De vraag of de beeldschermkaarten
voor rijstroken, rijbanen en hoofd
wegennet al dan niet op dezelfde wijze
moeten worden gestileerd (d.w.z. on
derling gelijkvormig moeten zijn) is
nog niet beantwoord. Dit zal in een
ergonomisch onderzoek samen met de
operators verder worden onderzocht.
Duidelijk is wel dat dergelijke trans
formaties goed uitvoerbaar zijn en
omdat de wegennetwerkobjecten uit
de verschillende niveaus conform het
Express conceptueel model aan elkaar
gerelateerd zijn - ook onderling zijn af
te stemmen.
Beheer
Het beheer van de OSS-Kaart moet gebeuren in nauwe af
stemming met de bronnen, omdat anders het voordeel van
het gebruik van beschikbare bronnen verloren gaat. Voor
zover dit het wegennet betreft, kan middels het NWB in
GDF-formaat worden voorzien in actuele bestanden waar
in te verwijderen en toe te voegen objecten identificeerbaar
zijn opgenomen. Hiermee kan de kaartdatabase worden
bijgewerkt. In het geval van de achtergrondinformatie van
de TOP10/250vector ligt dat moeilijker: de daarvan te
gebruiken NENl878-bestanden bevatten slechts lijnen en
centroïden met daaruit afleidbare vlakken, maar dat alles
zonder object-identificatie of historie. Een nieuwe levering
betekent dat in principe alle achtergrondobjecten moeten
worden vervangen. Dit lijkt vooralsnog niet zo bezwaarlijk,
omdat aan deze objecten in tegenstelling tot aan het
wegennetwerk geen extra informatie wordt toegevoegd.
De noodzaak van complete vervanging maakt het wel be
langrijk 0111 de transformaties volledig automatisch te laten
uitvoeren. Bij dit onderhoud van de OSS-Kaart vanuit de
toegepaste standaard-bronnen moet worden bedacht dat de
actualiteit van deze bronnen, die in de orde van 1-4 jaar
ouderdom ligt, niet past bij de eisen die de OSS-Kaart stelt.
De beheerder zal dus ook gereedschap nodig hebben om de
kaartdatabase bij te werken.
Fig. 4.
Detail uit de ruit
van Rotterdam,
met hectometrering
en verkeersobjecten.
450
Een tweede aspect van het beheer be
treft de aanpassing die om één of
andere reden voor een lokale situatie
zijn uitgevoerd: daarvan moet na ver
versing vanuit de bronbestanden door
de beheerder te beoordelen zijn of de
aanpassing ook moet worden bijge
werkt.
Het derde aspect van beheer is de
vraag naar anticipatie op toekomstige
situaties. Omdat daar voorlopig geen
geschikte bronnen voor beschikbaar
zijn, zullen deze door de beheerder
moeten kunnen worden voorbereid.
De laterale integratie vraagt ook hier
weer om een uniforme aanpak die wel
vanuit verschillende afzonderlijke cen
trales kan worden uitgevoerd. Een be
heerder kan dan één of meer kaarten
voorbereiden voor situaties die gewij
zigd gaan worden. Uiteindelijk moet
dan weer de aansluiting worden ge
maakt op de standaard-bronnen.
Het vierde aspect van beheer gaat over
de verkeersobjecten die informatie in
winnen of presenteren aan de wegge
bruiker. Deze zuilen grotendeels door
de beheerder zelf, eventueel vanuit de
specifieke deelsystemen, in de kaart
database moeten worden gebracht, zo
dat vervolgens verder onderhoud kan
plaatsvinden in relatie tot het wegen
net en de achtergrond. Ook hier
maakt de object-identificatie het mo
gelijk om de historie van de verkeers
objecten te volgen en relaties met de
specifieke deelsystemen te onderhou
den.
Alle beheeraspecten leiden tot werk
zaamheden die worden uitgevoerd
'Waterst;
Het 200-jarige Directoraat-Generaal
Rijkswaterstaat kent sinds de laatste
reorganisatie tien regionale directies
en zes specialistische diensten. Eén
daarvan is de Adviesdienst Verkeer
en Vervoer (AW), gevestigd te Rot
terdam en Heerlen. De AW zorgt
voor deskundige en tijdige inbreng
van kennis bij de ontwikkeling en
uitvoering van het rijksbeleid voor
het verplaatsen van personen en goe
deren. De beschreven pilot is een
project van het Kenniscentrum I&A Verkeer en Vervoer van de Afdeling
Systemen.
'erbrec|se|Dlein
1998-10
GEODESIA