een verbetering ten opzichte van de voorgaande typen, met name voor wat betreft de levensduur van de satellieten en de frequentiestabiliteit van de satellietklokken. De huidige GLONASS-constellatie bestaat uitsluitend uit de nieuwste versie Block Ilv-satellieten. In fig. 3 is een dergelijke satel liet afgebeeld. De Block Ilv-satellieten werden gelanceerd tussen april 1994 en december 1995 hebben dus tussen de 4,5 en bijna 3 jaar gefunctioneerd. Dat is geen geringe pres tatie, als men in acht neemt dat de geplande levensduur van deze satellieten 3 jaar is. Daar staat tegenover dat de oudste satelliet in de huidige GPS-constellatie al bijna 10 jaar heeft gefunctioneerd. Het GLONASS-controlesegment heeft net als het GPS- controlesegment als voornaamste taken het voorspellen van de satellietbanen en het gedrag van de satellietklokken en het versturen („uploaden") van deze voorspellingen naar de GLONASS-satellieten. De voorspellingen worden door de satellieten uitgezonden in de vorm van ephemeride en klokfoutparameters. Om deze taken uit te voeren bestaat het GLONASS-controlesegment uit een systeem controle centrum, drie telemetrie-, tracking- en commandostations en een fase controlesysteem. Het systeem controlecentrum en het fase controlesysteem bevinden zich in Golitsino na bij Moskou; de telemetrie-, tracking- en commando stations bevinden zich in Sint Petersburg, Jeniseysk en Komsomolsk (fig. 4). Het systeem controlecentrum coör dineert en plant alle werkzaamheden die ten behoeve van GLONASS door het controlesegment worden uitgevoerd. Verder zorgt ze voor de verwerking van de door de tele metrie-, tracking- en commandostations en het fase contro lesysteem aangeleverde gegevens over de satellietbanen en -ldokken. Tenslotte beheert ze de centrale synchronizer waarop de GLONASS-systeemtijd is gebaseerd. De tele metrie-, tracking- en commandostations verrichten metin gen aan de satellietbanen en verzorgen de communicatie met de satellieten. De metingen betreffen radarmetingen van de afstand tussen de grondstations en de satellieten, en worden voor elke satelliet eens in de vier a vijf dagen uit gevoerd. Op grond van de radar-afstanden worden voor spellingen gedaan voor de satellietbanen. Periodiek worden de radar-afstanden geijkt door middel van satellite-laser- ranging. Fig. 3. GLONASS-satel- liet. De satelliet is opgebouwd rond een drukvat. In het vat worden een aardse temperatuur en druk in stand gehouden. Voor deel hiervan is dat de instrumenten aan boord van een GLONASS-satel- liet niet bestand hoeven te zijn tegen de extreme tempe raturen en druk zoals die in de ruimte heersen. Nadeel is dat GL ONASS-satel- lieten door deze constructie relatief zwaar zijn. Bij GPS wordt niet gebruikgemaakt van een dergelijk drukvat omdat het instrumentarium aan boord van GPS-satellieten space qualif. Fig. 4. GLONASS- controlesegment. Het fase controlecentrum vergelijkt dagelijks de door de GLONASS-satel lieten uitgezonden tijdsignalen met het tijdsignaal dat door de centrale synchronizer wordt gegenereerd. Op grond hiervan worden voorspellingen gedaan voor het gedrag van de satel- lietNokken. Deze voorspellingen wor den door de telemetrie-, tracHng- en commandostations verstuurd naar de satellieten. Er is veel te doen over de vraag of het GLONASS-controlesegment in vol doende mate in staat is de integriteit van het systeem te waarborgen. Door de beperkte spreiding van de grondsta tions zijn niet alle GLONASS-satellie ten voortdurend in het zicht van het controlesegment. Als een GLONASS- satelliet daarom plotseling problemen gaat vertonen, zal dit pas worden op gemerkt als de satelliet binnen het be reik van de grondstations komt. Dit kan tot 6 uur duren. In de praktijk komt het dan ook voor dat het contro lesegment te laat melding maakt van problemen met een satelliet. Een en kele keer, met name bij kort durende storingen, meldt het controlesegment helemaal niets, ook niet achteraf. Een overzicht van door het controle segment geregistreerde problemen is weergegeven in fig. 5. Uit de figuur blijkt dat twee van de 14 nu nog ope rationele satellieten ernstige proble men vertonen. De satellieten op de posities 15 en 18 zijn vaak langdurig buiten werking. Voor de satelliet op positie 18 verloopt dit zelfs volgens een vast patroon; elk halfjaar wordt de satelliet gedurende ongeveer 6 weken teruggetrokken uit de constellatie. Naast de satellieten op positie 15 en 18 vertoont ook de satelliet op positie 10 voortdurend problemen. Door on- 1998-12 GEODESIA GLONASS-controlesegment 554 Golitsino Jeniseysk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1998 | | pagina 28