Informatiefuncties In dit hoofdstuk worden de informatiefuncties beschreven, die zijn ontworpen om de GMS intranet-applicatie te kunnen implementeren. De informatiefuncties zijn onder verdeeld in drie groepen, te weten: genereren kaartmateriaal. De informatiefuncties die be schrijven hoe het kaartmateriaal gegenereerd wordt. Deze functies worden geïmplementeerd in de ArcView-appli- catie; presenteren kaartmateriaal. De informatiefuncties die be schrijven hoe gegevens worden ontvangen van en ver stuurd naar een intranet-client. Deze functies worden geïmplementeerd in de MO-applicatie; interactie met kaartmateriaal. De informatiefuncties die beschrijven hoe de interactie met het kaartmateriaal wordt afgehandeld. Deze functies worden geïmplemen teerd in de Java-applet. Uitgangspunt bij het ontwerp van de informatiefuncties was dat in eerste instantie gegevens met betrekking tot de luchttemperatuur en de wegdektemperatuur kunnen wor den gepresenteerd. Beide temperatuurgegevens kunnen op twee manieren worden gepresenteerd. Een kaart van Nederland kan worden getoond, waarin vlakken worden ingekleurd op basis van temperatuur. Daarnaast kan een kaart van Nederland worden getoond, waarin het rijks wegennet wordt ingekleurd op basis van temperatuur. Beide kaarten zijn gebaseerd op een interpolatie van de ge meten temperaturen op de locaties van de meetstations. Voor de wegdektemperatuur is dit niet de meest juiste werkwijze. Eigenlijk zou voor de wegdektemperatuur een interpolatie tussen de meetwaarden van de meetstations moeten plaatsvinden op basis van een temperatuurprofiel van het tussenliggende wegdek. Omdat deze gegevens op dit moment niet beschikbaar zijn, is ervoor gekozen om toch de eerstgenoemde interpolatie te gebruiken voor de wegdektemperatuur. Fig. 3. Schermindeling. Bij het ontwerp van de informatie functies is een zodanige opzet geko zen, dat in een later stadium nieuw kaartmateriaal en nieuwe kaartlagen kunnen worden toegevoegd. De term kaartmateriaal wordt hier gebruikt voor de kaarten die gegenereerd wor den op basis de meetwaarden uit de GMS-database. De term kaartlagen wordt gebruikt voor kaarten die in de applicatie worden gebruikt als referen- tiegeometrie, bijvoorbeeld een kaart waarin de grenzen van alle dienstkrin- gen zijn opgenomen. Genereren kaartmateriaal Het kaartmateriaal dat door de MO- applicatie wordt gebruikt, wordt gege nereerd door de ArcView-applicatie. Deze applicatie maakt gebruik van Spatial Analyst, een ArcView-extensie waarmee een zogenaamd grid kan worden aangemaakt. De ArcView-ap- plicade is een batch-proces dat perio diek kaartmateriaal genereert, dat ge bruikt wordt door de MO-applicatie. De frequentie waarmee de ArcView- applicatie dit kaartmateriaal genereert, kan worden ingesteld in een configu ratiebestand. In principe was het ook mogelijk geweest om de ArcView- applicatie voor ieder verzoek van een intranet-client kaartmateriaal te laten genereren. Omdat het genereren van het kaartmateriaal echter minstens een halve minuut vergt (per type kaart), lijkt het niet verstandig om deze me thodiek te hanteren. De beperking van de gekozen methode is echter wel dat alleen reeds aanwezig (gegenereerd) kaartmateriaal kan worden getoond. Bij het ontwerp van de informatie functies is ervan uitgegaan dat enkele malen per uur (bijvoorbeeld vijf maal) nieuw kaartmateriaal wordt gegene reerd. De naamgeving van de bestan den wordt zodanig gekozen, dat na één uur de bestanden van een uur gele den worden overschreven. Daarnaast wordt van de laatste 24 uur per uur één set kaartmateriaal bewaard. Ook hier wordt de naamgeving van de be standen zodanig gekozen, dat na 24 uur de oude bestanden worden over schreven. Presenteren kaartmateriaal De MO-applicatie is een Visual Basic applicatie die zowel GIS-functionali- teit als internet-functionaliteit bevat. 384 1998-9 GEODESIA Knoppenbalk Schaal 1:1.400.000 5 januari 1997, 13:25 u. Kaart Overzicht Legenda

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 30