Het marmer van de cylinders verwijst naar de zuil, het
teken bij uitstek van de klassieke cultuur. Hun functie als
drager van de staken en latten is solide. Zij reiken tot onge
veer het middel en vormen een stevige basis voor de on
zekere constructie die erop is gelegd. De plaatsing van de
zuilen kent een ritme en een ordening die we overduidelijk
kunnen zien als we de totaalvorm van bovenaf bekijken. Ze
blijken dan geplaatst te zijn op zodanige wijze dat een ge
lijkmatige vijfhoek en een gelijkzijdige driehoek ontstaan,
met steeds op iedere hoek een zuil. Gelijkvloers, wanneer
we van opzij tegen Prometeo aankijken, is deze meetkundi
ge ordening alleen verstandelijk te reconstrueren; de staken
en meetlatten zijn zo labiel en onzeker met elkaar verbon
den dat de strakke ordening van de meetkundige figuren
zich visueel niet prijsgeeft. Wanneer we de zuilen van
dichtbij bekijken, blijkt het oppervlak van verschillende
zuilen te bestaan uit een ribbelige structuur. Soms is een
bovenzijde, dan weer een onderzijde voorzien van een
plotseling inspringend, smaller gedeelte. De detaillering
lijkt mechanisch tot stand gekomen als gevolg van het
maakproces. Fabro, in een toelichting bij het werk uit okto
ber 1986: „(De) zuilen (heb) ik uit marmer geboord, zoals
men geologische grondmonsters neemt; zo zijn tekens, de
strepen, de onvolkomenheden van de ring aanwezig; slechts
enkele delen zijn naar eigen goeddunken bewerkt". Met
deze laatste opmerking doelt Fabro op de verfijnd gepo
lijste delen van oppervlak. Deze volgen merendeels de
zwartgrijze aders van het marmer in hun natuurlijk ver
loop. Detailgerichte, geconcentreerde aandacht die we hier
plotseling leren kennen als eigenschap van wel meer werken
van Fabro, de aandacht voor oppervlakken voorzover deze
de tastzin activeren en de toeschouwer volgens Fabro
„doen beseffen dat handen voelen", contrasteert hevig met
de functionele, door mensenhanden in het leven geroepen
kleuring van het bovendeel van de installatie. Daar wordt
door de kleuren rood/wit/zwart/grijs plastic en hout eerder
een rationele ervaring geactiveerd, een ervaring van maat,
onderverdeling en afstand.
Zo komt een geconcentreerde, gevoelsmatige ervaring
tegenover een analytische, rationele benadering te staan, op
een visueel te ervaren wijze. De gewaarwording van aan
wezigheid en plaats valt aan de ene kant af te meten aan de
gevoelsmatige ervaring van een oppervlak, een stuk aarde
dat door boring aan het daglicht kwam. Aan de andere kant
is er het meer wetenschappelijke begrenzen, dat door op
meten tot stand komt. Fabro: „Ons hele vorm-idee vindt
zijn oorsprong in een geologisch concept waarmee het
beeld van Prometheus verbonden is: de verhouding tussen
de aarde en de goden, conflict en de scheiding. Prometheus
is de aarde, ons vermogen er begrip van te krijgen, de geo
metrie is niets anders dan het rationaliseren van de aarde".
De onevenwichtige, weinig functionele plaatsing van de
instrumenten van de landmeter vormt een impliciet
commentaar op deze wetenschap, of eerder op de benarde
positie waarin deze zich vandaag de dag weet. Fabro: „Het
is de idee dat uit arbeid het verstandelijke ontstaat waarop
Prometeo de nadruk lijkt te leggen: ons begrip van de din
gen en het bezit nemen ervan, het construeren door onze
arbeid en ons denken, komen voort uit dezelfde soort in
tellectuele handeling. De rede op zich
en de rede van de dingen, die van de
idee en die van de kunst, die van de
moraal en die van de schoonheid, ont
wikkelden zich (immer) volgens een
zelfde metrum. Er was eenheid tussen
ons en de natuur: een zich spiegelen in
een cirkel van begrippen en dus ook
van de rede zelf. Dit alles valt uiteen,
komt onder verdenking te staan".
Tsjernobyl
In juni 1986 verduidelijkte Fabro,
naar aanleiding van een werk dat hij
op dat moment in Gent maakte, de
catastrofale gebeurtenis waar hij hier
boven alleen naar verwijst: „Na Tsjer
nobyl staat iedere formele voorstelling
op losse schroeven". In oktober 1986
voltooide hij Prometeo en kon hij deze
uitspraak toespitsen: „Er ontstaat een
shock in de verbeelding, we raken in
een formele leegte. Wij werken [als
kunstenaar - HJ] daarom niet in een
kritieke toestand, omdat wij nog altijd
met vormen werken, maar boven een
afgrond. Tot voor kort was ik geneigd
een humanistische houding aan te
nemen, een harmonie te scheppen, de
dingen te herschikken Nu [na
Tsjernobyl - HJ] lijken mij deze vor
men, hoe eenvoudig en zuiver ook, de
geformaliseerde eenvoud van de angst,
in hun onvolkomenheid. Wanneer je
bang bent, redeneer je niet dom of
wereldvreemd, maar er wordt niets op
gelost, niets geconcludeerd".
„De staken en meetlatten verwijzen naar de landmeet
kunde, de wetenschap waarmee de mens zijn plaats in de
wereld bepaalt om zich veilig te weten
Prometeo ontstond als beeld in 1986.
Het werk droeg vanaf het eerste mo
ment de titel die het nu ook nog heeft.
Fabro wilde het echter een tijd niet
aan de openbaarheid prijsgeven, niet
tentoonstellen, omdat het beeld zich
naar eigen zeggen teveel voor
deed als een raadsel, dat in het hoofd
blijft hangen zonder duidelijkheid te
geven". Na de fatale explosie in de
kerncentrale te Tsjernobyl viel het een
en ander op zijn plaats en wilde Fabro
het beeld prijsgeven. De zuilen, die als
boringen tevoorschijn komen uit de
aarde, zijn terechtgekomen op de vloer
338
1998-7/8
GEODESIA