A Telecommunicatie 1998-11 GEODESIA topografie en luchtfoto's, willen we een serie beslissings ondersteunende modellen kunnen presenteren. De Meet kundige Dienst wordt momenteel ook betrokken bij het ruimtelijk beleid". Op de website www.agrs.nl is overigens informatie te vinden over de RD (Rijksdriehoeksmeting) en het NAP (Normaal Amsterdams Peil). Als Head of the Division of Spatial Information Produc tion van het ITC begon prof. Martien Molenaar zijn lezing door te zeggen dat Flits Brouwer feitelijk te maken heeft gehad met alle belangrijke ontwikkelingen op het gebied van de „vaderlandse geodesie". Molenaar pleitte in zijn lezing eveneens voor het slaan van een brug tussen de technische mogelijkheden aan de aanbodzijde en de inhou delijke behoefte aan de vraagkant. „Het is belangrijk goed op de hoogte te zijn van wat de klant bezighoudt. We moe ten onze activiteiten nauwkeurig op elkaar afstemmen en daarom hoop ik dat er een hechte samenwerking tot stand zal komen tussen de technische productontwikkelaars en de gebruikers. We kunnen nu wel databases koppelen en ervoor zorgen dat de informatievoorziening steeds vlekke- lozer verloopt voor het aanleggen van iets als de Betuwelijn of voor grote dijken, we moeten ons echter blijven realise ren dat informatievoorziening een secundair proces blijft". Volgens Molenaar is er één belangrijke vraag in de geo- informatica, die we nooit uit het oog mogen verliezen. We moeten ons blijven afvragen wat de semantiek van het ge representeerde is. Ofwel, waar gaat het over en wat is de be tekenis van dat waar we mee bezig zijn? Molenaar pleitte ervoor niet alleen dingen te plannen en uit te voeren, maar jezelf ook zeer regelmatig de vraag te stellen met welk doel je de dingen doet. Tenslotte stak hij Frits Brouwer een hart onder de riem door te zeggen: het blijft GISSEN maar BROUWER wat van. Ook wetenschapsjournalist Bram Vermeer, die onder andere voor Intermediair schrijft, ging in zijn lezing in op de semantiek van de geodesie. Vermeer, die jaren geleden zijn afstudeerscriptie schreef met Frits Brouwer als mentor, legde in treffende bewoordingen uit hoe hij als journalist vanaf de buitenkant naar de geodesie kijkt. „Het blijft moeilijk aan leken uit te leggen wat je doet met abstracte hoogtegegevens. Veel mensen vragen zich af waarom je zou moeten weten wat het laagste punt van Nederland is. Ver tel maar eens op een feestje dat je in de geodesie zit. Dan haal je je een hoop moeilijkheden op de hals. Want waar werk je aan als je remote sensingmetingen aan het corrigeren bent voor atmosferische storingenV' Hij was er evenwel van overtuigd dat het onderwerp, als je je erin verdiept, uiter mate boeiend blijkt te zijn. „Zo zijn simulaties bruikbaar als je gaat ingrijpen in het landschap. U weet dat natuurlijk allemaal wel, maar de meerderheid van de Nederlanders heeft nog nooit van het woord geodesie gehoord. Ik zou vrienden en kennissen dan ook uitleggen dat de geodesie ons leert wat er gebeurt als je ergens een dijk doorsteekt. Bij een verschil van enkele centimeters stroomt het water al een andere kant op. Ook voor het bereke nen van geluidsoverlast en het plaatsen van zendmasten zijn deze gegevens van groot belang. Als je er dan nog bij vertelt dat ze onder andere worden ge bruikt door telecommunicatiebedrij ven, gaat het hele verhaal een beetje le ven". Pas als je je telkens weer afvraagt wat de relevantie van dit soort werk is, wordt het interessant, was zijn stelling. Leermeester Baarda ziet geodeet watermanager worden. Aan het eind van de middag hield Frits Brouwer zelf een korte speech over de taken van de Meetkundige Dienst. „Er zijn vier verschillende ta ken die wij in het proces van de geo- informatievoorziening hebben. De Dienst zou in de eerste plaats hoeder van de hoogte-infrastructuur moeten zijn. Daarna heeft het de rol van archi tect en adviseur, en als derde taak die van makelaar. Opvallend is dat de rol van producent en leverancier van in formatie vroeger de belangrijkste was, maar dat deze taak nu volledig naar achteren geschoven is". Brouwer gaf toe dat het hem zwaar valt afscheid te nemen van de geodesie en van zijn col lega's bij de Meetkundige Dienst. In het bijzijn van zijn vrouw en kinderen werd hij tijdens de borrel nogmaals toegesproken door Evert Jan Riedstra. „Je wordt nu directeur Water van de Directie Noord-Holland van de Rijks waterstaat. We zullen je missen, maar we vertrouwen erop dat je het daar naar je zin zult hebben. Iedereen weet dat water je atijd uitermate geïntri geerd heeft. En waar kun je dan beter heengaan dan naar Noord-Holland?" 504

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 28