richting van elke provincie preciseert de resultaten daarvan: welke proble men spelen er in elk deelgebied en in welke richting moeten we de „oplos sing" zoeken. Het Streekplan en de Nota Landinrichting hebben een de mocratische procedure doorlopen. Ze bieden dus een integrale afweging met op zijn minst een redelijk draagvlak. Streekplan en Nota Landinrichting (eventueel aangevuld met wat er al aan beleidsplannen bestaat) hebben ruim voldoende diepgang om daar de rand voorwaarden voor een landinrich tingsplan uit te halen. De enige mis sing link in zo'n werkwijze is de priori teit die een gebied moet krijgen en welke vorm van landinrichting er moet plaatsvinden. Wat met andere woorden ontbreekt, is per projectge- bied een rapport (de Zienswijze) zoals de Dienst Landelijk Gebied (DLG) normaal aanlevert als basis voor de plaatsing op het landelijke Voorberei dingsschema. De provincie zou zelf per projectgebied zulke Zienswijzen kunnen opstellen en aan de Nota Landinrichting kunnen toevoegen. In die Zienswijzen moeten dan de con crete doelen staan, hoeveel grond er moet worden aangekocht en een prio riteitsaanduiding op bijvoorbeeld een schaal van vijf. Met die suggestie als uitgangspunt komen we tot de volgen de voorstellen. Momenteel behoort tot de vaste pro cedure het opstellen van een reeks van deeladviezen (de bekende sectorrap porten over landbouw, recreatie, na tuur en landschap, enzovoort). Ieder- ook worden gestopt in extra toedelingsonderzoek ter onderbouwing van de Zienswijzen en het landinrichtings plan. Maar er zijn ook andere voordelen. Landinrichting op deze manier geeft een veel beter antwoord op de problemen die in een regio opduiken. Het imago van landinrichting als een „antwoord dat jaren te laat komt op een vraag die soms bijna vergeten is", kan daardoor veranderen in dat van een krachtig, dynamisch instrument om mogelijkheden te scheppen. Een derde, belangrijk voordeel is dat de korte tijd tussen aanvraag en afronding het draagvlak flink vergroot. Het resultaat sluit namelijk veel nauwer aan bij de (immers recente) wensen en de procedure wordt kernachtiger en in zichtelijker. Iedere belanghebbende weet daardoor beter waar hij of zij aan toe is. Zo'n vergroot draagvlak is des te belangrijker nu landinrichting naast het boerenbelang ook steeds meer dat van natuur, landschap, recreatie, enzovoort moet weerspiegelen. Kort gezegd, een forse besparing, beter maatwerk en een sterker draagvlak: dat zijn volgens ons de voordelen van deze aanpak. Veranderingen in de Aanvraag- en Voorbereidingsfase Een groot deel van de tijdsbesparing is ons inziens mogelijk in de Aanvraag- en Voorbereidingsfase van een landin richtingsproject en kan geboekt worden door (meer dan nu het geval is) al bekende informatie tot uitgangspunt te nemen. Een Streekplan geeft de wensen en keuzes aan van de poli tiek. Het komt niet uit de lucht vallen: de opstellers hebben uitgebreid hun voelhorens uitgestoken. De Nota Landin- Weg met de papierwinkel! Belangen van natuur en boer. 1998-3 GEODESIA Schrap de deeladviezen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 8