De Landmeter De Landmeter van de Romeinse tot de Franse tijd PUBLICATIE H. C. Pouls368pagina's, 181 zwart/ wit-afbeeldingen, formaat 22,2 x 32,0 cm, uitgave Canaletto/Repro- Holland, Alphen aan den Rijn, ISBN 90 6469 7256, prijs f 80,-. Na jarenlange voorbereiding is begin 1998 de bovenstaande studie in een schitterende uitvoering verschenen. Op de voorkaft van dit werk staat het paneelschilderij met de landmeter Andries van der Wal (uit 1671) in kleur afgebeeld (fig. 1). De schrijver, die jarenlang werkzaam was bij de Technische Hogeschool Delft (thans TU Delft), beschrijft in een korte inleiding hoe hij ertoe gekomen is om over dit onderwerp te schrijven. Hij heeft in Delft jarenlang de verzame ling historische instrumenten mogen beheren. Toen hij probeerde om de instrumentenverzameling te beschrij ven, bleek hem dat er over oude land meetkundige instrumenten niet veel was gepubliceerd, vooral in de Neder landse taal. De door hem geraadpleeg de publicaties beschreven niet alleen de instrumenten, maar ook de geschie denis van het landmetersberoep. Na verloop van tijd had hij zodoende een behoorlijke hoeveelheid informatie verzameld, die hij ging gebruiken voor het schrijven van artikelen (onder andere in Geodesia en Caert-Thre- soor), het houden van lezingen en ten behoeve van colleges. Hierna ontstond het idee om deze gegevens te gaan gebruiken voor het schrijven van een boek. In de Algemene inleiding, doelstelling en verantwoording" lezen we dat de schrijver onder landmeter verstaat: „de man die zich, vooral op perceels niveau, bezighield met de grondboek houding en met metingen die verband houden met onroerend goed. Hij is degene die vanwege zijn vertrouwens positie beëdigd werd alvorens hij zijn taak mocht uitoefenen. Hij is de vak man op landmeetkundig gebied, die een proeve van bekwaamheid moest afleggen voordat hij zijn aanstelling kreeg. Hij is de man die in de middel eeuwen bekend stond als de gezworen landmeter van de landsheer, later werd Jan Stehouwer, secretaris werkgroep Geschiedenis der Geodesie. Fig. 1. De voorkaft van het boek. van hem vermeld dpt hij door een of ander Hof als land meter geadmitteerd was en in onze moderne tijd stond hij bekend als de landiheter van het Kadaster". Ook anderen die zich met landpeting hebben beziggehouden, zoals geografen, vestingbouwers, stadsbouwmeesters, militaire ingenieurs e.d. konten in het boek aan de orde, maar het zwaartepunt ligt bij de eerstgenoemde groep, dat wil zeggen de man die in offipiële stukken werd aangeduid met het woord landmeter. In de titel van het bpek is verder sprake van „de Nederlandse landmeetkunde". Hieronder verstaat de schrijver „de land meetkundige activiteiten, die op Nederlands grondgebied hebben plaatsgevonden". Daarnaast wordt in het boek ook aandacht geschonken aan het werk van Nederlandse land meters in het buitepland, hetzij in dienst van buitenlandse vorsten of regeringpn, hetzij in dienst van onze twee grote handelsmaatschappijen: de Oost-Indi sche of de West-Indische Compagnie, dat wil zeggen in die gebieden die we later koloniën zijn gaan noemen. De publicatie is daarna ingedeeld in negen verschillende delen, die ik kort zal be handelen. Deel IDe Romeinse tijd Na een algemeen geschiedkundig overzicht van de genoemde tijd behan delt de schrijver de Romeinse land meter, die afhankelijk van zijn taken werd aangeduid met de naam Mensor (letterlijk: meter), Metator (betekent ook: meter), dan wel Agrimensor (dat is letterlijk: meter van land). Hierna worden de gebruikte instrumenten behandeld, waarvan de Groma, een voorloper van het latere meetkruis, het bekendste is. Voor waterpassen maak te men gebruik van de Libra of Libella, een A-vormige timmermanswaterpas met schietlood; daar naast was er de Norma, een L-vormige haak. Afbeeldingen van deze instrumenten zijn onder andere aangetroffen op een grafsteen uit die tijd (fig. 2). Voor grote bouwwerken zoals aquaducten maakte men voor het waterpasten gebruik van de Chorobates, een in strument met een lengte van ongeveer zes meter. Deze instrumenten zijn bekend uit oude publicaties, de zoge naamde Corpus Agrimensorum Romanorum, dat zijn middeleeuwse kopieën van korte Romeinse verhandelingen over het landmeten, waarvan de oorspronkelijke teksten voor een deel reeds geschreven zijn in de eerste eeuw na Chr. Genoemd worden ook de boeken van de Romeinse architect Vitruvius, die leefde in de eerste eeuw voor Chr. Hij beschreef onder andere de Chorobates en de Hodo- van de iiiimii\m nu ui: must run 341 GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 35