het bij deze reconstructie onder meer gaat om bedrijfs-
verplaatsing en grondruil. Dat zijn de terreinen waarop het
Kadaster als geen ander thuis is. Het Kadaster kan bij
dergelijke processen borg staan voor een zorgvuldige be
handeling van de eigendoms- en gebruiksrechten op onroe
rende zaken van degenen die daarbij als belanghebbenden
zijn betrokken.
Decentralisatie van de landinrichting
en financiering van de werkzaamheden
van het Kadaster
De wet waarin de decentralisatie van verantwoordelijk
heden en bevoegdheden op het gebied van de landinrich
ting, grondverwerving en agrarisch natuurbeheer naar de
provincies wordt geregeld, zal vermoedelijk in het jaar
2000 van kracht kunnen worden. Op basis van afspraken
tussen het ministerie van LNV en de provincies wordt al
enige tijd zoveel mogelijk in de geest van de ontwerp-
decentralisatiewet gehandeld. Dit geldt ook voor de finan
ciering van de landinrichting. De decentralisatie houdt
onder meer in dat de provincies de beschikking krijgen
over het jaarlijkse landinrichtingsbudget in de vorm van
een brede doeluitkering (BDU). Dat is inclusief het budget
voor de werkzaamheden van het Kadaster. De wijze waarop
het jaarlijkse budget voor de werkzaamheden van het
Kadaster wordt bepaald, is zeer merkwaardig. Het werk
van het Kadaster is volgend op het voorbereidings- en uit
voeringsprogramma van de provincies. Toch wordt, voor
dat het landinrichtingsbudget wordt verdeeld over de pro
vincies, daarvan een deel afgesplitst ten behoeve van het
landinrichtingswerk van het Kadaster. Op deze wijze kan
het bedrag dat ten behoeve van de werkzaamheden van het
Kadaster beschikbaar komt, niet worden afgestemd op het
benodigde werk. Dat wordt namelijk pas duidelijk nadat in
samenhang met de verdeling van het landinrichtingsbudget
over de provincies de programmering van de landinrichting
door de provincies heeft plaatsgevonden.
Het ligt meer voor de hand om eerst de verdeling van het Discussie
totale landinrichtingsbudget over de provincies in samen- over het
hang met de programmering uit te voeren en vervolgens ontwerp land-
per provincie, uitgaande van die programmering, te be- inrichtingsplan.
kijken hoeveel geld er moet worden besteed aan de werk
zaamheden van het Kadaster en andere uitvoeringswerk
zaamheden.
Bij de huidige gang van zaken wordt het budget voor het
Kadaster voor de komende jaren - dus geheel onafhankelijk
van het uit te voeren werk - bepaald op basis van een plan
ning die in het kader van de begroting van het ministerie
van LNV voor het jaar 1997 is vastgelegd. Daarbij is zonder
enige toelichting of verklaring bepaald dat zal worden ge
streefd naar verlaging van het budget van ongeveer 34 mil
joen gulden in 1996 naar ongeveer 17 miljoen in 2000 en
volgende jaren. Hoewel in de toelichting op de begroting
sprake was van een streven, is de budgetverlaging in 1997
domweg daadwerkelijk toegepast. Het is duidelijk dat hier
door in 1997 vertraging is ontstaan in de voortgang van de
landinrichtingsprojecten en dat deze vertraging de komen-
160
de jaren verder zal oplopen als deze
financiering niet wordt bijgesteld. In
dien wordt overgegaan op financiering
van de werkzaamheden van het Kadas
ter zoals hierboven is aanbevolen, na
melijk vanuit het provincie-budget en
op basis van de planning van de uit te
voeren werkzaamheden, is het pro
bleem opgelost. Het probleem voor de
provincies en het ministerie van LNV
is echter dat op deze wijze de bezuini
ging die men ten laste van het Kadas
ter had willen laten komen, neerkomt
op een bezuiniging op de landinrich
ting als geheel. Toch zal deze realiteit
onder ogen moeten worden gezien, in
dien geen andere bronnen van finan
ciering beschikbaar komen en men de
voortgang van de landinrichting niet
in de soep wil laten lopen. Het Kadas
ter is in het kader van de besluitvor
ming over zijn verzelfstandiging ver
plicht om zijn landinrichtingswerk
kostendekkend uit te voeren en zolang
het werkpakket niet afneemt en het
Kadaster marktconform werkt, waar
over hierna meer, kunnen de benodig
de financiële middelen niet worden
verlaagd. Zo simpel is dat!
Nu liggen er bij de minister van LNV
voorstellen tot versnelling en vereen
voudiging van de landinrichtingspro
cedures als resultaat van de herijking
van het landinrichtingsinstrumen
tarium, die in de voorgaande jaren
heeft plaatsgevonden. Deze voorstel
len houden onder meer in een beper
king van de toepassing van het her
verkavelingsinstrument en betekenen
daarmee voor het Kadaster op den
duur een vermindering van de om
vang van zijn taak in de landinrich
ting. Maar het zal nog wel enige jaren
duren voordat dit effect zich in de
praktijk zal kunnen voordoen.
1998-4
GEODESIA