een goede benadering. Bij relatieve plaatsbepaling kan op grond van de zelfde overweging het verschil tussen de twee stelsels worden genegeerd voor korte basislijnen. Voor lange basis lijnen zou een tegelijk met de basis lij ncoördinaten geschatte lokale trans formatie tussen de stelsels uitkomst moeten bieden. Overigens moet wel worden gemeld dat er tot op heden geen voldoende precieze globale transformatie tussen PZ-90 en WGS 84 is bepaald. Het feit dat het cluster van met GLONASS geschatte posities in fig. 1 niet rond het referentiepunt gecentreerd ligt, is waarschijnlijk deels te wijten aan een onnauwkeurige transformatie. Een wereldwijde GLONASS/GPS-meet- campagne die onlangs is gestart, richt zich er dan ook op om onder andere een meer precieze transformatie te be palen. Verderop in dit artikel zal wat uitgebreider op deze campagne wor den ingegaan. GLONASS-ruimte-, controle- en gebruikers segment Bij GLONASS kunnen drie segmen ten worden onderscheiden. De satel lieten vormen het ruimtesegment, de grondstations die het systeem beheren, vormen het controlesegment en de GLONASS- of GLONASS-GPS-ont- vangers vormen het gebruikersseg ment. We zullen elk van deze segmen ten kort bespreken. Fig. 2 GLONASS- constellatie. Het ruimtesegment van GLONASS bestaat net als het ruimtesegment van GPS uit 21 satellieten en 3 functione rende „reserve" satellieten. De GLONASS-constellatie wijkt echter af van de GPS-constellatie. GLONASS maakt gebruik van 3 baanylakken met een inclinatie van 64,8 graden. De baan vlakken zijn regelmatig verdeeld langs de evenaar met een interval van 120 graden. In elk van de baanvlakken zijn 8 satellieten gepland op een onderlinge af stand van 45 graden. Ten opzichte van de satellieten in de aanliggende baanvlakken zijn de satellieten in een baanvlak over 15 graden verschoven. In tegenstelling tot GLONASS maakt GPS gebruik van 6 baanvlakken met eeh inclinatie van 55 graden. De baan vlakken zijn regelmatig verdeeld langs de evenaar met een interval van 60 graden. Elk van de baanvlakken bevat 4 satellieten, maar de plaatsing van de satellieten in een baan vlak is onregelmatig. De laatste eigenschap van de GPS- constellatie is bedoeld om de effecten van het eventueel uit vallen van een satelliet te minimaliseren. Voor een gebrui ker houden de versdhillen tussen de GPS- en GLONASS- constellaties voornamelijk in dat GLONASS een betere dekking biedt op hpge breedten. De GLONASS-constella tie is schematisch weergegeven in fig. 2. Hierin is ook de nummering van de satellietposities (orbital slots) weerge geven. Die in het eerste baanvlak zijn genummerd 1 tot en met 8, in het tweede baanvlak 9 tot en met 16 en in het derde baanvlak 17 tot en met 24. Deze nummering wordt in het algemeen aangehouden om GLONASS-satellieten te identificeren en is jn die zin vergelijkbaar met de PRN- codenummering van GPS-satellieten. Merk ook op dat de 14 GLONASS-satellieten die op dit moment nog functio neren, verdeeld zijp over alle drie de baanvlakken. Er zijn nog 3 operationele Satellieten in baanvlak 1nog 7 in baan vlak 2 en nog 4 in baanvlak 3. Niet alleen verschjlt de GLONASS-constellatie van de GPS-constellatie, ook de banen van de GLONASS-satellie ten verschillen van die van de GPS-satellieten. GLONASS- satellieten bevinderi zich op ongeveer 19 100 km boven het aardoppervlak en hebben een omloop tijd van ongeveer 11 uur en 16 minuten (8/17 siderische dag1). GPS-satellieten zitten ruim 1000 kilometer hoger, op 20 150 km boven het aardoppervlak, en hebben een navenant grotere omlooptijd van ongeveer 11 uur en 58 minuten (1/2 siderische dag). Voor een gebruiker betekent dit dat de GPS-constellatie zich elke siderische dag herhaalt - dat wil zeggen de gebrui ker neemt dezelfde satellieten op dezelfde positie waar - terwijl de GLONASS-constellatie zich pas na 8 siderische dagen herhaalt. Door de regelmatige verdeling van de GLONASS-satellieten in de baanvlakken neemt een ge bruiker overigens Vel elke siderische dag satellieten op de zelfde posities waar, maar het zijn telkens andere satellieten uit hetzelfde baanvlak. Tot op heden zijn er vier verschillende typen GLONASS- satellieten gelanceerd. De typen worden aangeduid als Block I, Block Ha, Block lib en Block IIv of c (v is de derde letter van het Russische alfabet). Elk volgende type vormde 553 GEODESIA 1998-12 Een siderische dag duurt (364/365)*24 uur 23 uur 56 minuten en 3 secon den. rechte klimminc positie kntvijl vlak 1 vlak 2 v ak 3 GLONASS-ruimtesegment

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 27