gemeentegrens tussen Opsterland en Ooststellingwerf in de vorm van een punt Drenthe raakt, zijn er zodanige problemen, dat Polée de hulp van zijn chef, de IV H. Vriend uit Leeuwar den, inroept. Deze doet per brief het volgende reisvoorstel: per trein op donderdagmiddag naar Heerenveen; per tram om vier uur naar Gorredijk en vervolgens om vijl uur met het rij tuig van Van der Wal naar Bakkeveen, waar bij "moeder de Haan" wordt ge logeerd. De IV besluit dit reisvoorstel met: "Wij zijn vrijdag dan frisch om te velde te gaan" en "kunnen op ons ge mak naar de Punt wandelen". Maar de reis ging niet door, want op 20 juli 1891 schrijft de IV dat hij niet komt, omdat zijn voet enige dagen rust moet hebben. Bij het Kadaster was het benutten van de auto voor het transport van de meetploegen nog lang geen gewoonte. Wel is dat bij opdrachtgevers het ge val: op 14 oktober 1921 schrijft de nv Centrale Grondexploitatie Maat schappij aan landmeter Crucq (een collega van Polée): dan zal ik U afhalen met de auto, hetgeen veel tijd bespaart. De kettingtrekker kan ook mede gaan". Polée antwoordt op 30 november 1921 als volgt: "daar de per celen aan of nabij den stoomtram zijn gelegen is het niet noodig dat wij per auto worden opgehaald of terugge bracht en daar wij verder spoediger en beter opschieten met ons geroutineerd meetpersoneel behoeft U ook niet voor assistentie te velde te zorgen". Op 2 december 1921 schrijft dezelfde maatschappij echter aan Polée dat: "het terrein op aanzienlijke afstand van de stoomtram is gelegen en daar wijzelven per auto zullen gaan komt het ons het eenvoudigst en voordeligst voor, dat U met Uw personeel tevens meerijdt". 4 2 IlMa Mutaties De belangrijkste taak van Polée was de bijhouding van de kadastrale kaart vanhet aan hem toevertrouwde district. Omdat Polée's archief in hoofdzaak te maken heeft met opdrachten voor particulieren, wordt volstaan met het noemen van enkele zaken over de bijhouding, zo die in de stukken werden aangetroffen. Enkele productiecijfers van door hem bijgewerkte percelen uit zijn district kunnen aldus worden vermeld: 1887 1483 percelen 1888 1626 percelen 1894 1253 percelen Ook was het van belang de kwaliteit van de nummerreeks van nieuwe percelen'zorgvuldig te bewaken. Dit is te lezen in een notitie over de door Polée voor het laatst gebruikte perceelnummers. Uit een bewaarde mededeling, gericht aan Polée d.d. 6 januari 1894, blijkt dat ieder half jaar de landmeters na elke rondreis aan de IV moesten rapporteren welke mutatiemetingen niet konden worden uitgevoerd. Particuliere opdrachten Inleiding Ruim een derde deel van de papieren erfenis van Polée heeft betrekking op het uitvoeren van metingen, het ver vaardigen van kaarten en het uitvoeren van oppervlakte bepalingen ten behdeve van particulieren. Doordat op zo'n zeventig Friese documenten de data van aanvraag en uit voering zijn vermeld, is iets te vertellen over het tijds verloop van deze opdrachten. Polée heeft deze opdrachten tussen 1878 en 1895 uitgevoerd, in de beginjaren soms slechts één opdracht per jaar tot wel veertien opdrachten in 1895. In de maanden januari tot en met maart waren er mogelijk gelet op fyet minder goede weer nauwelijks op drachten. De meeste metingen werden gemiddeld binnen twaalf dagen uitgevoerd. Uit acht documernfen blijkt hoe de kosten van metingen ten behoeve van particulieren ruim honderd jaar geleden waren opgebouwd. Een meting die ruim een dag in beslag nam, kostte gemiddeld 14,50, met als uitschieters 28,50 en 7,50, Een voorbeeld van kostenspecificatie van een grensuitzetting in Mildam d.d. 17 juli 1883: 1 dag te veld 1/2 dag thuis T.E. kettingloon tram vertering zegels Een logeeradres totaal van Polée. 19 10,00 2,50 1,00 1,25 1,40 0,70 0,40 17,25 GEODESIA 1999-1 Arnhem BR.IEFK A ARfsV; p J'*1 AAN... /tic*, stffccr-, Aa/v&jC j Kosten van een meting in Friesland

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 21