landse overheidsdata-providers de
commerciële sector geen brood ziet in
het doen van investeringen die zorgen
voor innovatieve ontwikkelingen op
het gebied van de productie en ver
spreiding van geo-informatie. Een
tweede oorzaak is de onzekerheid over
de afloop van de discussie over com
mercialisering en de juridische situa
tie. Het is begrijpelijk dat er onder de
Nederlandse bedrijven terughoudend
heid heerst zolang de discussie over
commercialisering van overheidsinfor
matie nog niet beslecht is. Daarnaast is
het begrijpelijk dat commerciële be
drijven geen aanzienlijke investeringen
zullen doen zolang er sprake is van een
onzekere juridische situatie. Is het
voor bedrijven mogelijk van over
heidsinformatie opgewaardeerde in
formatieproducten te maken? En als
eenmaal de markt wordt opgegaan,
hoe kunnen bedrijven hun product
dan veiligstellen? Wanneer geen ant
woord kan worden gegeven op deze
vragen, zal dit remmend werken op
mogelijke ontwikkelingen.
Ten derde zijn de hoge prijzen voor
geodatasets van de overheid mede oor
zaak van een stagnerende GIS-markt
in Nederland [3]. Betalen van meer
dan de verstrekkingskosten remt het
gebruik van data [10]. „Vrije" ver
strekking van overheidsdata (zowel la
ge kosten als weinig tot geen restricties
op gebruiksmogelijkheden) geeft het
bedrijfsleven kans om op basis van
overheidsinformatie nieuwe informa
tieproducten te ontwikkelen. Com
mercialisering door de overheid (hier
te definiëren als „overheidsinstanties
die bij verstrekking van geodatasets
aan derden meer dan verstrekkings
kosten in rekening brengen") is juist
een drempel voor het gebruik van geo
datasets door zowel intermediairs als
(eind)gebruikers die extra waarde aan
de dataset toevoegen. Een laatste be
lemmering voor private bedrijven om
de geo-informatiemarkt te betreden,
zijn de strikte doorleveringsverboden
(waardoor in feite niets of nauwelijks
iets met de informatie te beginnen is)
en verplichtingen omtrent projectbin
ding. Een gebruiker die uit diverse
bronnen een nieuw geo-informatie-
product wil maken en dit wil door
leveren aan derden, moet een woud
van beperkingen kappen om dit mo-
Fragment uit Atlas
van Maine van de
firma DeLorme.
Dit bedrijf geeft
een hele reeks
gespecialiseerde
producten van de
staat Maine uit,
waarmee het
bedrijf waarde
toevoegt aan over-
heidsdatasets.
gelijk te maken. „De bijbel citeren is gratis, maar over
heidsdiensten hebbeji auteursrecht op hun (geo)data" [10],
Een treffende illustratie daarvan vinden we in het Karto-
graflsch Tijdschrift (998/2, waarin de TDN bij vrijwel elke
afbeelding (en dat zjjn er nogal wat) een aparte copyright
vermelding meende te moeten plaatsen
Een succesvol optreden van private bedrijven op de geo-
informatiemarkt lijkt alleen mogelijk wanneer juridische en
praktische obstakels' worden weggenomen. Er moet juri
dische bescherming zijn van geo-informatie tegen ongeoor
loofd gebruik en kopiëren, maar niet zo strikt als het
auteursrecht. Het is belangrijk dat belangen van de gebrui
ker niet in het gedrang komen en dat voor bedrijven moge
lijkheden open blijven op andermans informatie voort te
bouwen. De eerder besproken unfair competition principes
kunnen uitkomst bieden bij het vinden van een juiste
balans. Kansen voor bedrijven om de markt te betreden,
moeten open blijvpn en informatiemonopolies moeten
worden vermeden.
Uit het feit dat veel overheden het
„lastig" vinden om al hun informatie
beschikbaar te stellen, blijkt dat com
merciële organisaties (bedrijven) beter
dan overheden zelf geschikt zijn om
deze ter beschikking te stellen en con
tinue nazorg naar de gebruiker toe uit
te voeren. Producten kunnen op maat
worden afgeleverd en nazorg kan als
extra service bij het product worden
aangeboden. Meer dan nu zouden de
Nederlandse bedrijven het gat in de
markt moeten zoeken, dat de over
heden niet kunnen opvullen. Door
hun flexibiliteit kunnen bedrijven zich
toespitsen op de wensen van de klant
en de nieuwste ontwikkelingen op het
gebied van de informatie- en com
municatietechnologie. Het is daarbij
geenszins de bedoeling dat bedrijven
een tweede Kadaster, TDN of MD
gaan opzetten en een landsdekkende dataset (zoals AKR,
TOPlOvector of AHN) gaan maken. Het gaat hier om het
bewerken, combinéren, verbeteren en uitbreiden van be
staande „basis" datasets.
Tijdens het onderzoek in de VS is gebleken op welke wijze
de commerciële secjtor daar toegevoegde waarde aan data-
producten geeft (kader 2). Een andere mogelijkheid is dat
overheid en bedrijven samenwerken. Voor voorlichting,
marketing, distributie en after sales zouden overheden
partnerships kunnen aangaan met data-makelaars of met
bedrijven die data combineren dan wel waarde toevoegen
(value adding). Daarbij kunnen zowel werkzaamheden die
overheden voor derden verrichten en daarmee leiden tot
concurrentievervalsing ten opzichte van private aanbieders
van vergelijkbare diensten, als werkzaamheden van bedrij
ven die de primaite taken van overheden in het gedrang
GEODESIA
1998-9
rewer
Oplossingen en mogelijkheden
377