In de Landinrichtingswet die in 1985
van kracht werd, wordt niet meer ge
sproken van de landmeter van het
Kadaster, maar van „de ingenieur van
het Kadaster". In verband met de ver
zelfstandiging van het Kadaster is de
wet in die zin gewijzigd, dat de aanwij
zing van de ingenieur voortaan plaats
vindt door het bestuur van het Kadas
ter in overeenstemming met de minis
ter van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij (LNV). Over de taak van het
Kadaster wordt in de Memorie van
Antwoord aan de Tweede Kamer het
volgende vermeld: „De bijdrage van de
ingenieur van het kadaster aan de voor
bereiding van integrale landinrichtings
projecten betreft in het bijzonder het ver
schaffen van inzicht in de mogelijkheden
tot herverkaveling van de gronden in
wisselwerking met alternatieven voor de
overige te treffen maatregelen en voorzie
ningen. Zijn bijdrage bij de uitvoering
heeft betrekking op de kadastraal-regis-
tratieve en de landmeetkundige werk
zaamheden, alsmede op de werkzaamhe
den met betrekking tot herverkaveling
van gronden, waarbij de nadruk valt op
het plan van toedeling".
Intussen werd in 1982 het ontwerp
van de Kadasterwet bij de Tweede
Kamer ingediend. Aangezien de Ka
dasterwet ook de taken van het Kadas
ter aangeeft, werd de hierboven aange
haalde korte omschrijving van de
landinrichtingstaak van het Kadaster
ook in de bijlage van de Memorie van
Toelichting van deze wet opgenomen.
Daaraan werd onder meer nog het vol
gende toegevoegd: „Krachtens de land
inrichtingswetgeving verleent een inge
nieur van het kadaster bijstand aan in
die wetten genoemde organen. Via deze
bijstand van de ingenieur van het kadas
ter en zijn plaatsvervangers kan de over
heid bij haar taak voor de inrichting
van het landelijk gebied niet alleen ge
bruikmaken van de bij het Kadaster
voorhanden zijnde gegevens over regis-
tergoederen, maar ook van de deskun
digheid die bij die dienst voorhanden is
op het gebied van kadaster, opmetingen,
en dergelijke. Dit is in het belang van de
zorgvuldigheid die de overheid in acht
heeft te nemen inzake de rechten en be
langen van degenen die bij een landin
richtingsproject zijn betrokken als recht
hebbenden op onroerende zaken
Geconcludeerd kan worden dat de wetgeving in de loop
der jaren de belangrijke plaats die het Kadaster in de land
inrichting inneemt, heeft bevestigd. Over het instrument
herverkaveling wordt door sommige deskundigen wel
gezegd dat het meer ingrijpt in rechten en belangen van be
trokkenen dan onteigening. Dat blijkt ook uit de discussie
hierover bij de totstandkoming van de eerste ruilverkave-
lingswet. Herverkaveling verschaft aan de overheid de be
voegdheid om vergaand wijziging te brengen in de eigen-
doms- en gebruiksrechten op onroerende zaken. Herverka
veling wordt ook wel; gedefinieerd als planmatige wijziging
van de rechtstoestand in een gebied. Deze beschikkings
bevoegdheid wordt volgens de wetgeving toegekend aan de
voor het gebied in te stellen landinrichtingscommissie die
met de uitvoering van de inrichting wordt belast. De be
trokkenen in zo'n gebied genieten de bescherming van de
wetgeving met haaruitgebreide rechtsbeschermingsregels
en van het overheidsbeleid dat door de volksvertegenwoor
diging wordt gecontroleerd. Maar de herverkaveling geeft
daarbinnen aan de commissie een aanzienlijke vrijheid om
te beschikken over <jle eigendoms- en gebruiksrechten in
het gebied. Het lijkt daarom alleszins juist dat de wetgever
heeft bepaald dat voor het herverkavelingswerk de land
inrichtingscommissie wordt bijgestaan door een publiek
rechtelijke instantie als het Kadaster die een neutrale positie
inneemt ten opzichte van de belangen die spelen in het in-
richtingsgebied en die over de deskundigheid beschikt, die
vereist is voor de zoirgvuldige behandeling van de rechten
op onroerende zaken van de belanghebbenden in het ge
bied. Daarnaast beschikt het Kadaster uiteraard over de be
nodigde vastgoedinformatie en kan het Kadaster ervoor
zorgen dat het resultaat van de herverkaveling, zijnde de
over het algemeen zeer omvangrijke akte van toedeling, ge
lijktijdig met de instjhrijving van deze akte in de openbare
registers, is bijgewerkt in de kadastrale registratie. Het
rechtsverkeer in onroerende zaken is hiermee optimaal ge
diend.
Een voorbeeld
van een land
inrichtingsplan.
Op grond van het bovenstaande mag worden verwacht
dat het Kadaster oók zal worden betrokken bij de recon
structie van varkerishouderijgebieden (concentratiegebie
den), waarvoor thans een nieuwe wet op stapel staat. In de
uitgangspunten vopr deze wet is namelijk aangegeven dat
159
GEODESIA
1998-4
Landinrichtingswet 1985
Conclusie
HERINRICHTING
OUDDORP-WEST