-1U- nonius en ook hoe het noorden van de hem toegezonden onteigeningskaart (1 1000) is bepaald. Het antwoord luidt dat de noniuseenheid twee minuten groot is. De equerre blijkt 42 cm hoog te zijn met een doorsnede van 8,5 cm. Eén van Polée's papieren bestaat uit een kaartje van een ge biedje, gelegen tussen Haskerdijken en Heerenveen. In dit gebied zijn enkele jaren terug door de Meetkundige Dienst omvangrijke metingen uitgevoerd ten behoeve van de aan leg van de Rijksweg A32. De kadastrale kaart van dit gebied dateert uit een hermeting van 1888, waarover het volgende: bij het eerstgenoemd kaartje behoren enkele schetsjes van een meetkundige grondslag, die met het oog op een uit te voeren hermeting werden gemaakt. Op de schetsjes zijn hoeken (sexagesimaal), alsmede gegeven en berekende coördinaten van een in eerste instantie onbekend stelsel genoteerd. Bij nadere bestudering bleek het nulpunt van dit stelsel zich in de buurt van Chaam te bevinden. Hieruit blijkt dat Polée de "Meetkunstige Beschrijving van het Koningrijk der Nederlanden", te weten het stelsel van Krayenhof van 1811 voor zijn grondslag heeft willen ge bruiken. Dit stelsel, bepaald op basis van de Bonneprojec tie, verdicht na 1836 en gereedgekomen in 1855, was in beginsel bestemd voor de vervaardiging van de eerste topo grafische kaart van Nederland en België. Het stelsel had als y-as de meridiaan van de toren van de Westerkerk van Amsterdam en als x-as een lijn loodrecht op het punt waar de breedtegraad van 52,5 gr deze meridiaan nabij Chaam snijdt. Op basis van de genoemde schetsjes is op bijgaande tekening aangegeven hoe deze grondslag nabij Heerenveen er met de bijbehorende gemeten richtingen uitzag. Vanaf het snelliuspunt CC werden richtingen gemeten op de torens van Joure, Haskerdijken, Oldeboorn en Heeren veen. Vanwege de overbepaaldheid van de waarnemingen heeft Polée twee stellen coördinaten kunnen berekenen. Deze verschillen respectievelijk 0,89 m in de x- en 2,97 m Een grondslag in "Krayenhof". Kaart Drachten. i i V1 f~;r~ U-, -J in de y-richting. Teneinde hieruit de overige punten te kunnen berekenen uit richtingen en afstanden, zijn bo vengenoemde tweetallen resultaten ge middeld. Dat de verschillen groot waren, zal wellicht niet zozeer aan de kwaliteit van Polée's waarnemingen hebben gelegen, maar meer aan de precisie van Krayenhofs coördinaten stelsel, alsmede aan de eigenschappen van de door hem gebruikte Bonne projectie. Oppervlakteberekeningen rond 1890 Bij de invoering van het kadaster wer den ten behoeve van een billijke aan slag van de grondbelasting de opper vlakten van de kadastrale percelen be rekend. Uit de bewaarde boeken van berekening blijkt dat deze berekening door middel van een grafische metho de plaatsvond. Ook na de invoering werd bij de ver werking van mutaties deze methode gebruikt en het is dan ook niet ver wonderlijk dat Polée deze bereke ningsmethode hanteert. Toch is er in zijn documenten al wel een aanzet naar andere methoden te bespeuren, wanneer hij opdrachten krijgt om de oppervlakten van over te dragen per ceelsgedeelten te berekenen. Een aan tal keren ontleent Polée deze opper vlakten aan karteringen op grotere GEODESIA Krayenhof HASKERDIJKEN joure ,y,,& .yoo^ .U Jcr/trr'd'"^ r&r ynmX 2ZOV, ZZOT, fff urm W-<r tdrr i »toti i i jr rJT. A 7.. r7~ y-'fy-.S/upv Methoden 22

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 24