van Nederland van de Meetkundige Dienst van de Rijks
waterstaat wordt gebruikt en het daaruit afgeleide gevec-
toriseerde hoogtelijnenbestand. Het ontschranken van de
foto's gebeurt verder geheel rekenkundig nadat een aantal
punten in de foto is aangemeten. Het resultaat van de ver
werking wordt goed zichtbaar als na elkaar afwisselend op
het beeldscherm de oorspronkelijke foto en de ontschrank-
te foto worden getoond. De verkende foto's waarmee de
topograaf het terrein heeft bezocht, worden gescand op een
moderne en nauwkeurige scanner. Als dit nieuwe foto
bestand over het oude TOPlOvector-bestand wordt gepro
jecteerd, kan Hannes de mutaties die hij binnen (achter een
stereoscoop) en buiten (op de fiets) heeft waargenomen,
interactief verwerken, dat wil zeggen dat de opgetekende
informatie wordt gedigitaliseerd en aangevuld met codes
met nadere gegevens (weg, fietspad, groenvlak, enz.). Als
dit is gebeurd, is het TOPlOvector-bestand weer (een
poosje) actueel.
Kartografie
Het zijn niet alleen bestanden die door de TDN worden
gemaakt. Gelukkig worden er ook nog prachtige kaarten
gemaakt en dat geeft met name de kartografen bestaans
recht. De kaartschalen 1:10 000 en 1 25 000 worden
rechtstreeks uit het TOPlOvector-bestand vervaardigd,
andere kaarten ontstaan door generalisatie hiervan en dat is
een belangrijke vaardigheid waarvoor je echt kartografen
nodig hebt. Generalisatie is één van de belangrijkste bezig
heden van de kartograaf, zegt Nico Bakker, hoofd van de
afdeling Kartografie. Als je een kaart 1:10 000 wilt ver
kleinen tot 1 50 000, kun je dat niet ongestraft bereiken
door de eerste te verkleinen. Het wordt dan rommelig en
onleesbaar. Je moet vereenvoudigingen aanbrengen, zo
danig dat er een nieuwe kaart ontstaat die even goed lees
baar is als de oorspronkelijke. Dat betekent lijnen weglaten,
bochten vereenvoudigen, gebouwen samenvoegen, soms
zelfs figuratie verplaatsten of verschuiven en vaak ook wor
den andere symbolen of kleuren gebruikt. De werkelijk
heid wordt dus geweld aangedaan; het metrisch verant
woorde product waar de geodeet zo trots op is, wordt ver
vormd tot een weliswaar mooie maar toch hier en daar
minder nauwkeurige terreinweergave. Daarom is er ook
verschil tussen kartografen en geodeten. Die laatsten hou-
As lam bedient den zich meer bezig met kaartprojec-
de drukpers. ties, maar dat is eigenlijk ook vervor
ming.
Nico maakt met een aantal voorbeel
den het generalisatieproces duidelijk
en legt daarbij tevens iets uit van de
methoden die daarbij worden ge
bruikt, bijvoorbeeld een forse lijn van
een autoweg valt in het niet na vijf
voudige verkleining. De weg die in
het TOPlOvector-bestand een vlak is,
wordt geautomatiseerd omgezet tot
hartlijn. In het bestand van de nieuwe,
kleinere kaart wordt alleen de hartlijn
van de weg overgenomen en wordt
deze vervolgens programmatisch (in
MapPublisher) van een behoorlijke
breedte voorzien. De aanliggende
huispercelen die hierdoor in de ver
drukking komen of helemaal onder de
weg verdwijnen, worden door ver
schuiving weer zichtbaar gemaakt.
Soms moeten ook de achtergrenzen
wat mee verschuiven. Op de afbeel
dingenserie op p. 224 is dit het duide
lijkst te zien bij de beschouwing van
de huizen, eerst alle huizen apart, dan
per groep samengevoegd tot één, daar
na het hele dorp als geheel vlak ver
deeld door enkele straten en tenslotte
het hele dorp als klein gekleurd vlakje.
Op de afdeling Kartografie heeft sec-
tiehoofd/kartograaf Herman Loof een
prachtige uitstalling gemaakt van een
aantal manipulaties die hij met de
kaart van Terneuzen heeft uitgehaald.
Op het beeldscherm maakt hij duide
lijk hoe bij een kleinere kaartschaal
wat huisjes verdwijnen als de symbo
len die voor een zeedijk worden ge
bruikt, worden vervangen door andere
Een handjevol die bij deze kaartschaal gebruikelijk
TDN-producten. zijn. Er valt dan de nodige figuratie
226
1998-5
GEODESIA
v m IJ
tT-rrrrrrrif h v