A zaak dat pas optimaal van gemeente lijke vastgoedinformatie gebruik kan worden gemaakt als dat goeddeels lan delijk dekkend en geüniformeerd wordt aangeleverd. Maar bovenal die nen gemeenten garanties te bieden voor de continuïteit van de gegevens leveringen. Samenwerking De derde inleider - H. Wemmenho- ve, gemeentesecretaris van Hattem ging in op het belang van gemeentelij ke samenwerking op dit terrein. Hij hield de zaal voor dat sa-menwerking tussen gemeenten een noodzaak is. Met vreugde, zo stelde Wemmenhove, heeft hij als lid van de commissie IBA van de VNG kennisgenomen van het initiatief van de GlV-gemeenten. Dat initiatief verdient het om positief te worden opgepakt. Met name ook om de positie van de gemeente in het maatschappelijke krachtenveld een ex tra impuls te geven. Vervolgens gaf hij een overzicht van allerlei vormen van samenwerking tussen gemeenten en constateerde vervolgens dat de ge meenten „rijp zijn" voor deze vormen van samenwerking. Maar, zo ging Wemmenhove verder, er zijn wel kwetsbare plekken in het voorstel van de GI V-gemeen ten. Gemeenten zijn in de afgelopen jaren voor hun be drijfsmiddel „informatie" in toene mende mate afhankelijk geworden van computers en niemand twijfelt eraan dat deze afhankelijkheid in het ko mende decennium nog sterk zal toe nemen. Deze afhankelijkheid dwingt gemeenten wel tot het stellen van hoge eisen aan de computer en de processen daaromheen: zorgen voor een optima le bedrijfszekerheid of, anders gezegd, zorgen dat de kwetsbaarheid tot een absoluut minimum wordt beperkt. Was er rond 1970 nog sprake van kwetsbaarheid in de zin van werking van „de kast" zelf, aan het begin van de jaren tachtig was de kwetsbaarheid al goeddeels verschoven in de richting van systemen en applicaties. Inmid dels heeft zich met betrekking tot de kwetsbaarheid opnieuw een verschui ving aangediend: de kwetsbaarheid in de zin van gegevens. Men hoeft zich thans blijkbaar veel minder zorgen te maken over de kwetsbaarheid van de hard- en software, maar meer over de gegevens (onder andere vastgoedgege- vens) die de systemen voeden. Dat is met name van belang als gemeenten vastgoedgegevens aan de markt gaan leveren. Het is weinig zinvol informa tie op de markt te brengen als men niet voor de actualiteit, compleetheid en betrouwbaarheid van de informatie garant kan staan. Wemmenhove sloot daarbij aan op de eerder door Van Well gemaakte opmerking over de continuïteit van de gegevenslevering. Ter afsluiting wees Wemmenhove er op dat enige mate van dwang ten aan zien van het GIV-initiatief noodzake lijk is. Het kan niet te vrijblijvend zijn. De mate van dwang, zo vervolgde hij, legde hij hier ter tafel als zijn uitge sproken opvatting, omdat in gemeen teland dan wel VNG-land het harmo niemodel nadrukkelijker wordt voor gestaan. Hij kan voor dat harmonie model wel enig begrip opbrengen als het maar niet al teveel gaat worden. Zonder dwang was de GBA er ook nooit gekomen, zo hield hij zijn ge hoor ter afsluiting voor. Professionele aanpak nodig Ter afronding van de studiedag gaf ir. L. Smit, hoofd van de afdeling Land meten en Vastgoedinformatie van de gemeente Rotterdam en voorzitter van de groep GlV-gemeenten, een over zicht van de activiteiten die deze groep inmiddels heeft ondernomen. Hij schetste onder meer de totstandko ming van het rapport-Torsa naar de vraagkant van de particulie-re markt, het organiseren van een studiemiddag en het vormgeven van verdere stap pen, maar gaf ook aan dat de huidige organisatie en overlegstructuur rond het GIV-project niet veel langer kun nen standhouden. De betrokken per sonen moeten het er naast hun dage lijks werk „even bij doen" en dat is een situatie die slechts tijdelijk kan zijn. Wil het GIV-initiatief goed op de rails komen te staan, dan zullen daar mensen voor vrij moeten worden ge maakt en daar is een behoorlijk budget voor nodig. De GlV-gemeenten mik ken dan ook op een Europese subsidie, door het GIV samen met enkele ande re landen in de Europese Unie (EU) verder te ontwikkelen. Inmiddels zijn door bemiddeling van de VNG reeds contacten gelegd met enkele EU-lan- den en daar ziet men veel in het initia tief van de GlV-gemeenten. Verwacht wordt dat in de tweede helft van dit jaar bekend zal worden of de EU het initiatief van de GIV-gemeen- ten met een subsidie zal ondersteunen. Vanaf dat moment, zo stelde Smit, zal het GIV-project daadwerkelijk van start gaan. Peilingen Tijdens de inleidingen zijn peilingen gehouden onder de aanwezigen via een geavanceerde stemcomputer. In een aantal gevallen waren de uitkom sten weinig verrassend. Er is duidelijk een wens onder de gemeenten om iets in de richting van de particuliere markt te doen. Een vraag of de parti culiere markt iets met de gemeentelij ke vastgoedgegevens in commerciële zin zou kunnen, werd natuurlijk 100% positief beantwoord. Anders lag dat bij vragen als „Moeten de grotere gemeenten een rol vervullen voor de kleinere gemeenten?". Zowel de afge vaardigde van kleine gemeenten als die van grote gemeenten was unaniem van mening dat grotere gemeenten die rol op zich moeten nemen. Dat was een hoogst verrassende afsluiting van de studiemiddag. Ruud ten Kroode Oud-landmeter A. M. Molen houdt zich als één van de weinigen bezig met de geschiedenis van ons vakgebied en publiceert daar regelmatig over. Zo ook in dit tijdschrift. Hij is bezig met de voorbereiding van een publicatie over „Het gebruik van de rekenlineaal en -schijf in de landmeetkunde". Naast de modellen die hij reeds kent en beschreven heeft, is hij op zoek naar andere modellen zoals de Aristo Geo- dat, de Diwa-topographical en het model tachymeter van de firma A. W. Faber. Wie onder onze lezers kan hem daarbij helpen? Ook informatie over bepaalde meet- en rekentoepassingen terzake is welkom. U kunt hem alsvolgt bereiken: A. M. Molen, Goudenstein 15, 3772 LA Barneveld, telefoon (0342) 41 43 05. 472 1998-10 GEODESIA TECHNIEK Gevraagd: rekenlineaalmodellen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 50