Mini -serie Landinrichting (7) De herijkte gereedschapskist „Landinrichting" rural planning, policy, survey landinrichting, beleid, overzicht Landinrichting staat aan de ene kant in de belangstelling van de beleidsontwikkelaars, maar aan de andere kant onder druk als langzaam en weinig flexibel instrument. Aanpassing van het instrument en wijziging van het gebruik ervan werden beoogd met de in 1995 gestarte „herijking landinrichting". Het rapport met de resultaten is in 1998 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hoewel de in het rapport voorgestane werkwijze aan leiding zal geven tot een groot aantal wijzigingen in de wet, kan een groot deel ervan al binnen het huidige wettelijke kader worden vormgegeven. De praktijk heeft trouwens niet gewacht op het verschijnen van het rapport, en op vele plaatsen wordt dan ook al (gedeeltelijk) volgens deze inzichten gewerkt. Aan de hand van het rapport „Herijking landinrichting" zullen de „nieuwe" werkwijzen in dit artikel worden besproken. waren afgerond, soms enkele jaren werden bevroren, voor dat met de uitvoering werd begonnen. De recente landinrichtingspraktijk vindt haar oorsprong in de Landin richtingswet, die in 1985 na een zeer lange voorgeschiedenis in werking trad. De wet nam duidelijk afstand van de puur op de landbouw gerichte ruilverkavelingswetten, maar deed dit vooral door de introductie van een loodzware voorbereidings- en planvor mingsfase voorafgaand aan de uitvoe ringsfase, waarin niet zoveel werd ver anderd. Met name rond de herverka veling wijzigde er weinig, en bleef de landbouwkundige invalshoek domi neren. De toch al lange looptijd van de grote projecten uit die tijd (met als „hoogtepunt" de Alblasserwaard), liep door de vele stappen in de voorberei dings- en planvormingsfase nog verder op. Bovendien ontstond er door be zuinigingen zo'n druk op het landin richtingsbudget, dat projecten waar van de voorbereiding en planvorming mr. ir. J. A. Zevenbergen, universitair docent geo-informatie en grondbeleid aan de TU Delft, Subfaculteit der Geodesie. De lange looptijden leidden er bovendien toe dat bij de afronding van een jaroject een situatie was gerealiseerd, gebaseerd op de beleidsinzichten van zo'n twintig jaar eerder. Met name op het gebied van natuur en landschap leidde dit tot grote fricties, omdat intussen het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur hoge politieke priori teit had gekregen. Uiteindelijk is er toen voor gekozen om realisatie daarvan (deels) in lopende projecten in te bren gen, hetgeen extra vertraging en onrust in de streek veroor zaakte. Ook nieuwe 'beleidsinzichten op het gebied van de waterhuishouding en het milieubeheer legden nieuwe claims op de landinrichtingspraktijk. Alle goede bedoelin gen en plannen ten spijt maakte de Commissie Multi functionaliteit Landinrichting in 1990 nog eens duidelijk dat de uitvoeringspraktijk nog steeds sterk op de landbouw was gericht, terwijl er behoefte was aan een multifunctio nele aanpak. Ondertussen nam de financiële druk op het landinrich tingsbudget verder tpe en werden de subsidies voor allerlei maatregelen en voorzieningen verlaagd of afgeschaft. Zelfs afschaffing van de landinrichtingsrente (waarbij de recht hebbenden het niet (gesubsidieerde deel van landinrichting over 26 jaar met een: effectieve rente van ongeveer 3,5% per jaar afbetalen) wercj overwogen. Ondanks alle problemen met en kritiek op landinrichting groeide de belangstelling voor landinrichting! buiten de landbouwsector, vooral bij de beleidsterreinen natuur en milieu. Om het beleid op al deze zaken te laten ipspelen, werd de nota „Landinrichting in de jaren negentig" ontwikkeld, die in 1993 door de rege ring werd vastgesteld. In datzelfde jaar werd tussen het Ministerie en de pfovincies het accoord Decentralisatie impuls Natuur en Landinrichting gesloten, waarin aan de provincies een veelcentralere rol bij landinrichting werd toegekend [1]. Eind 1991 was men met de - al tijdens de parlementaire behatrdeling aangekondigde - evaluatie van de Landinrichtingswet begonnen. Daartoe werd een drietal vragen geformuleerd 437 GEODESIA KEYWORDS TREFWOORDEN O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 15