A richting, landinrichting en waarde bepaling van onroerend goed alsmede andere leden van de genoemde vereni gingen. Vanaf 15.30 uur zullen in twee paral lelle groepen twee verschillende the ma's onder de loep worden genomen. Men kan dus slechts in één van de twee hieronder genoemde thema's participeren. Een expert-meeting bete kent actief meedenken en meepraten. De bedoeling is dat uitwisseling van kennis en confrontatie met eikaars praktijkervaringen leidt tot ideevor ming die inspireert tot kwaliteitsver betering van het dagelijks werk. Twee inleiders per thema geven een korte af trap. Samen met van tevoren toege zonden materiaal moet dit een goede basis vormen voor een waardevolle bij eenkomst. Het programma ziet er als volgt uit: 15.00- 15.30 ontvangst; 15.30- 19.30 expert-meeting; 19.30 borrel en buffet. Deelnemers kunnen voor deze eerste expert-meeting kiezen uit één van de volgende twee thema's: het opzetten van investeringsstrate gieën. De noodzaak van een stedelij ke investeringsstrategie komt voort uit ingrijpende plannen van het Rijk voor herziening van het financiële stelsel rond de gebouwde omgeving. Om een gewenste ontwikkeling van de gebouwde omgeving mogelijk te maken zullen gemeenten een inves teringsstrategie moeten hebben, waarin de beleidsterreinen en de geldstromen onder meer op het ter rein van volkshuisvesting, stadsver nieuwing, economische ontwikke ling en grondbeleid gebundeld wor den. Hoe pak je zoiets aan? Wat moet erin staan? monitoring van waarde-ontwikke- ling. Deze monitoring kan wellicht bijdragen aan het verkrijgen van in zicht in de ontwikkelingen in de stad. Deze ontwikkelingen hangen samen met voorkeuren (waar wil men wel wonen en waar niet) en met economische ontwikkeling (welke bedrijfstak of welk deel van de stad doet het goed). Dat kan van belang zijn voor het overheidsbeleid om beslissingen in het ruimtelijk be leid te verbeteren. De systematische waardering in het kader van de WOZ biedt mogelijk kansen. Welke toegevoegde waarde biedt zo'n vorm van monitoring? Deelname aan deze expert-meeting kost, inclusief het gezamenlijke afslui tende buffet, 150,- voor leden van NVG of VYL en 175,- voor niet- NVG of WL-leden (incl. BTW). Deelname is alleen mogelijk indien men zich tevoren opgeeft. Men ont vangt dan vooraf een documentatieset ter voorbereiding op de bijeenkomst. Aanmelden kan bij Hilda Verwest (Subfaculteit Geodesie TU Delft), telefoon (015) 278 50 94, fax (015) 278 27 45. DLO-Staring Centrum, Instituut voor Onderzoek van het Landelijk Ge bied (SC-DLO), heeft in juni 1998 de derde versie van het Landelijk Grond gebruiksbestand Nederland (LGN3) afgerond. Dit bestand verschaft actue le en nauwkeurige informatie over het grondgebruik, die kan worden toege past in milieubeheer, waterbeheer en ruimtelijke ordening. Het nieuwe grondgebruiksbestand is gebaseerd op satellietbeelden uit 1995 en 1997 en vervangt LGN2, dat berustte op satel lietbeelden van 1992-1994. Het grondgebruik wordt weergegeven in vijfentwintig klassen. Nieuw voor LGN3 is de klasse bebouwing in agra risch gebied, die in de eerdere versies ontbrak. Het LGN3-bestand bestaat uit ele menten van 25 m bij 25 m en bedekt geheel Nederland. De verandering van het grondgebruik, bijvoorbeeld door stadsuitbreiding, is van belang bij het opstellen van nationale en provinciale plannen en verkenningen. Het be stand wordt daarom gebruikt door plannenmakers van verschillende rijksdiensten, bijvoorbeeld bij het op stellen van nationale watersysteemver kenningen en waterhuishoudingsplan nen. Verder gebruiken provincies de informatie bij het maken van regionale plannen voor milieu en ruimtelijke ontwikkeling. De Vrije Universiteit organiseert, in samenwerking met een aantal bekende buitenlandse universiteiten, een post doctorale deeltijdopleiding in GIS (UNIGIS). Deze deeltijdopleiding is gebaseerd op afstandsonderwijs en kan toegang geven tot de internationaal er kende titel „Master of Science in Geo graphical Information Systems". De nieuwe leergang start in september 1998 en duurt twintig maanden. Inlichtingen: UNIGIS, vakgroep Ruimtelijke Economie, Vrije Univer siteit Amsterdam, telefoon (020) 444 60 99, fax (020) 444 61 25, e-mail: Unigis@econ.vu.nl, website: http://yen.econ.vu.nl/unigis. De Nederlandse registerloodsen die grote zeeschepen het Rotterdamse en Amsterdamse havengebied binnenlei den, maken vanaf juni 1998 gebruik van een nieuw navigatiesysteem. Het HAvenNAderingsSysteem (HANAS) is preciezer en goedkoper in onder houd dan het oude Decca-systeem, ook wel de brownbox genoemd. „De grote zeeschepen zijn tussen de 280 en 350 meter lang. Zij zijn strikt gebonden aan vaarroutes, geulen en getijden. Jaarlijks passeren in de Rot terdamse Euro- en Maasgeul ongeveer 360 van dergelijke schepen. In de Am sterdamse IJ-geul zijn dat er ongeveer 100. De loodsen die deze schepen be geleiden, maken aan boord van het schip gebruik van een onafhankelijk navigatie-instrument om de positie van het schip te bepalen", legt project leider Leo van der Harst van het direc toraat-generaal Goederenvervoer van Verkeer en Waterstaat uit. „Het oude Decca-systeem heeft het nadeel dat de plaatsbepaling 's nachts verschilt van de bepaling overdag. Deze afwijking is het gevolg van de temperatuurwisse ling van de aardkorst en de weersom standigheden, waardoor de nauwkeu righeid van het peilsignaal wisselt. De loodsen moeten hierdoor soms onno dige manoeuvres maken, omdat ze over onjuiste informatie beschikken. Daarom heeft Verkeer en Waterstaat 414 1998-9 GEODESIA Landelijk grondgebruiksbestand is weer bij de tijd UNIGIS: nieuwe leergang Post graduate Diploma MSc in GIS Loodsen gebruiken nieuw navigatiesysteem

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 60