kwaliteit en kostenniveau gebeurt nu door de provinciale
besturen. Periodiek informeert de accountmanager het
provinciaal bestuur over de voortgang die wordt gemaakt
met de uitvoering van de prestatie-overeenkomst. Dit
kan aanleiding geven tot bijsturing (bijvoorbeeld aanpas
sing van de planning) door de provincie. Aan het eind
van het jaar legt de accountmanager verantwoording af
aan het provinciaal bestuur over de prestaties die dat jaar
zijn geleverd;
de centrale eenheid heeft naast de rol van aanspreekpunt
voor de landelijke opdrachtgevers met name de taak
gekregen om de provinciale eenheden te ondersteunen
bij de uitvoering van hun prestatie-overeenkomsten.
Deze ondersteuning betreft:
a. specialistische kennis die om reden van efficiëntie en
effectiviteit bij de centrale eenheid is gepositioneerd
(bijvoorbeeld specialistische kennis op het gebied van
economie, hydrologie, geografische informatiesyste
men, enz.);
b. activiteiten op het gebied van de interne bedrijfsvoe
ring (bijvoorbeeld personeel en opleidingen, finan-
cieel-economische zaken, informatisering, enz.).
Voorts is bij de centrale eenheid een team samengesteld
voor de ontwikkeling van beleid en strategie voor de lan
delijke organisatie.
Omdat een aantal provinciale eenheden te beperkt van om
vang is om de levering van gevraagde prestaties door de
provinciale besturen altijd te kunnen waarborgen, zijn vier
regionale eenheden gevormd. Deze regio's staan onder
leiding van een regiomanager, die tevens lid is van het
landelijk managementteam. De regiomanager heeft onder
meer tot taak binnen de regio de toewijzing van middelen
zodanig te organiseren, dat aan de opdrachten van de pro
vinciale besturen kan worden voldaan.
Voor- en nadelen van het Dl-akkoord
Door het Dl-akkoord heeft een grote verschuiving plaats
gevonden van verantwoordelijkheden en bevoegdheden
van de rijksoverheid/LNV naar de provinciale overheid.
Een belangrijk voordeel hiervan is dat de betrokkenheid
van de provinciale overheid bij landinrichting aanzienlijk is
vergroot. Sterker dan in het verleden zien de provincies
nu het landinrichtingsinstrument als een middel om hun
beleid, zoals aangegeven in streekplannen en provinciale
nota's in de praktijk te realiseren. De invoering van de
resultaten van de herijking van het landinrichtingsinstru
mentarium die dit jaar gaat plaatsvinden, zal deze mogelijk
heden voor de provincies verder vergroten.
Als tweede belangrijk voordeel van het Dl-akkoord kan
worden genoemd dat de besluitvorming over landinrich
ting (bijvoorbeeld prioriteitstelling van projecten) gebeurt
door politiek verantwoordelijke personen die hierover ver
antwoording moeten afleggen aan Provinciale Staten. Zoals
in de praktijk nu al is te zien, is landinrichting hierdoor
meer dan in het verleden onderwerp geworden van publiek
debat. Ook belanghebbenden (belangenorganisaties, parti
culieren) spreken gedeputeerden nu vaker aan op de ver-
156
antwoordelijkheden die zij door het
Dl-akkoord hebben gekregen.
Een risico dat aan het Dl-akkoord is
verbonden, is een mogelijke afname
van de belangstelling van de landelijke
politiek voor landinrichting. Enerzijds
kan dit de minister van LNV zijn, die
het programma- en apparaatsbudget
voor landinrichting jaarlijks beschik
baar stelt, maar mogelijk te weinig van
zijn beleidsdoelen uit het Structuur
schema Groene Ruimte gerealiseerd
ziet worden. Anderzijds kunnen dit de
Staten-Generaal zijn, die de minister
van LNV op een geringer aantal as
pecten betreffende zijn beleid op het
gebied van landinrichting kunnen
aanspreken.
Een gevolg van het Dl-akkoord dat
duidelijk negatief scoort ten opzichte
van de situatie van vóór het Dl-ak
koord, betreft de programmering van
projecten. Gebeurde dit in het verle
den onder een centrale regie van de
CLC, nu gebeurt dit in een samen
spraak tussen de provincies. Met na
druk stel ik dat deze nieuwe wijze van
programmeren niet ten koste is gegaan
van de kwaliteit van de programme
ring. Wel blijkt in de praktijk dat de
nieuwe wijze van programmeren min
der efficiënt verloopt dan in het verle
den. Dit is voor de provincies ook aan
leiding om te onderzoeken of met
behoud van de voordelen van het Dl-
akkoord de wijze van totstandkoming
van een IMP efficiënter kan.
Summary
Land development is now subject of
public debate
As a result of decentralization of land
development important powers of the
National Government have been trans
ferred to the provinces. At the national
level the Minister of Agriculture, Nature
Conservation and Fisheries decides on
the main lines of the land development
policy. Based on these main lines the
provinces define the policy frames under
which land development committees de
sign their proposals. The committees get
support in, among other things, project
management by the agency for sustain
able land and water management.
1998-4
GEODESIA