
zoeken naar verdwijnpunten gebeurt
niet behulp van een array van cellen
die op de bol wordt gevormd. In dit
afray wordt informatie over de ligging
van de getransformeerde lijnen op de
bol opgeslagen. Met deze informatie
worden de verdwijnpunten berekend.
Uit experimenten die zijn uitgevoerd,
blijkt dat de methode goed werkt; de
verdwijnpunten worden gevonden.
De methode blijkt ook robuust te zijn
rpet betrekking tot de parameters die
tijdens het extraheren van de lijnen en
het berekenen van de verdwijnpunten
Worden gebruikt.
I. M. A. Hutten
(Afstudeerdatum: 12-9-1997)
Het instandhouden van een goed win
kelklimaat in een aantal minder goed
functionerende winkelstraten in Den
Haag wordt door de gemeente onder
steund. Het gaat hierbij om de Wa
genstraat/Stationsweg, de Boekhorst-
jstraat en de Weimarstraat. Er zal in
principe per straat een stichting wor
den opgericht en voor de straten teza
men een ontwikkelingsmaatschappij.
De ontwikkelingsmaatschappij zal in
opdracht van de stichting panden
kopen en huren in de straat. De stich
ting zal vervolgens bepalen welke
ondernemer invulling aan het pand
mag geven.
In het onderzoek is nagegaan wat voor
de stichting de meest geschikte werk
wijze is en wat de problemen kunnen
zijn na afloop van de subsidieperiode.
Eerst is gekeken naar de detailhandels
markt in Nederland, Den Haag en de
betrokken winkelstraten. Vervolgens
zijn andere ontwikkelingsmaatschap-
143
GEODESIA
1998-3
SCRIPTIES
Faculteit der Geodesie
Analyse van numerieke
methodes voor quasi-singuliere
oppervlakte-integralen
Extractie van verdwijnpunten
uit digitale beelden
Interventie in de vastgoedmarkt
van winkelstraten in het kader
van revitalisering van winkel
straten in de gemeente
Den Haag door non-profit
organisaties