Als locatie voor de GPS-referentiestations hebben we ge
kozen voor waterzuiveringsinstallaties van waterschappen.
Het betreft afgesloten terreinen waar telefoonlijnen aan
wezig zijn. Daarnaast hebben de hoofdgebouwen van de
waterzuiveringsinstallaties over het algemeen platte daken
waarop de GPS-antenne kon worden geplaatst. Hierdoor
was een vrije horizon gewaarborgd en was de kans op ver
storing van de antenne minimaal. Om de antenne robuust
op het dak te kunnen bevestigen, heeft een constructie
bedrijf stalen beugels gemaakt waarop de GPS-antenne kan
worden bevestigd. De beugel wordt door middel van bou
ten aan de balustrade van het dak vastgeklemd (fig. 1).
Fig. 2.
GPS-ontvanger,
computer en
randapparatuur.
Omdat de opstelling drie maanden zou moeten meten,
moest er een robuuste antennekabel komen. Hiervoor is
een coax-kabel (10 mm doorsnede) gebruikt. De kabel
wordt via een luchtkoker of raam naar de binnen-opstelling
geleid. De binnen-opstelling bestaat uit een Trimble 4000
SSE GPS-ontvanger die via een netvoedingsadapter met
het lichtnet is verbonden (fig. 2). De GPS-metingen wor
den direct met behulp van het programma Logst op de
1 Gb harddisk van de pc (laptop) geschreven. Logst is een
eenvoudig DOS-programma dat de GPS-data van de
Trimble 4000 GPS-ontvanger wegschrijft in aparte files.
Het programma is zo ingesteld dat elke twintig minuten
een nieuwe file wordt aangemaakt. De remote-aansturing
van het GPS-referentiestation geschiedt met behulp van
een creditcard-telefoonmodem en PCAnywhere. Dit is een
standaard-softwarepakket waarmee een pc op afstand kan
worden bestuurd. Het wordt bij dit project gebruikt om
data te downloaden en om de werking van het referentie
station op afstand te controleren. De GPS-data worden ge
comprimeerd met behulp van het programma Winzip. Met
betrekking tot het meten kunnen twee strategieën worden
gevolgd:
het GPS-referentiestation alleen laten meten indien de
vliegtuig-laserscanning daadwerkelijk plaatsvindt. Het
GPS-referentiestation moet dan telefonisch worden aan
gezet vlak voordat de metingen beginnen. Het voordeel is
dat de hoeveelheid data die moet worden opgeslagen, be
perkt blijft;
het GPS-referentiestation continu laten meten. Alleen
die data die nodig zijn voor de vliegtuig-laserscanning,
worden van de computer afgehaald. Voordeel is dat in
dien het GPS-referentiestation telefonisch niet bereik
baar is, er toch vliegtuig-laserscanning kan plaatsvinden.
292
Met het oog op bedrijfszekerheid heb
ben wij gekozen voor de tweede strate
gie. Dit heeft wel consequenties voor
de totale hoeveelheid data die door het
GPS-referentiestation worden opge
slagen. Bij een meetinterval van 0,5 se
conden en een minimale elevatie van
vijftien graden wordt per uur ongeveer
1,4 Mb aan GPS-data verzameld.
Wordt de minimale elevatie teruggezet
naar nul graden, dan betekent dit bij
na 2 Mb aan data per uur. Dit houdt
in dat er drie weken onafgebroken kan
worden gemeten voordat de harddisk
vol is.
Problemen
Bij het opzetten van de semi-perma-
nente GPS-referentiestations werden
we geconfronteerd met een aantal pro
blemen:
defecte ontvanger. Doordat het sys
teem op afstand wordt gecontro
leerd, werd dit snel opgemerkt en
kon het op tijd worden verholpen;
slechte telefoonlijnen. De telefoon
verbinding werd door PCAnywhere
regelmatig verbroken doordat de te
lefoonlijn slecht was. Dit was te ver
helpen door de baudrate (dit is de
verzendingssnelheid van de data) te
verlagen. De beste oplossing zou zijn
om ISDN-lijnen te gebruiken. Deze
waren echter niet op korte termijn
aan te leggen;
lange download-tijden. Dit kwam
door de lagere baudrate die moest
worden gekozen. Daarnaast moest
de minimale elevatie worden ver
laagd van vijftien naar nul graden,
wat resulteerde in aanzienlijk grotere
bestanden. Uiteindelijk is gekozen
voor het eenmaal in de week opha
len van de data met behulp van een
zipdrive. Dit is een backup-medium
met een capaciteit van 100 Mb per
schijf.
Aansluiting referentie
stations op RD/NAP
De GPS-referentiestations moeten
nauwkeurig worden vastgelegd in po
sitie (RD) en hoogte (NAP). De coör
dinaten van de referentiestations zijn
bepaald met behulp van fast-stadc
GPS. Voor elke provincie zijn de
GPS-referentiestations met behulp
van een GPS-grondslagnet aan het
1998-6
GEODESIA