A
„Prometeo" van Luciano Fabro (1986)
Onheuse E-baken en Landmeetstakenin een museum
Hans Janssen
voorheen
conservator
moderne kutist
van het
Bonnefanten-
museum.
Het Bonnefantenmuseum te Maas
tricht nodigde Luciano Fabro uit om
ter gelegenheid van de heropening van
het museum in mei 1987 een omvang
rijk werk uit te voeren in de grote zaal.
Dit werk „Prometeo" is met steun van
de Vereniging Rembrandt voor de col
lectie van het museum verworven.
Prometeo van de Italiaanse kunstenaar
Luciano Fabro is geen sculptuur in de
gebruikelijke zin. Het beeld bezit niet
de duidelijke begrenzing, de compact
heid of de duurzame constructiewijze
die wij gewend zijn te associëren met
het begrip sculptuur. Het beeld is dui
delijk zichtbaar ter plekke in elkaar
gezet, uit acht marmeren cylindervor-
men waaruit rood/wit gebalkte staken
de lucht in priemen. De staken zijn
onderling verbonden door een net
werk van acht lange, uitschuifbare
meetlatten.
Zowel de staken als de latten zijn in
strumenten die we niet zo vaak zullen
tegenkomen in een context van beel
dende kunst: het zijn attributen van
de landmeter, die ze gebruikt om een
beperkt stuk grond af te palen, te be
grenzen en in kaart te brengen. Fabro
leende deze attributen om ze te ge
bruiken voor zijn werk. Dat gebruik is
in strikte zin „onheus". Fabro plaatste
de landmeetstaken ondersteboven in de marmeren cylin
ders, met de punt omhoog in plaats van naar beneden in de
grond, de aarde. De meetlatten zijn op hun beurt niet in
hun gebruikelijke, yerticale stand gebruikt. Daardoor ver
liezen ze hun functie als hoogtemeters. In Prometeo krijgen
ze een nieuwe functie. Ze controleren de onderlinge plaat
sing van de marmeren cylinders en perken een terrein af,
dat daartussen ligt en binden zo de constructie tot een
geheel. De wijze waarop de meetlatten aan de staken ge
monteerd zitten, met dunne, aaneengeknoopte touwtjes,
geeft het totaal een voorlopig, haast provisorisch karakter.
De latten liggen op hun zijde, over elkaar heen gelegd op de
hoekpunten en onder elkaar doorgevlochten binnen de to-
taalvorm van het beeld. Hoewel ze de marmeren cylinders
onderling verbinden, geven ze ook mathematisch de ver
wijdering aan tussen deze vormen. De cylinders staan op
het oog onregelmatig opgesteld. Bijna alle staan ze iets uit
het lood; de staken versterken deze indruk. Het resultaat is
dat Prometeo, hoewel gebouwd op een stevige, uit acht
massieve delen opgebouwde basis, vooral in het bovenste
deel een wankele, desoriënterende indruk maakt. De con
structie van staken en meetlatten is, zo lijkt het, onder druk
van de twijfel tot stand gekomen.
Griekse mythologie
Prometeo.
(Foto: Van Sloun/
Ramaekers,
Maastricht.)
De titel van het werk verwijst naar de Titaan Prometheus,
de Griekse mythologische halfgod die op zekere dag de
mens vormde uit een homp klei. Aldus gedaan hebbende
kreeg hij Athena, de lievelingsdochter van de oppergod
Zeus, zover dat zij jie beeldjes leven inblies. Zeus kon dit
alles maar matig waarderen en onderdrukte de mens, met
name door hem het|vuur te onthouden. Prometheus kwam
te hulp en stal het vuur uit ofwel de
hemel ofwel de onderwereld, daarover
verschillen de mythen van mening.
Vervolgens leerde Prometheus de
mens allerhande technieken en kun
sten, hem aldus uithelpende boven de
domme, dierlijke staat waarin hij zich
tot dat moment bevond. De Prome-
theus-mythe geeft zo een antwoord op
de vraag „hoe kwam de mens aan zijn
gewoonten en gebruiken, hoe verwierf
de mens zijn cultuur en kennis?" Pro
meteo van Fabro geeft niet het verslag
van de mythe, maar verwijst naar deze,
achterliggende vraag. De staken en de
meetlatten verwijzen naar de land
meetkunde, de wetenschap waarmee
de mens zijn plaats in de wereld be
paalt om zich veilig te weten.
337
GEO DES IA
1998-7/8