vinden binnen de volledige herziening De topograaf (Hans Hidding) op pad. om de vier jaar. Geodeten aan het werk Je moet er even naar zoeken want de geodeten zijn ondergebracht in de af deling topografie, weliswaar in een sectie geodesie, maar daarin speelt de fotogrammetrie eigenlijk de voor naamste rol. Ook vind je ze in een aparte afdeling Informatica die zowel de afdeling Topografie als Kartografie ondersteunt. Bert van den Hof wijst me de weg in deze doolhof, althans in de soorten werk die worden gedaan om de bestanden op peil te houden: de voorbereiding van een fotovlucht (elk jaar een kwart van Nederland), de be werking van de luchtfoto's als de vlucht is voltooid, het regelen van de naverkenning buiten en wat er daarna gebeurt met de arbeid die binnen en buiten is verricht. In tijdvolgorde gezien worden in het voorjaar de fotovluchten uitgevoerd. Omdat een kwart van Nederland nog al een aardig lapje is, worden daarbij drie luchtfotobedrijven ingeschakeld. Vanaf april komen de foto's (schaal 1 18 000) binnen, die dan twee wegen bewandelen: een vergroot exemplaar op schaal 1 10 000 gaat naar de topografen om het terrein te gaan bezoeken, een ander (kleiner) exemplaar wordt binnen aangepakt door de fotogrammeters. Zij zorgen voor triangulatie, ontschranking of stereoscopische uitwerking in daartoe beschikbare uitwerkingsinstrumenten. In de zomerperiode zijn binnen en buitenmensen dan ook tegelijkertijd met hun eigen deel aan de gang. Na derhand komen beide lijnen bij elkaar om de laatste fase in te gaan, met als einddoel het vervaardigen van een digitaal bestand dat over hét oude bestand kan worden gepro jecteerd, en waarin dan alle mutaties interactief kunnen worden verwerkt. Maar het buitendeel van onze arbeid, dat grotendeels op de fiets wordt uitgevoerd, is toch wel het leukste, zegt topograal Hannes Hidding, één van de 35 topografen die jaarlijks Nederland doortrekken. Dat gaan we dus eerst maar in de praktijk bekijken en even later verlaten we via|de achterdeur op twee dienstfietsen het Emmense TDN-kantoor. Hannes met één hand sturend, in de andere een vrjj groot plateau met een vergrote lucht foto waarop hij de afgelopen weken heeft aangetekend waar veranderingen hebben plaatsgevonden die onvoldoende aan de foto kunnen worden ontleend. Dat zijn er toch nog al wat. We komen langs nieuwe straatnaambordjes, een vrijliggend fietspad! dat apart moet worden afgebeeld, een groot verzorgingshuis dat is aangebouwd en soms kunnen plaatselijke benamjngen worden bijgeschreven. Hier en daar is er teveel schaduw op de foto en is het verloop van een plantsoenbegrenzing niet zichtbaar. Dat wordt erbij ge schetst. Af en toe j hanteert de topograaf een meetband, waarmee hij zich ojrk min of meer onder de geodeten mag scharen. Vaak is er overleg met collega's van gemeentelijke diensten waar veelj gegevens worden vergaard over plaat selijke benamingen, aantal inwoners en dergelijke, legt Hannes uit. Straatnamen en aanduidingen halen we van de bordjes en breedtes van fietspaden en sloten worden met de meetband gemeteri. Als dit buitenkarwei is geklaard, gaan we de verwerking ten kantore bezichtigen, het vectoriseren. Normaliter gebeurt die verwerking door een andere topo graaf. Dat heeft te maken met de zorg voor eenduidige ver werking, maar het is ook een controle. Van een ander zie je meer dan van jezelf. Verwerking van de terreinverkenning door topograaf Rhinaldo Bhailal. Op de sectie Geodesie zijn de luchtfoto's van dit gebied inmiddels voorbewerkt. De foto's zijn fotogrammetrisch verwerkt, dat wil zeggen getrianguleerd, en er heeft een blokvereffening plaatsgevonden. Kortom, er is een relatie gelegd tussen de foto en het terrein. Alle foto's van het ge bied worden metrisch gecorrigeerd voor de omvalling als gevolg van de velschillen in maaiveldhoogte. We spreken dan van orthofoto's. Hiervoor is het nodig over hoogte- gegevens te beschikken, waarvoor de digitale hoogtekaart 225 GEODESIA 1998-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 27