richting bij uitstek geschikt is om al
lerlei ruimtelijke doelstellingen te rea
liseren.
Opbouw Rapport
Herijking landinrichting
Het Rapport Herijking landinrichting
tweede fase kent een viertal hoofdstuk
ken, te weten:
inleiding;
positionering;
resultaten;
implementatie van de verbeterin
gen.
In de inleiding wordt de relatie met
belangrijke maatschappelijke ontwik
kelingen gelegd, terwijl het tweede
hoofdstuk kort weergeeft hoe landin
richting eenvoudiger en sneller, flexi
beler en meer gebiedsgericht zal wor
den gemaakt. In het derde hoofdstuk
zijn de in de eerste fase aangegeven
deelprojecten deels terug te vinden in
de paragraafindeling:
3.1. verbreding;
3.2. vereenvoudiging en versnelling;
3.3. flexibilisering;
3.4. imago en communicatie.
Het vierde hoofdstuk geeft tenslotte
aan hoe imago en communicatie kun
nen worden verbeterd, dat veranderin
gen in gedrag en werkwijze nodig zul
len zijn en ook wijziging van wet en
regelgeving noodzakelijk zal zijn. Ove
rigens blijft dit hoofdstuk nogal op de
vlakte omdat nog een nadere uitwer
king moet plaatsvinden omtrent de
consequenties voor de stand van de
financiële verplichtingen.
Ervan uitgaande dat de lezer met de
hoofdlijnen van de huidige landin
richtingsprocedures bekend is (wel
licht verfrist door lezing van de eerdere
bijdragen aan deze mini-serie), zal ik
de genoemde vier paragrafen één voor
één doorlopen, waarna ik inga op de
vraag hoe een en ander geïmplemen
teerd is of zal gaan worden. Ik eindig
met een korte slotbeschouwing.
Verbreding
De minister acht verbreding van de in
zet van landinrichting van groot be
lang teneinde een bijdrage te kunnen
leveren aan een belangrijke opgave
voor komende jaren: de versterking van de economische
structuur onder gelijktijdige versterking van de ruimtelijke
kwaliteit en leefbaarheid van de omgeving [12]. Het her
ijkingsrapport noemt een groot aantal voorbeelden. Zo
wordt de realisering van grote infrastructuur genoemd,
waarbij wordt aangegeven dat ook de grond onder het tracé
in het landinrichtingsproject zou moeten worden opgeno
men. Ook bij het realiseren van milieudoelstellingen biedt
het landinrichtingsproces als instrument mogelijkheden.
Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan bodemverontreini
ging, waarbij sanering in landinrichting kansen biedt voor
werk met werk. Wel is het daarbij zo dat de sanering veel
zogenaamd exogeen geld behoeft (geld van buiten het land
inrichtingsbudget). Van oudsher biedt landinrichting al
goede mogelijkheden voor het oplossen van aan water ge
relateerde problemen. De combinatie van grondverwer
ving/ruil en inrichtingsmaatregelen biedt aan waterschap
pen de kans om bijvporbeeld natuurvriendelijke oevers te
realiseren of om de relatie tussen functiewijzigingen en be
heersing van oppervlakte- en grondwater te garanderen.
Verder is er behoefte aan meer integrale plannen op het
raakvlak van stedelijke en landelijk gebied. Landinrichting
kan bijdragen aan verwezenlijking hiervan, doordat grond
kan worden geruild en doordat de systematiek van landin
richting mogelijkheden biedt voor de kostendoorrekening
aan de voordeel-hebbenden.
Onder het kopje functies in het landelijk gebied wordt
ingegaan op de agrarjsche en recreatieve sectoren en op na
tuur, landschap en cultuurhistorie. In de agrarische sector
zal de komende jaren een snelle aanpassing noodzakelijk
zijn, die waarschijnlijk zal leiden tot schaalvergroting,
extensivering en flexibilisering van het grondgebruik. Een
uitgeklede herverkaveling kan hierbij bijdragen aan het
snel realiseren van veranderingen in grondeigendom en
-gebruik. Voor de recreatieve sector kan landinrichting bij
dragen aan een betere toegankelijkheid en vergroting van
de belevingswaarde Van het gebied. Hoewel natuur, land
schap en cultuurhistorie zich niet door dynamiek ken
merken, kan landinrichting middels functiewijziging en
subsidiëring bijdragen aan vergroting, versterking en verbe
tering van deze waarden.
Het herijkingsrapport noemt (in navolging van de nota
„Dynamiek en vernieuwing nog wel plattelandsvernieu
wing, maar geeft aan dat het hier om een vorm van gebieds
gericht beleid gaat, die van een andere orde is dan boven
genoemde thema's, plattelandsvernieuwing, of een andere
vorm van gebiedsgericht beleid, vormt hierbij het „doel",
waarvoor landinrichting als „instrument" bij de realisering
kan worden gebruikjt. Uiteraard kan het instrument land
inrichting, als eenmaal tot inzet ervan is besloten, zelf wel
weer een integratiekader vormen voor gebiedsgewijze pro
cessen.
Kort gezegd geeft het rapport nog eens aan, aan hoeveel
zaken landinrichting kan bijdragen. Daarbij moet landin
richting zich wel in) zoverre bescheiden opstellen, dat het
een instrument is (of liever een gereedschapskist met ver
schillende deel-instrumenten) dat wordt ingezet om ge-
439
GEODESIA
1998-10