I
A
rechte spoor te krijgen en binnen enkele minuten luistert
iedereen geïnteresseerd naar zijn uitleg: „je krijgt eerst een
algemene instructie over remote sensing op de pc's, dan
maken we een rondgang door de expositie om wat te zien
van de instrumenten die in de ruimte de waarnemingen
uitvoeren. Daarna kom je hier weer terug om een praktijk
opdracht uit te voeren". Het programma wordt kennelijk
goedgekeurd en Michel gaat met het introductiedeel „Wat
is RS?" van start. Dat gebeurt met een computerprogram
ma waarbij de leerling zelfstandig moet ontdekken wat
remote sensing is. Er verschijnen beelden op het scherm,
waarmee de jongelui kunnen „spelen". Niet zomaar in het
wilde weg, maar aan de hand van de vraagstelling door de
computer. Na elke korte uitleg moeten handelingen wor
den verricht en vragen beantwoord. De computer houdt
ook de score bij. De eerste uitleg is dat vanuit satellieten de
aarde wordt gemeten en niet gefotografeerd: „De aarde
wordt aftgetast door een scanner die in de satelliet aanwezig
is. Dit apparaat tast systematisch een strook land af en meet
daarbij hoeveel elektromagnetische straling er van elk
stukje land afkomstig is. De meting van zo'n stukje land
wordt pixel genoemd. De grootte daarvan is afhankelijk
van de hoogte van de satelliet, bijvoorbeeld 30 m x 30 m bij
lage stand, tot 2 km x 2 km bij hogere".
Rondjes
draaien.
De leerling kan nu inzoomen op een satellietbeeld van
Meteosat tot de pixels zichtbaar zijn en moet dan antwoord
geven uit hoeveel pixels heel Nederland bestaat. Vervolgens
ontdekt hij dat de satelliet alleen bij zonlicht (dus overdag)
heeft waargenomen en dat het scherm dus donker wordt
toen het nacht was. Hij ontdekt door bewegingen te maken
met de muis dat op de ene plek de pixels een hogere waarde
hebben dan op de andere plek, en dat hoge getallen horen
bij lichte plekken en lage getallen bij donkere plekken.
Vervolgens mag hij zelf (pseudo-)kleuren toekennen aan
getallen om een mooi plaatje te vervaardigen. De verschil
lende computerschermen laten nu zien hoeveel smaak
verschil er bestaat in deze klas.
Aan het eind van de serie oefeningen krijgt iedereen zijn
score te zien (die overigens niet telt voor het eindrapport)
en ter afsluiting wat hij nu al weet van remote sensing,
namelijk dat Meteosat een weersatelliet is die elk half uur
een beeld maakt. Hij weet al wat pixels zijn (hoewel enke
len nog spreken over priksels) en dat elke pixel hier 2 km x
De klas aan het
werk.
Michel moet
af en toe wel wat
ondersteuning
geven.
2 km weergeeft. Verder weet hij al dat
een satellietbeeld getallen meet, dat
een verzameling getallen een band
wordt genoemd en dat je van die getal
len plaatjes kunt maken, waarvan je
zelf de kleur kunt bepalen.
Landsat
Interessanter is de oefening met beel
den van de Landsat, een satelliet die
beelden meet om kaarten van te ma
ken. Deze satelliet staat zo laag dat er
pixels van 30 m x 30 m worden ge
leverd. Die satelliet trekt al metend
baantjes over de aarde, die zelf ook
weer (om zijn eigen as) onder de satel
liet doordraait. Na verloop van enige
tijd is zo de hele aarde opgemeten. Op
de schermen zijn nu beelden te zien
van de omgeving van Hengelo (wel
even goed kijken) en al vragend, uit
proberend en lezend wordt ontdekt
dat deze satelliet in meer banden heeft
gemeten (voor elke kleur zonlicht een
andere band). Landsat heeft in zeven
banden gemeten, niet alleen in de voor
ons zichtbare als rood, groen en
blauw, maar ook in de onzichtbare als
nabij-infrarood en midden-infrarood.
562
1998-12
GEODESIA