A gekozen instrumenten worden niet door de ruimtelijke inrichting beïn vloed. De koppeling met de inrichting van het ruimtelijk plan is tevens be werkstelligd. Het ontwikkelde model is toegespitst op de situatie in de ge meente Leiden. Hieruit vloeit voort dat de modelvergelijkingen op Leiden van toepassing zijn en niet zonder meer overdraagbaar zijn naar andere gemeenten. Geconcludeerd kan wor den dat bij een bepaalde positieve bij drage en een aanvaardbaar risico het (beslissings)model, rekening houdend met de randvoorwaarden tijd, locatie, wetgeving en beleid, het betreffende instrument zal aanbevelen. Jolanda Mulder Van kaart tot kaart Aspecten van kaartprojecties en -transformaties in de praktijk (Afstudeerdatum 29-5-1998) Tensing is een bedrijf in Den Bosch, dat zich bezighoudt met het scannen en verwerken van kaarten voor ver schillende toepassingen. Voor de ver schillende toepassingen is het bij Ten sing veelal de bedoeling dat kaarten van aangrenzende en gedeeltelijk over lappende gebieden worden samenge voegd. Deze kaarten zijn meestal ge maakt aan de hand van verschillende kaartprojecties en verschillende refe- rentiegegevens. Om de verschillende kaarten aan elkaar te kunnen plakken, moeten deze worden getransformeerd naar een zelfde systeem. Tensing past de volgende werkwijze toe: de papie ren kaarten worden gescand. Aan het pixelcoördinatenstelsel dat ontstaat, wordt een geografisch coördinaten stelsel gekoppeld. Dit geografische coördinatenstelsel wordt berekend door de inverse kaartprojectieformules toe te passen op de kaartcoördinaten. De kaartcoördinaten zijn rechthoekige coördinaten die op de kaart staan weergegeven. Het is de bedoeling dat de berekende geografische coördina ten overeenkomen met de geografi sche coördinaten op de papieren kaart. Het blijkt dat dat niet altijd het geval is. Als de coördinaten niet overeenko men, zijn daar verschillende oorzaken voor mogelijk. In de scriptie worden verschillende mogelijke oorzaken met hun oplossingen behandeld. R. M. den Ouden (Afstudeerdatum: 29-5-1998) Subfaculteit der Geodesie TU Delft Nationaal Lucht- Ruimtevaart laboratorium De afdeling Vliegproeven en Veilig heid (W) van het Nationaal Lucht- Ruimtevaartlaboratorium (NLR) heeft reeds enkele jaren geleden het voor nemen gehad om bij de externe veilig heidsberekeningen voor luchthavens via het gebruik van CAD door te groeien naar het gebruik van een geo grafisch informatiesysteem (GIS). De ze ontwikkeling heeft echter tot dus verre niet plaatsgevonden vanwege be perkte tijd en middelen. De toepassing van CAD is wel van de grond geko men, maar de toepassing van GIS niet. In de huidige bedrijfsvoering is er ech ter nog steeds de wens om GIS toe te passen. Dit onderzoek vormt de eerste aanzet tot de ontwikkeling van GIS bij de risico-analyse. In dit onderzoek is een theoretische basis en een ontwerp van een GIS gemaakt. Uitgangspunt hierbij is de huidige situatie. Mogelijke toekomstige ontwikkelingen zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Het GIS is echter zodanig ontworpen dat de toekomstige ontwikkelingen niet zullen worden geblokkeerd. De rand voorwaarden bij ontwerp en imple mentatie zijn dat beide dienen plaats te vinden onder MicroStation en dat ge bruik wordt gemaakt van aanwezige gegevens. Uit dit onderzoek kunnen enkele con clusies worden getrokken. De huidige informatievoorziening voldoet niet aan de eisen die GIS stelt. Met name het ontbreken van een goede gege vensstructuur en het niet gebruiken van (relationele) databases vormen een obstakel voor een succesvolle invoe ring van GIS. Daarnaast is duidelijk geworden dat het CAD-pakket Micro- Station niet geschikt is om fundamen teel GIS toe te passen. Er kan een aan tal aanbevelingen worden gedaan. Ten eerste is het noodzakelijk dat het NLR een goede gegevensstructuur ontwik kelt en gebruik gaat maken van (rela tionele) databases. Op de tweede plaats verdient het aanbeveling ge bruik te maken van reeds op de markt aanwezige GIS-pakketten, waarop eventueel applicaties kunnen worden ontwikkeld. Deze ontwikkeling zou het NLR dienen uit te besteden aan deskundigen. Tenslotte dient het NLR ruim aandacht te besteden aan de opleiding van de werknemers die met GIS gaan werken. René Draaijer (Afstudeerdatum: 29-5-1998) Door de enorme vooruitgang op het gebied van de computertechnologie is een geheel nieuw vakgebied ontstaan. Dit nieuwe vakgebied heet Virtual Reality (VR) en houdt zich bezig met de visualisatie van 3D-modellen geba seerd op een al dan niet bestaande wer kelijkheid. De vraag is nu wat deze nieuwe technologie kan toevoegen aan de reeds bestaande GIS-systemen en hoe deze twee vakgebieden het best kunnen worden gekoppeld. In deze studie wordt gekeken wat de meer waarde van virtual reality ten opzichte van de traditionele GIS-systemen is en hoe deze meerwaarde het best met GIS kan worden gecombineerd. De kracht van een GIS ligt in de mogelijkheid om ruimtelijke gegevens te bevragen en te analyseren. In dit onderzoek is daarom ingegaan op de mogelijkheid 302 1998-6 GEODESIA Ontwerp en implementatie van een GIS voor externe veiligheidsberekeningen voor luchthavens GEISHA, GEographical Information System for Hazard Analysis near airports Bruikbaarheid van „virtual reality" in GIS-omgevingen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 52