f De GIS-functionaliteit (MO-control) verzorgt het inlezen van het kaartma teriaal dat gegenereerd is door de Arc- View-applicatie en het inlezen van kaartlagen die dienen als referentie. De internet-functionaliteit wordt ver zorgd door de WebLink OLE-control. Deze ontvangt een verzoek van een in tranet-client en kan zowel bitmaps als tekstuele informatie terugsturen naar de intranet-client. De MO-applicatie ontvangt van de WWW-server (via de Map Extension) verzoeken van intra net-clients. Naar aanleiding van zo'n verzoek laadt de MO-applicatie het gevraagde kaartmateriaal en stuurt de ze (in de vorm van een bitmap) terug naar de intranet-client. penbalk de beschikbare functies activeren. Als naar aan leiding hiervan nietjwe gegevens nodig zijn, zal de Java- applet deze gegevenSj opvragen. Als een gebruiker del HTML-pagina van de GMS intranet- applicatie oproept, Jal het scherm worden onderverdeeld in vier vlakken. In fig. 3 wordt schematisch getoond hoe de schermindeling er uitziet. De functies en het (gebruik van deze vier vlakken zullen hieronder nader wofden toegelicht. Knoppenbalk De knoppenbalk bevat een achttal knoppen waarmee de gebruiker kan bepalen welke kaart wordt getoond en hoe deze kaart wordt getoond. Deze zijn voor Inzoomen, Uit- Fig. 4. zoomen, Verschuiven, Hele kaart en Info (als deze knop is Verloop lucht- ingedrukt en de gebruiker klikt op een rijksweg op de kaart, temperatuur. zal een dialoog worden getoond met daarin de naam van de rijksweg, bijvoorbeeld „RW4" of ,,RW13 Metingen: als deze knop wordt ingedrukt, zal een dialoog worden getoond, waarin de gebruiker kan aangeven voor welke metingen (luchttemperatuur of wegdektemperatuur) het kaartmateriaal rhoet worden getoond. Ook kan worden ingesteld of de meting moet worden gepresenteerd als temperatuurvlakkerj of dat rijkswegen moeten worden in gekleurd op basis van temperatuur. Help: als deze knob wordt ingedrukt, zal in de WWW- browser in een apart deel van het scherm een helptekst worden getoond, dïe uitleg geeft over het gebruik van de GMS intranet-appljcatie. De Java-applet (een Java-applicatie die draait in een WWW-browser) ver zorgt de user-interface functionaliteit aan de client-kant. Met deze applet is het mogelijk om bijvoorbeeld inter actief een rechthoek te tekenen op de kaart om in te zoomen. Ook kan met Java een dialoog worden getoond waarin de gebruiker bijvoorbeeld kan aangeven welke kaartlagen moeten worden getoond. De Java-applet wordt geladen door de WWW-brow ser doordat in de HTML-pagina een verwijzing is opgenomen naar deze ap plet. Als de applet is geladen, zal deze het scherm binnen de WWW-browser onderverdelen in een aantal vlakken (fig. 3). In deze vlakken worden de knoppenbalk, de legenda, een over zichtskaart en de kaart getoond. Ook zal de applet de beschikbare kaartlagen Fig. 5. en het beschikbare kaartmateriaal op- Wegdek- vragen. De gebruiker kan via de knop- temperatuur. 385 Legenda Op het moment daj: een kaart wordt getoond, zal de GMS intranet-applicatie ben bijbehorende legenda tonen in een vlak rechts naast dq kaart. Iedere keer als de gebruiker een kaartlaag toevoegt of verwijdert, of een andere meting selecteert, zal een nfeuwe legenda worden getoond door de GMS intranet-applicatie. In dit vlak kunnen geen selecties of bewerkingen wojden uitgevoerd. «t, 3. 0 o GEODESIA 1998-9 User-interface Interactie met kaartmateriaal ■E«öwm ftctirf vcwttuwlJ" 'Extreem fietst voorteek' "UhJLSESBBB SmkJÏBHuI

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 31