Basisregistraties vastgoedinformatie in Almere: gebouwencartotheek; bestemmingsplannen; gemeentekadaster; plan topografie (alle nieuwbouwplannen); grootschalige topografie; kleinschalige topografie; aslijn-segmenten van de infrastructuur; kabels en leidingen; gebiedsindelingen (bijvoorbeeld CBS, postcode); adressen van alle verblijfsobjecten. kristallisatiepunten Maatschappelijke Objecten, Vastgoed, en Personen. Het is daardoor het belangrijkste identifice rende gegeven binnen de gemeente. De administratieve bestanden van gemeenten worden al jaren objectgericht bijgehouden in relationele databases. Dit gebeurt voor bijvoorbeeld de gebouwenregistratie, de kadastrale registratie en de bedrijvencartotheek op object niveau (verblijfsobject, perceel, enz.) Men heeft binnen de meeste gemeenten de vroegere werkwijze verlaten, waarbij middels een A4-tje met literair verantwoord proza alles aangaande een woning werd vastgelegd, en gekozen voor opslag in relationele databases. Die databases hebben een structuur, met als ingang het adres. Daarin worden alle relevante gegevens ordelijk bijgehouden in daarvoor be stemde velden. Voordeel van deze manier van opslaan is dat je niet het volledige stuk hoeft door te lezen 0111 bij voorbeeld het bouwjaar te weten, maar dat je dit direct kunt opvragen, en dat je daarvan bovendien alle mogelijke selecties kunt samenstellen. Het heeft gemeentelijk Neder land niet veel tijd gekost om te ontdekken dat de structu rele bijhouding van deze administratieve gegevens op deze wijze de enige juiste is. De bijhoudingskosten van goed ge structureerde data zijn ongeveer gelijk aan die van onge structureerde data. Raadplegen van gestructureerd opgesla gen data is echter veel efficiënter en dus goedkoper, en het biedt bovendien mogelijkheden die er vanuit analoge of ongestructureerde bestanden niet zouden zijn. Structuur in geometrie Om koppelingen te kunnen aanbrengen tussen administra tieve en geometrische gegevens, of tussen geometrische gegevens onderling, is het dus noodzakelijk dat ook de geometrische gegevens gestructureerd digitaal zijn opgesla gen. Op landelijk niveau is de afgelopen twee jaar het pro ject OOG (Onderzoek Objectgerichte GBKN) uitgevoerd, in opdracht van het Landelijk Samenwerkingsverband GBKN. Gezocht is naar de gemeenschappelijke behoeften van alle participanten voor een objectgerichte GBKN. De onlangs getrokken conclusie is dat de behoeften van de verschillende partijen nogal uiteenlopen en dat er op korte termijn onvoldoende meerwaarde is om landelijk tot ob jectvorming in GBKN's over te gaan. Dat neemt niet weg dat op gemeentelijk niveau een gestructureerde, object gerichte geometrie wel degelijk van belang is. Even een stukje historie over de groot schalige topografie bij de gemeente Almere. Vanaf 1982 is begonnen met het maken van domme digitale be standen. Al gauw daarna stelde de toenmalige directeur Gemeentewer ken de voor de hand liggende vraag: hoeveel mgras moeten we onderhou den in wijk X? Het was niet mogelijk vanuit de digitale bestanden een ant woord te genereren en we hebben heel wat handmatig werk moeten verrich ten om het gevraagde resultaat te kun nen opleveren. We hebben ons dus aanvankelijk beziggehouden met het automatiseren van een analoog proces, zonder verdere toegevoegde waarde. Vervolgens hebben we in 1983 een filosofie uitgewerkt om de topografie in digitale vorm objectgericht bij te houden. We zijn daarbij uitgegaan van de lijnenstructuur (de topologie), dus geen dubbele lijnen. Een punt, het kenpuntin het object (vlak, lijn of Structuur Geometrisch bestand Almere Fig. 3. punt) fungeert als relatie tussen het Coderen van geometrisch gevormde object en ande- vlakobjecten. re informatie uit allerlei verschillende databases. Als identificatie maken we gebruik van logische sleutels zoals adres en kadastrale aanduiding. De geometrie is opgebouwd door lijn- stukken, knooppunten en tussenpun- ten; vlakobjecten dienen altijd geslo ten te zijn en lijnobjecten aaneengeslo ten. We hebben dit vervolgens ver werkt in een eigen meetsysteem. Daar in meten we de topologische structuur en voegen we classificaties aan objec ten toe. Lijn- en puntobjecten worden „direct" gecodeerd. Het coderen van vlakken gaat via het kenpunt (of cen- troïde) met classificatiecode (fig. 3); we geven dus geen codes aan de lijn- 206 1998-5 GEODESIA Kenpunt Knooppunt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 8